Summary
Samenvatting Volledige uitwerkingen werkgroepen schenk & erf (8/10)
- Course
- Institution
Volleidge uitwerkingen van alle werkgroepen van schenk & erf belasting. I.c.m. de uitwerking van mijn hoorcolleges heb ik een 8 gehaald!
[Show more]
Seller
Follow
Lawandeco
Reviews received
Content preview
Werkcollege 1 huwelijksvermogensrechtVraag 1
a. Wat zijn de vermogensrechtelijke gevolgen van het aangaan van een huwelijk? Maak
onderscheid tussen de situatie voor 1 januari 2018 en daarna.
De vermogensrechtelijke gevolgen van een huwelijk is dat in ieder geval de wettelijke regeling
gaat gelden. De wettelijke regeling die voor alle echtgenoten geldt is titel 6 Boek 1 BW. Als het
huwelijk is aangegaan zonder het maken van huwelijkse voorwaarden, dan geldt er een
algehele gemeenschap/wettelijke gemeenschap voor goederen, dit vind je terug in titel 7
Boek 1 BW.
Indien het huwelijk is aangegaan voor 1-1-2018, dan was er een algehele gemeenschap van
goederen volgens de wet. Na 1-1-2018 gaat het om een beperkte gemeenschap van goederen
volgens de wet; dit houdt in dat al het voorhuwelijkse vermogen, alle erfenissen en alle
schenkingen wat de echtgenoten hadden, is uitgezonderd ten opzichte van de algehele
gemeenschap van goederen. Dit is dus ongeacht of er een uitsluitingsclausule aangekoppeld
was.
b. Waarom is het van belang onderscheid te maken tussen een huwelijksgemeenschap en
een eenvoudige gemeenschap?
Er gelden andere regels voor een huwelijksgemeenschap dan voor een eenvoudige
gemeenschap.
Verschil 1: wettelijke bepalingen
- Voor een huwelijksgemeenschap geldt tijdens het huwelijk titel 7 Boek 1 BW. Na
ontbinding van het huwelijk geldt titel 7 Boek 3 BW. De eerste en tweede afdeling ziet
met name ook op de ontbinding van de huwelijksgemeenschap, er gelden hiervoor
bijzondere bepalingen.
- Voor een eenvoudige gemeenschap, oftewel een gemeenschap die is gecreëerd
omdat je samen iets aankoopt en dus niet dat het op grond van de wet is gecreëerd.
Bijv. samen een huis kopen, dan is er een bewuste keuze genomen om samen iets aan
te kopen. Hiervoor geldt titel 7 afdeling 1 boek 3 BW. Hier geldt afdeling twee, die
bijzonder is ten aanzien van een ontbonden huwelijksgemeenschap, dus niet.
Verschil 2: het bestuur
- Bijzonder aan een huwelijksgemeenschap is bijvoorbeeld het bestuur. In art. 1:97 BW
staat vermeld dat ieder zelfstandig kan beschikken over de goederen die behoren tot
de huwelijksgemeenschap. Dit is alleen anders op het moment dat een goed op naam
staat of als het is geërfd of geschonken, dan is de verkrijger bevoegd.
- Bij een eenvoudige gemeenschap ben je alleen samen bevoegd. Handelingen die geen
uitstel kunnen leiden om te voorkomen dat een goed teniet gaat, mogen wel
zelfstandig worden gedaan.
1
,Verschil 3: faillissement
- Huwelijksgemeenschap: faillissement van 1 echtgenoot geldt als een faillissement van
de gehele gemeenschap van goederen. Andere echtgenoot wordt dus ook als
gefailleerde aangemerkt. In bepaalde gevallen bestaat er een terugneemrecht voor de
gehuwde partner of geregistreerd partner, maar in principe wordt het als een
faillissement van de gemeenschap behandeld. → bij eenvoudige gemeenschap geldt
dit niet.
Verschil 4: verhaal van schulden
- Huwelijksgemeenschap: Voor 1-1-2018 kon o.g.v. art. 1:96 BW verhaal op de gehele
huwelijksgemeenschap van goederen plaatsvinden. Sinds 1-1-2018: art. 1:96 lid 3 BW,
verhaal voor een privéschuld is beperkt tot de helft van de huwelijksgemeenschap, net
als dat bij art. 3:175 lid 3 BW. Gemeenschap schuldeisers kunnen wel op het geheel
verhalen.
➔ Let op! Art. 1:96 lid 3 BW geldt alleen voor gemeenschappen die zijn ontstaan vanaf
1-1-2018. Voor de oude huwelijksgemeenschappen blijven de oude regels nog
gelden, dus ook dat verhaalsrisico van een privéschuldeiser op de hele
gemeenschap.
- Eenvoudige gemeenschap: art. 3:175 lid 3 BW, verhaal was alleen mogelijk op het
aandeel van de schuldenaar.
c. Noem verschillen tussen de wettelijke gemeenschap van goederen (zoals deze bestond
tot 1 januari 2018) en huwelijksvoorwaarden met een finaal verrekenbeding.
Wettelijke gemeenschap van goederen
Bij wettelijke gemeenschap van goederen geldt titel 6 en 7 Boek 1 BW. Tot 1-1-2018 gold dat
er een boedelmenging plaatsvond ten aanzien van de juridische huwelijksgemeenschap.
O.g.v. art. 1:94 BW vond boedelmening plaats ten aanzien van alles wat er was aan goederen
voor het huwelijk. Sinds 1-1-2018 is er alleen nog maar boedelmenging als er sprake is van
een voorhuwelijkse eenvoudige gemeenschap. Je had al iets samen voor het huwelijk in
gezamenlijk eigendom, en daar vindt boedelmenging voor plaats en voor het overige niet.
Wettelijke gemeenschap leidt tot een regeling ten aanzien van de zeggenschap. Als het gaat
om goederen die in de gemeenschap zitten, heb je allebei zeggenschap daarover → Het
bestuur art. 1:97 BW, behoudens goederen op naam of erfenissen of schenkingen. En na
ontbinding van de gemeenschap van goederen is er ook een verdeling nodig van die wettelijke
gemeenschap.
Tot 1-1-2018 omvatte gemeenschap van goederen alles behoudens een paar wettelijke
uitzonderingen. Dit geldt zowel voor overlijden als bij echtscheiding. Het verhaalsrisico van
de schulden op de gemeenschap is mogelijk ten aanzien van de hele gemeenschap (art. 1:96
BW). Sinds 1-1-2018 is dat verhaal van de privéschuld beperkt tot de helft van de
huwelijksgemeenschap. Bij het ontstaan van een wettelijke gemeenschap van goederen is in
beginsel niet mogelijk om een overlijdensrisicoverzekering vrij van erfbelasting te genieten.
2
,Huwelijkse voorwaarden met een finaal verrekenbeding
Als je het vergelijkt met huwelijkse voorwaarden met een finaal verrekenbeding, dan is titel 6
en 8 Boek 1 BW van toepassing, titel 7 is niet van toepassing. Huwelijkse voorwaarden met
een finaal verrekenbeding geven geen recht op goederen. Er ontstaat dus nooit een
boedelmenging, een bestuursbevoegdheid, enige zeggenschap bij de ander. Bij het eindigen
van het huwelijk is het niet nodig om iets te gaan verdelen. Een finaal verrekenbeding geeft
alleen maar recht op een bedrag in geld.
Je kan het finaal verrekenbeding ook volledig flexibel maken; bijv. uitzonderingen maken op
het finaal verrekenbeding en daarin variëren tussen de situatie bij overlijden of echtscheiding,
zodat de omvang van het te verrekenen vermogen bij overlijden anders is dan bij
echtscheiding. In het algemeen zal dit betekenen dat je bij echtscheiding minder wilt
verrekenen dan bij overlijden.
Bij een finaal verrekenbeding is het ook mogelijk om de overlijdensrisicoverzekering geheel
vrij van erfbelasting te genieten, mits de verzekeringsbonus goed is ingericht en verder wordt
voldaan aan de voorwaarden van art. 13 Successiewet (dit komt in een later college aan bod).
d. Noem verschillen tussen een periodiek verrekenbeding en een finaal verrekenbeding.
Periodiek verrekenbeding
Hier geldt titel 8 Boek 1 BW, afdeling 2 paragraaf 1 en 2. In de praktijk gaat het vrijwel altijd
over de verrekening van inkomen. In theorie kan periodiek verrekenbeding ook verrekening
van vermogen omvatten. Tijdens het huwelijk ga je periodiek met elkaar afrekenen. Tijdens
het huwelijk voer je ook een administratie om de verrekening jaarlijks te kunnen doen. Op het
moment dat je tijdens het huwelijk de periodieke verrekening niet hebt uitgevoerd, dan geldt
er een bewijsvermoeden o.g.v. art. 1:141 BW. Het bewijsvermoeden houdt in dat alles wat er
aan vermogen is, wordt geacht te zijn gevormd uit niet verrekende inkomsten, behoudens de
mogelijkheid van tegenbewijs.
Finaal verrekenbeding
Titel 8 Boek 1 BW, afdeling 2 paragraaf 1 en 3 is van toepassing. Hier gaat het altijd om de
verrekening van vermogen. Dat kan aan het einde van het huwelijk zijn bij overlijden of
echtscheiding of in beide gevallen of slechts in 1 van die gevallen. Tijdens het huwelijk is
hiervoor geen administratie nodig, want je kijkt pas aan het eind wat er aan vermogen bij
beide is wat met elkaar verrekend zou moeten worden. → Zie ook HC1 voor cijfermatige
voorbeelden.
Vraag 2
Krista en Stefan wonen samen in hun gezamenlijk gekochte woning van € 420.000.- Bij hen
woont ook Lisa (15), de dochter van Stefan. Krista heeft een vermogen van € 680.000.- en
Stefan van € 510.000.-Ze overwegen te trouwen of een geregistreerd partnerschap aan te
gaan, maar weten niet zeker wat de verschillen ten aanzien van deze twee opties en van het
ongehuwd samenwonen inhouden. Krista en Stefan zouden graag de vermogens, zoals deze
reeds bestonden, gescheiden willen houden, maar wel willen delen in wat zij tezamen
gedurende een eventueel huwelijk opbouwen. Vandaar dat ze bij u komen met de vraag wat
de verschillende (vermogensrechtelijke) consequenties zijn en wat voor hen het beste zou zijn.
3
, 1. Wat is het verschil tussen ongehuwd samenleven en een huwelijk?
Er is geen wettelijk kader voor ongehuwd samenleven. Dat betekent dat er geen recht is op
partneralimentatie (bij uit elkaar gaan), geen erfrechtelijke aanspraken (bij overlijden), geen
zorgplicht voor stiefkinderen.
Er geldt wel een wettelijke regeling bij een huwelijk. Titel 6 Boek 1 BW is in ieder geval van
toepassing. Al het bovenstaande geldt wel voor een huwelijk.
Zie verder onderstaand schema:
notariële huwelijk/geregistreerd partnerschap
samenlevingsovereenkomst
Samenwoners zijn alleen elkaars erfgenaam Echtgenoten/geregistreerd partners zijn
overlijden als er testamenten zijn opgesteld. automatisch elkaars erfgenaam (zonder
testament).
De samenwoners houden hun eigen naam. De echtgenoten/partners mogen elkaars
naam naam (mede) voeren, ook na einde van de
relatie.
De moeder heeft automatisch het ouderlijk Kinderen die tijdens een huwelijk of
gezag over de kinderen die worden geboren. geregistreerd partnerschap worden geboren,
De vader moet eerst (met toestemming van hoeven niet erkend te worden; beide
kinderen
de moeder) het kind erkennen om officieel de echtgenoten/partners zijn automatisch de
vader te worden. Pas daarna kan samen het juridische ouders. Ook hebben de ouders
ouderlijk gezag worden aangevraagd bij de beiden automatisch het ouderlijk gezag.
rechtbank.
Bij overlijden ontvangt de langstlevende Bij overlijden ontvangt de langstlevende
partner alleen nabestaandenpensioen als dit echtgenoot/geregistreerd partner
is aangemeld bij het pensioenfonds; nabestaandenpensioen. Bij scheiding wordt
daarvoor is vaak een het opgebouwde ouderdomspensioen
samenlevingsovereenkomst verplicht. gedeeld, tenzij daar andere afspraken over
pensioen Opgebouwd ouderdomspensioen wordt bij uit zijn gemaakt in de
elkaar gaan in principe niet gedeeld, tenzij huwelijksvoorwaarden/partnerschaps-
daar afspraken in de voorwaarden of bij de scheiding.
samenlevingsovereenkomst over zijn
gemaakt.
De financiële afwikkeling bij uit elkaar gaan De financiële afwikkeling bij scheiding hangt af
hangt af van de afspraken in de van de huwelijksvoorwaarden/partnerschaps-
samenlevingsovereenkomst. In principe krijgt voorwaarden (als die er zijn). Als die er niet zijn,
iedere partner zijn of haar eigen bezittingen dan moeten alle bezittingen en schulden die
uit elkaar en moeten gezamenlijke bezittingen verdeeld tijdens het huwelijk/partnerschap zijn
gaan/ worden. In de samenlevingsovereenkomst verkregen voor de helft verdeeld worden. De
scheiding kunnen formaliteiten staan over het einde scheiding moet via de rechter. Alleen een
van de relatie, maar er is geen scheiding via partnerschap zonder kinderen kan worden
de rechter. beëindigd zonder rechterlijke tussenkomst.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lawandeco. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.63. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
56326 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now