100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting HC FCV - 9.8 gehaald $8.70   Add to cart

Class notes

Volledige samenvatting HC FCV - 9.8 gehaald

 195 views  32 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting alle hoorcolleges van het FCV 2021.

Preview 4 out of 80  pages

  • May 23, 2021
  • 80
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Ros
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege FCV – week 1: Wat is onderzoek?
Doel van het vak
- Kennis maken met de onderzoekskant van het universitaire leven.
- Tijdens het vak ben je zelf bezig met het onderzoek, dus het is goed om mee te krijgen hoe je
zelf onderzoek doet.
- Hoe verhoudt de fiscaliteit zich tot andere wetenschapsdisciplines? Belastingen worden
namelijk niet op zichzelf belast, maar ook in de context van de wetenschap.
- Leren opbouwende kritiek ontvangen en geven (aan de hand van peer reviews).
- Het beroepenveld verwacht meer van je dan alleen fiscaal-technische kennis

Voorbeeld van een tentamenvraag:




Fiscale wetenschapsquiz (deel 1)
Vraag 1: Wat is het verschil tussen een
school en een universiteit?
Het belangrijkste verschil is dat op een
universiteit onderzoek wordt gedaan. Wat we nu wel zien, is dat je merkt dat hbo steeds meer
onderzoek verricht. Maar daar is de gedachte dat het puur praktijkgericht onderzoek moet zijn. Terwijl
op de universiteit vooral puur wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan. Bovendien is iets als
promoveren niet iets wat je op het hbo ziet terugkomen. Dat is voorbehouden aan de universiteit.

Vraag 2: Wat is bepalend voor een carrière op een universiteit?
a) Onderwijsprestaties
b) Onderzoeksprestaties
c) Beide

Het juiste antwoord is C. Onderwijsprestaties en onderzoeksprestaties zijn beide belangrijk voor een
carrière op de universiteit volgens de meesten. De rechtssociologen denken daar anders over. Als je
kijkt naar de praktijk, is het zo dat de onderzoeksprestaties zwaarder wegen. Er wordt later eigenlijk
vooral gekeken je verrichte onderzoeken (zoals middels een lijst van publicaties). Daarnaast wordt op
de universiteit eigenlijk ervan uitgegaan dat iedereen goed onderwijs kan geven.

Vraag 3: Wat is de pedel?
De pedel is vergelijkbaar met de ceremoniemeester. Bij alle academische plechtigheden, zoals oraties,
promoties, afscheidsredes etc, is de pedel aanwezig als gezagsdrager van de universiteit. Zij/hij draagt
de groene stola (kleur van de EUR). Een pedel is iemand die de taak heeft om de administratieve
promotieprocedure namens de rector magnificus van de universiteit uit te voeren en te begeleiden.
Deze persoon draagt een staf. Het organiseert en bereid academische plechtigheden voor. Er bestaan
ook veel plaatsvervangende pedels, omdat er veel promoties en oraties zijn.

,Vraag 4: Wat is het cortège?
Het cortège is de groep (een stoet) van hoogleraren die achter de pedel aanlopen, als bijdrage van de
feestvreugde.

Vraag 5: Wat is een oratie?
Een ander woord voor een oratie is een inaugurele rede of een openbare les. Het is een college
waarmee een nieuwe hoogleraar dat ambt van hoogleraar aanvaardt. Hiermee word je begroet in de
academische gemeenschap.

Vraag 6: Wat betekenen de verschillende kleuren en waarom verschillen de toga’s?
De verschillende kleuren op de toga’s staan voor de verschillende faculteiten. De verschillende toga’s
staan voor de verschillende universiteiten. Iedere universiteit heeft zijn eigen toga. EUR heeft toga’s
met verschillende kleuren stola’s. Rood staat voor ESL, kanariegeel staat voor ESE, blauw staat voor
ESHC, donkerblauw is RSM. Als je hoogleraar van twee verschillende faculteiten bent, dan draag je een
stola met twee kleuren.

Vraag 7: Waarom draagt prof. van der Burg een andere toga? (Van der Burg is namelijk hoogleraar van
EUR, maar draagt een toga van Tilburg Universiteit).
Prof. van der Burg is op Tilburg Universiteit benoemd tot hoogleraar. Je kijkt dus naar de eerste
benoeming als hoogleraar. Die draag je met je mee waar je ook heen gaat.

Vraag 8: Waarom draagt prof. Kroeze een ketting?
Dat is zo als je voorzitter bent van de universiteit, een rector. Een rector is de hoogste onderzoeker
van de universiteit. Een rector draagt een ketting. Er zijn ook veel plaatsvervangende rectors, omdat
er heel veel oraties en promoties zijn. Meestal fungeert de decaan als plaatsvervangende rector, maar
het kunnen ook andere hoogleraren zijn. De plaatsvervangende rectors dragen ook de ketting.

Vraag 9: Wat is de Dies Natalis?
Dat is de verjaardag van de Erasmus Universiteit. De verjaardag valt op 8 november en wordt ieder
jaar gevierd.

Vraag 10: Wat is een ere-doctor?
Dat is een doctoraat dat wordt verleend aan personen die een uitzonderlijke prestatie hebben geleverd
in wetenschap, zonder dat daarvoor verslag is gelegd in een proefschrift. Ook komt het voor dat
iemand een eredoctoraat krijgt voor niet-academische prestaties, bijvoorbeeld op maatschappelijk
gebied of in de politiek (koningshuis in Leiden). Dat laatste doet Rotterdam niet. Overigens kunnen ook
degenen die langs reguliere weg hun doctorsgraad hebben verkregen door het schrijven van een
proefschrift, een eredoctoraat van een andere universiteit ontvangen bij wijze van bijzonder eerbewijs
voor academische prestaties. Vaak wordt dit eredoctoraat uitgereikt bij feestelijke gelegenheden, in
Rotterdam bij de Dies, waarbij ieder jaar een andere faculteit een eredoctor mag lauweren.

,Soorten onderzoek
- Juridisch onderzoek
• Bij een juridisch onderzoek heb je een hele concrete rechtsvraag (positiefrechtelijke
vragen).
• Het antwoord op de concrete rechtsvraag vind je terug in rechtsbronnen.
• Daarbij gebruik je de juridische interpretatiemethoden (dat komt in het college over
rechtsfilosofie nog terug).

- Rechtswetenschappelijk onderzoek
• Bij een rechtswetenschappelijk onderzoek gaat het om een open vraag. Het antwoord is
ook nog open, dat wil zeggen dat niemand ineens antwoord zou kunnen geven op de vraag.
• Het antwoord is niet alleen in de rechtsbronnen te vinden. Het kan zijn dat internationale
bronnen en buitenpositiefrechtelijke bronnen worden gebruikt zoals rechtsfilosofie.
• Je maakt niet enkel gebruik van juridische interpretatiemethode als onderzoeksmethode,
maar verschillende wetenschappelijke methoden.

Focus op de onderzoeksvraag en deelvragen
Rechtswetenschappers dienen vanuit onderzoeksvragen te denken. In tegenstelling tot juristen:
juristen denken vaak beschrijvend waarbij het geldende recht wordt uiteengezet wordt in het kader
van een (deel)vakgebied.

Rechtswetenschap heeft eigen kenmerken
Er wordt weleens gezegd dat wij geen wetenschap zijn, maar geleerden. Het is een wetenschap met
eigen kenmerken:
- Hermeneutisch (interpreterend): de kern van ons werk is teksten uitleggen en het
uitgangspunt van de teksten vaststellen. Dit wil dus zeggen dat je interpreterend te werk gaat.
- Normatief: de wet schrijft voor. De wet kan normen stellen.
- Empirisch: Je moet weten hoe het recht in de praktijk werkt. Het recht reguleert de
samenleving, het heeft dus praktische gevolgen.
- Argumentatief: Je moet de belastingplichtige kunnen overtuigen dat een bepaalde aftrekpost
bijvoorbeeld wel of niet moet worden toegepast en dat een bepaalde constructie wel of niet
kan. Je moet dan met goede argumenten komen om de belastingplichtige, belastinginspecteur
en de belastingrechter te overtuigen.
- Interdisciplinair: Je moet ook kijken naar andere disciplines, bijvoorbeeld naar economie of
sociologie. Je moet dus kijken hoe de andere disciplines bruikbaar zijn in het recht, zonder dat
het noodzakelijk is om als jurist een hele studie sociologie of economie erbij te doen. Het recht
is dus een relatief autonome, interdisciplinaire wetenschap, primair met een hermeneutisch
en argumentatief karakter.
Recht is dus een relatief autonome, interdisciplinaire wetenschap, primair met een hermeneutisch en
argumentatief karakter.

Fiscaliteit en andere wetenschappen
- Om het fiscale heden te kunnen begrijpen is het noodzakelijk om ook het fiscale verleden te
kennen. Je kan je namelijk afvragen waarom van sommige huizen sommige ramen zijn
dichtgespijkerd. Dat is zo, omdat vroeger werd aangenomen dat je rijk was als je veel ramen
had. Het bedrag aan belasting dat je moet betalen werd dus bepaald door het aantal ramen
dat je had.
- Hier heb je dus de discipline van de geschiedenis nodig, maar ook de discipline van de
gedragswetenschappen. Als mensen zien dat je belasting gaat heffen naar het aantal ramen,

, dan gaan ze dus de ramen dichtspijkeren. Stel dat er een vliegbelasting wordt ingevoerd. Gaan
er dan minder mensen vliegen? Dan moet je ook iets weten over de elasticiteit. Dit is dus weer
een combinatie tussen gedragswetenschappen en economie. Vroeger hadden we in Nederland
een vliegbelasting. Waarom was dat afgeschaft? Dan moet je ook weer kijken naar
geschiedenis. Je moet bij fiscaliteit dus kennis hebben van vele andere gebieden. Je zult dus
als maker van belastingwetten moeten nadenken over gedragsreacties.

Vraag: Wie heeft dit gezegd toen hij een GAAR bepleitte?
‘’Een wetsbepaling die van een bepaalde casuspositie uitgaat zal slechts tijdelijk uitkomst geven, omdat
belanghebbenden of hun adviseurs spoedig afwijkende vormen zullen weten te vinden, waartegenover
de administratie dan wederom machteloos staat. Nieuwe wetsbepalingen zullen nieuwe kunstgrepen
uitlokken; het is, in één woord te vrezen, dat een strijd zal worden aangevangen, waarbij de Staat
telkens een tijdlang de verliezende partij is’’.

A) Pierre Moscovici
B) Henk Colijn
C) Donald Trump
D) Menno Snel

Het juiste antwoord is Henk Colijn. Henk Colijn was minister van Financiën in de jaren ’20 en in de
jaren ’30 was hij premier. Hij heeft dit in 1923 gezegd. Bijna 100 jaar geleden zei hij iets wat een
Staatssecretaris van Financiën nu ook in deze tijd zou zeggen of iemand van de OECD. Je ziet dus dat
mensen zich in hun eigen tijd heel uniek vinden, terwijl belastingontwijking niet een probleem is van
deze tijd. Vroeger waren zij er ook mee bezig. Daarom is geschiedenis heel belangrijk om de
tegenwoordige tijd te kunnen gebruiken en om te kunnen zien dat onze tijd op bepaalde punten toch
niet zo uniek is als we denken.

Creativiteit en discipline
We gaan stapsgewijs door de opzet van een onderzoek heen. Een belangrijk thema daarbij is de
spanning tussen creativiteit en discipline. Studenten verwachten vaak een eenvoudig stappenplan van
de begeleider en hoopt op basis daarvan een goed cijfer te behalen door dat stappenplan af te gaan.
Bij onderzoek is dat niet zo, want een onderzoek is immers een open proces. Je zult dus zo nu en dan
moeten denken voorbij die bronnen. Je moet in dat geval ervoor zorgen dat je outside the box kunt
denken.

Opzet onderzoek
1. Van onderwerp/thema naar probleemstelling
- Je koppelt een vraagstelling aan een theoretisch kader. Je verkent bepaalde leerstukken die
het op een bepaalde manier uitleggen en je kijkt naar de knelpunten daarin. Vervolgens kom
je vanuit daar tot een eigen invalshoek. Specificeer vage termen of laat ze weg (denk aan
termen zoals ‘wenselijkheid’).

2. Van probleemstelling naar deelvragen
- Je moet kijken wat je wilt weten om een zo volledig mogelijk antwoord op je probleemstelling
te krijgen. Vervolgens kijk je of deze deelvragen bij je hoofdvraag zouden kunnen
beantwoorden. Kijk dan wat de relatie tussen de deelvragen en de hoofdvraag is. Wat is een
argument voor of tegen wat?
• Er mogen alleen neutrale wetenschappelijke formuleringen/stellingen in de
onderzoeksvraag staan, dus een term zoals ‘rijkenbelasting’ kan niet.
• Wat is de definitie van de termen die je gebruikt?
• Wees alert op het feit dat er geen waardeoordeel in je vragen zit!

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lawandeco. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.70  32x  sold
  • (0)
  Add to cart