Samenvatting Internationaal Privaatrecht
Week 1 – Inleiding
De drie hoofdonderdelen van het internationale privaatrecht
Het internationaal bevoegdheidsrecht: de bevoegdheid van de nationale rechter in een
internationaal geschil. Dit betreft regels omtrent de vraag welke internationale zaken een
nationale rechter mag berechten
Het conflictenrecht: de vraag naar het op de internationale verhoudingen toe te passen recht.
Dit deelgebied geeft aan door welke rechtsregels rechtsverhoudingen met een internationaal
karakter beheerst zullen worden.
Het recht inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse vonnissen: betreft regels
omtrent de rechtskracht van een buitenlandse beslissing maar bevat tevens regels over het
tenuitvoerleggen van veroordelende vonnissen.
Het internationale bevoegdheidsrecht en het recht inzake erkenning en tenuitvoerlegging worden
gezien als het formele IPR. Het conflictenrecht wordt daarentegen gezien als het materiele IPR. Over
alle deelgebieden van het internationaal privaatrecht is er grote bronnenverscheidenheid. Deze
bronnenverscheidenheid roept vragen op over de onderlinge afbakening en rechtsvinding. Gezien de
enorme bronverscheidenheid komt het wel eens voor dat er twee bronnen op een internationale
rechtsverhouding van toepassing zijn. Wanneer dit het geval is, moet gekeken naar de samenloop
bepalingen in de betreffende instrumenten.
Expliciet voor verdragen geldt dat de rechter deze verdrags- autonoom dient toe te passen. De rechter
laat dan een begrip uit het eigen recht los.
In de Nederlandse wetgeving is het IPR geregeld in boek 10 BW. Voor wat betreft verdragsbepalingen
regel art. 93&94 van de Grondwet dat zij prevaleren boven het nationale recht. Zij komen eerder voor
toepassing in aanmerking.
Toepassingsgebieden
Voor het beantwoorden van een IPR vraag komen we al snel aan bij een Europese of internationale
bron. Om er zeker te zijn van de toepassing van die bron moeten alle toepassingsgebieden worden
nagelopen. Deze toepassingsgebieden kunnen in de bronnen worden teruggevonden.
Het materiele toepassingsgebied: Wat voor vraag wordt er door partijen gesteld? Het
materiele toepassingsgebied wordt meestal in een van de eerste artikelen van een instrument
genoemd.
Het formele toepassingsgebied: Betreft het geografische bereik van de bron. Denk daarbij dan
bijvoorbeeld aan alle landen van de EU. Er zal dan veelal worden gekeken of een van de
partijen zijn gewone woonplaats heeft in een van de lidstaten of een van de verdragsluitende
partijen.
Het temporele toepassingsgebied: hierbij wordt gekeken naar de datum waarop het instrument
in werking is getreden. Of sinds wanneer Nederland bij een bepaald verdrag betrokken is.
De hoofdlijnen van de geschiedenis van het internationaal privaatrecht
Voor het formele ipr is in de geschiedenis niet heel erg veel aandacht geweest. Wanneer we het
hebben over de geschiedenis van het ipr zal dit ook hoofdzakelijk betrekking hebben op het
conflictenrecht. Deze geschiedenis loopt langs de twee kernvragen van het IPR:
Grondslag van het conflicten recht: Wat is de rechtsgrond die ertoe dwingt dat onder
omstandigheden rekening gehouden dient te worden met vreemde rechtsvoorzieningen
, Methode van het conflictenrecht: Onder welke voorwaarden en in welke vorm heeft het eigen
recht te wijken voor vreemd recht
Italiaanse statutenleer
Bartolus de Saxoferrato (1314 – 1357)
Vatte het conflictenrechtelijke probleem in twee kernvragen samen
1. Kan eigen wetgeving gelding hebben ten aanzien van de in de eigen staat verblijvende
vreemdelingen?
2. Kan eigen wetgeving buiten het territoir van de eigen staat gelding hebben?
Hier werd aan de eigen geformuleerde conflictregels (statuten) tevens universele werking toegekend.
Het recht dat het eigen recht niet van toepassing verklaarde, verklaarde dan het buitenlandse recht van
toepassing.
Franse statutenleer
Charles Dumoulin (1500-1566): vatte de tot dan toe bestaande ontwikkelingen van het ipr samen en
bouwde voort op de noord italiaanse statutenleer.
Bertrand d’Argentere (1519-1590): maakte het voor de statutenleer zo kenmerkende onderscheid
tussen de
Statuta personalia: voorschriften van het personenrecht die werden beheerst door het
woonplaatsbeginsel
Statuta relia: alle voorschriften die betrekking hebben op onroerende goederen en die
betrekking hebben op het territorialiteitsbeginsel
Statuta mixta: restcategorie die is onderworpen aan het territorialiteitsbeginsel
Hollandse statutenleer
De hollandse vertegenwoordigers van het IPR waren Christiaan Rodenburg, Paulus Vloet en Johannes
Vloet. Zij sloten zich grotendeels aan bij de leer van d’Argentré. Het enige wat de Nederlanders
hieraan toevoegden was het comitasbegrip. Dit hield in dat zij geloofden dat het buitenlandse recht
niet erkend werd uit een verplichting daartoe, maar uit welwillendheid van staten om elkaars recht
over en weer te dulden binnen de eigen landsgrenzen.
Von Savigny
Het kijken naar de verschillende statuten bood in de 19 e eeuw geen oplossing meer. De kernvraag van
het conflictenrecht werd omgedraaid, er werd niet meer gekeken naar de rechtsregel maar naar de
rechtsvinding.(Methode) De onderverdelingen (statuta personalia etc.) verloren hier hun betekenis. Er
word niet meer gekeken naar het ruimtelijk toepassingsgebied van de rechtsregel maar het
uitgangspunt word neergelegd bij de internationale rechtsverhouding. Welk aspect aan de
rechtsverhouding verwijst in het normale geval naar het rechtsstelsel dat het nauwst bij die
rechtsverhouding betrokken geacht kan worden.
Het conflictenrecht werd onder dit recht verwijzingsrecht (ook wel ‘regelblind’ genoemd). Het
verwees het internationaal privaatrecht naar een nationaal rechtstelsel waar het conflict berecht diende
te worden. (Grondslag) Het comitas begrip werd hier verworpen. Er moest gekeken worden naar de
“gemeinschaft der miteinander verkehrende nationen.”
De regels van het huidige IPR dragen nog steeds de stempel van Von Savigny.
, Romaanse school
Macini streed hier voor het standpunt dat het IPR deel uit diende te maken van het internationaal recht.
Hier zou dan het nationaliteitsbeginsel centraal staan.
Moderne Stromingen
Om te beginnen verdient het aandacht dat de moderne verwijzingsregels nog steeds gestoeld zijn op de
regelblinde verwijzingsregel van Von Savigny
Neostatutische stroming (Brainerd Curie): aan de hand van de inhoud en strekking van de
rechtsregel moeten het ruimtelijke toepassingsgebied en het statelijk belang bij toepassing van
deze rechtsregel worden opgespeurd. Heeft geleid tot
o Voorrangsregels
o Meer aandacht voor rechtspolitieke aspecten
Lex fori stroming (Albert Ehrenzweig): de rechter dient in het grootste gedeelte van de
gevallen zijn eigen recht toe te passen en kan alleen vreemdelingenrecht toepassing wanneer
hier een bijzondere reden voor is.
Leer van het gunstige recht: er moet toepassing gegeven worden aan het betere of gunstigere
rechtstelsel
Ontwikkeling in het formele IPR
Aanvankelijk werd er alleen gekeken naar de woonplaats van de gedaagde. Op grond van het
territorialiteitsbeginsel was het niet mogelijk om aan buitenlandse beslissingen ook rechtskracht toe te
bedelen.
De omwenteling van Von Savigny is het formele IPR eigenlijk voorbijgegaan.
In de loop van de twintigste eeuw heeft het formele IPR zich aan de soevereiniteitsleer weten te
ontworstelen. Hier trad de plicht van staten om een bijdrage te leveren aan de internationale
rechtsbedeling in de plaats van het recht van staten om de internationale bevoegdheid van hun rechters
exclusief in dienst te stellen van de belangen van de eigen onderdanen en ingezetenen.
In de loop van de twintigste eeuw werd de opvatting algemeen dat een vreemd vonnis kan worden
erkend, mits aan een aantal minimumvereisten is voldaan.
De rechter die het vonnis heeft gewezen zich op een internationaal aanvaarde grond
internationaal bevoegd heeft geoordeeld
Dat aan het vonnis een behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan.
Internationaal bevoegdheidsrecht
Voorbeelden van fora die in het internationaal privaatrecht bevoegdheid krijgen toebedeeld. Forum
delicti is de rechter van de plaats waar de OD heeft plaatsgevonden. De forum rei sitae, de rechter van
de plaats waar het goed zich bevind. Dan heb je ook nog de forumkeuze, dus de rechter die door
partijen wordt gekozen
Het bevat regels die bepalen onder welke voorwaarden de nationale rechter bevoegd is om een
internationale zaak te berechten en wanneer niet.
Absolute bevoegdheid: Rb Hof Hr
Relatieve bevoegdheid: In welke plaats
De bevoegdheidsregels in het nationale IPR zijn er met name op gericht om een nationale rechter
bevoegdheid te geven. Zij kennen geen bevoegdheid toe aan een buitenlandse rechter.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kmeijs99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.52. You're not tied to anything after your purchase.