• Toonaudiometrie zegt ons iets over de auditieve DETECTIE-vaardigheden van een persoon
• Toonaudiometrie geeft ons informatie over hoe goed een persoon in staat is om zuivere
tonen te detecteren
• Auditieve detectie = elke vorm van reactie op aan- of afwezigheid van geluid
• Auditieve discriminatie = waarnemen of geluiden hetzelfde of verschillend zijn
• Auditieve identificatie = een geluid kunnen herkennen, de identiteit van iets of iemand
kunnen vaststellen aan de hand van zijn voortgebrachte geluid (onder andere benoemen van
dagelijkse geluiden, louter nazeggen van woorden of zinnen)
• Auditieve interpretatie = de betekenis van een geluid begrijpen, een passende handeling
uitvoeren of een correct antwoord geven bij een geluid of een verbale opdracht. Bij auditieve
interpretatie van spraak spreken we over auditief spraakverstaan.
Spraakbanaan
In rustige omgeving is geluidsniveau:
- 20 à 30 dB HL: fluisteren
- 40 à 60 dB HL: normale spraak
1.Spraak als stimulus
, • Spraaksignalen worden aangeboden als stimuli
• Elke klinker/medeklinker waaruit spraak is opgebouwd, heeft een bepaalde frequentie en
intensiteit
• Spraakzone of spraakbanaan = het gebied op het audiogram dat het geluid van die klinkers
en medeklinkers weergeeft
• Bij gehoorverlies vallen de hoge frequenties en dus de medeklinkers in de meeste gevallen
als eerste weg, met spraakverstaanklachten als gevolg
• Stimuli bij spraakaudiometrie variëren van nonsenswoorden tot zinnen en kunnen ze
aangeboden worden in een geluidsarme of lawaaierige omgeving
• Linguïstische kenmerken van het spraaksignaal bepalen de moeilijkheidsgraad van de
spraakdiscriminatie en het spraakverstaan. Aantal factoren…hieronder
1.1 Redundantie
=‘mogelijkheid tot zelfaanvulling’
• ‘redendante’ deel van een boodschap is dat deel dat weggelaten kan worden zonder dat er
informatie verloren gaat
• aanwezigheid van overvloedige taalcomponenten
• geeft aan in hoeverre het spraakmateriaal nog kan worden verstaan wanneer akoestische
informatie gedeeltelijk wegvalt (Hammer et al 2013)
• afhankelijk van soort spraakmateriaal
, • Nonsenswoorden = fonologische regels van de taal
• OPDRACHT: open set of gesloten
• Open set = verbaal herhalen van de woorden
• Gesloten set = antwoordmogelijkheden worden gegeven
1.2 Vocabularium
• Woordbekendheid speelt ook een belangrijke rol
• Woorden waarmee patiënt vertrouwd is worden beter en sneller begrepen
• Afname in moedertaal
2. Praktische afname
2.1 spraakmateriaal
• Keuze van het spraakmateriaal is afhankelijk van het doel van de test en de mogelijkheden
van de persoon
• Linguïstische kenmerken spelen hierin ook een belangrijke rol
• Materiaal moet weerspiegeling zijn van de gangbare (Nederlandse) taal
• Lijsten moeten onderling gelijkwaardig zijn qua moeilijkheidsgraad
• Fonetische gebalanceerd lijsten
• De in het Nederlands gebruikte fonemen moeten per woordlijst bij voorkeur even vaak
voorkomen. (bv /e/ >> /z))
In de volgorde waarmee ze normaal voorkomen (bv /sp/ >>/ps/)
Verschillende spraakstimuli is mogelijk, elk met z’n eigen voor-en nadelen:
• Zinnen
− LIST (Leuven Intellegibility Sentence Test)
− Geeft beste weer wat iemand in het dagdagelijkse leven nog met zijn gehoor doet
− Om de communicatieve mogelijkheden van een persoon in het dagdagelijkse leven
zo goed mogelijk in kaart te brengen
• Woorden
− Brugse lijsten, BLU lijsten en NVA lijsten
− woordenlijsten zijn minder representatief voor de dagelijkse communicatie dan
zinnen
− Analystische tests die in detail bekijken welke klanken of fonemen wel of niet meer
duidelijk gediscrimineerd of geïdentificeerd worden (spraakdiscriminatie)
− Belangrijke info voor fijnregeling hoortoestellen
• Cijfers
− LINT (Leuvens Intellegibility Number Test)
− Getallen tussen 0 en 100 herhalen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ldv123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.