100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen Regionale Perspectieven (LGX039P05..2B) $6.71   Add to cart

Class notes

College aantekeningen Regionale Perspectieven (LGX039P05..2B)

 36 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

Uitgebreide, naar het Nederlands vertaalde, aantekeningen van het vak Regionale Perspectieven. College gemist? Je hoeft niks terug te kijken met dit uitgebreide document. Bevat alle behandelde onderwerpen + voorbeelden.

Preview 3 out of 30  pages

  • May 24, 2021
  • 30
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Clemens six
  • All classes
avatar-seller
Regionale perspectieven


HOORCOLLEGE 1
De regio is een concept. Een concept is een ‘aspect of thought’ (PowerPoint). Gerelateerd
aan wat wij denken en hoe wij denken, hoe wij ons denken organiseren. Concept is
gegeneraliseerd vanuit specifieke zaken. Concepten zijn de bouwstenen van ons denken.
Deze bouwstenen bepalen wat wij denken, hoe wij over bepaalde dingen denken en wat
wij überhaupt belangrijk vinden om over te denken (dus waar we over na denken en wat
we weg halen; instrument van selectie). Ze helpen ons om iets mentaal te presenteren en
om dit te snappen. Concepten zijn daarom heel belangrijk en cruciaal in academisch
werk. Tot welke gedachten leiden concepten, en welke gedachten laten we weg door
deze concepten? Het concept van vandaag: de regio. Concepten gaan weg van het
specifieke, en gaan meer naar het algemene (dus concepten generaliseren specifieke
dingen).

Wat is een regio?

De literatuur over dit onderwerp laat zien dat er geen consensus is tussen geleerden over
wat een regio is. John Tomaney (artikel week 1) schreef erover: Regions are “historically
contingent social constructions” (140). Dit is meer een karakterisering van het
concept van regio dan een definitie. Het concept van de regio is dus historisch, is
geëvolueerd in de geschiedenis, dus is ook veranderd door de tijd heen. De definitie van
een regio is niet constant, maar evolueert. De regio is relatief, afhankelijk van de
historische context  verschillende interpretaties van de regio door de tijd heen. Ook is
het een sociale constructie (het concept regio): de definitie van de regio is altijd het
resultaat van ‘interhuman’ communicatie, van sociale uitwisselingen tussen mensen. De
definitie van de regio is een product van sociale interactie. Tomaney noemt 5 soorten
definities van regio’s: cartografisch, economisch, ecologisch, cultureel en politiek.

Hoe belangrijk is ‘ruimte’ voor de definitie van regio? Pas als je de relaties tussen
concepten snapt, dan snap je het concept zelf. Regio is nauw verbonden aan ‘ruimte’.
Relatie geschiedenis-ruimte was altijd problematisch, pas sinds paar decennia gaat het
beter. Relatie geschiedenis-ruimte/plaats: geografie en geschiedenis hangen van elkaar
af, zijn afhankelijk van elkaar. Speciale relatie tussen geografisch onderzoek en
geschiedenis; geografen richten zich op ruimte, historici op tijd  moeten samenwerken,
kunnen niet zonder elkaar. Historische processen vinden altijd érgens plaats  ruimte
belangrijk voor geschiedenis.

Historici hebben door dit inzicht een ‘spatial turn’ gemaakt, een nieuwe tendens
(laatste 20, 30 jaar) waarbij historici meer aandacht geven aan ruimte in hun
geschiedschrijving/onderzoek. Waarom vond dit toen plaats? Globalisering (hoe klein
wordt de ruimte door globalisering en wat betekend dat voor ons begrip van de
geschiedenis). De Spatial Turn probeert twee tendensen weg te nemen:

1. Ruimte is niet alleen een ‘container’ voor historische veranderingen, maar veel
belangrijker. Eerst zagen we geografie als een soort doos waarin historische
processen afspeelden. Het was het podium waarin historische processen
gebeurde. Spatial turn: ruimte is belangrijker dan als container. Ruimte verandert
zelf in de loop van de tijd  onze understanding van ruimte veranderd.
2. Ruimte is niet een absoluut concept, maar iets relatief. De notie van ruimte wordt
gemaakt door menselijke interactie; is veranderlijk dus. De notie van ruimte is zelf
een historisch product.

Spatial turn  historici vragen zich af hoe ze ‘ruimte’ beter kunnen toepassen in hun
werk.

, Regionale perspectieven


Henri Lefebvre heeft ons idee van ‘ruimte’ heel erg veranderd. Hij deed de suggestie van
een constructivistisch understanding van ruimte. Hij was een Franse filosoof en socioloog,
beïnvloed door Marx. Hij creëerde een understanding van ruimte die veel invloed heeft
gehad. Belangrijk werk: La Production de l’Espace (1974). Hierin doet hij de suggestie dat
ruimte een sociale ruimte is. Ruimte is een product van intermenselijk contact/interactie.
Ruimte is niet absoluut maar iets wat mensen zelf construeren  daarom is de notie van
ruimte heel historisch. Elke maatschappij creëert een eigen notie van ruimte.
Bijvoorbeeld: In Nederland is de Randstad het centrum van NL, maar buitenlanders
zouden bij het woord Randstad juist denken aan een periferie. Hoe wordt ruimte
geconstrueerd volgens Lefebvre: 4 dingen worden gebruikt door mensen om ‘ruimte’ te
construeren: technologie (voor communicatie en reizen), ‘modes of thinking’ (bv.
ideologie), ‘imagination’ en sociale en praktische praktijken.

Je kan de constructivistische aanpak van ‘ruimte’ ook gebruiken voor de ‘regio’. Volgens
Arman Frémont is de regio een ‘geleefde ruimte’  het ontstaat door menselijke
perceptie en actie  menselijke (inter-)acties produceren de noties van regio, stad, natie
etc. De regio is een construct, resultaat van menselijke interactie, communicatie en
perceptie, maar het wordt ook gereflecteerd in administratieve, ecologische,
economische en psychologische (mensen voelen zich aangetrokken tot een regio, of juist
niet) structuren. Friezen construeren hun regio heel psychologisch en emotioneel, hun
hart ligt in Friesland. Regio’s zijn een product van menselijke reflecties: een regio wordt
besproken, bekritiseerd, het is een onderwerp van discussie/reflectie.

De regio als een zee of een oceaan

De Middellandse Zee: typisch voorbeeld van regionale historiografie. David Abulafia: de
Middellandse Zee is én een plaats én een concept. Maar hoe definieer je de regio van de
Middellandse Zee? Gebruik je de staten rond de Middellandse Zee? Abulafia: nee want die
grenzen ook aan andere landen/staten die niet aan de Middellandse Zee grenzen, dus
waar trek je dan de grens? Gebruik je het klimaat? Abulafia: hoe weet je waar dit klimaat
eindigt? Niet gebruiken dus. Gebruik je het voedsel (bv. gebruik van veel olijfolie)? Nee
want andere mensen eten ook veel olijfolie. Gebruik je dan een ruimtelijke straal (bv. 25
km van de zee)? Nee want hoe bepaal je die straal?

Abulafia: we moeten ons niet concentreren op het gebied om de zee, maar je moet je
concentreren op de zee zelf! De Middellandse Zee is een kruispunt van verschillende
handelsroutes, verbind allerlei maatschappijen aan elkaar over de hele wereld. Handel,
communicatie, interactie  komt allemaal door de zee. Volgens Abulafia komen 3
culturele sferen samen: Afrika, Europa, Midden-Oosten  hierdoor wordt de Middellandse
Zee zelf een regio belangrijk om te bestuderen. Abulafia had ook voorgangers in het
onderzoek naar de Middellandse Zee, zoals Fernand Braudel. Hij is een founding father
van de 20e eeuw Middellandse Zee-studies. Hij stelt een drievoudige structuur van
historisch onderzoek voor. Hij analyseert deze 3 structuren ook in hun interactie
onderling, in hun impact op elkaar.

1. Structuur: bijna tijdloze geschiedenis van de omgeving/het milieu (natuur). Dus
het milieu van de Middellandse Zee.
2. Conjunctuur: economische systemen, staten, maatschappijen, beschavingen.
3. Evenement: traditionele geschiedenis van gebeurtenissen, de ‘acties van
individuele mensen’. Hoe individuen de geschiedenis hebben gemaakt.

Zijn definitie van de Middellandse Zee: het gaat om de zee zelf en hoe die volkeren en
mensen verbindt aan elkaar, het gaat om de bewegingen van mensen, de relaties die
ontstaan en de routes die ze volgen. Dit begrip van de Middellandse Zee wordt nog

, Regionale perspectieven


steeds gebruikt door onderzoekers. Bijvoorbeeld: The Corrupting Sea (boek). Zij focussen
zich op de diversiteit van de Middellandse Zee (taal, landschap, mensen). Ook zij
focussen zich op de connectiviteit van de zee, hoe de zee mensen aan elkaar verbindt.
Om het te definiëren moeten we het zien als een systeem die mensen samenbrengt maar
ook uit elkaar houdt (door de geografie). Horden en Purcell (van het boek) definiëren de
Middellandse Zee als volgt: hele losse definitie; er zijn patronen te definiëren, maar
binnen deze brede definities verandert er veel in de loop van de tijd. Als je het te strak
definieert werkt het niet meer door al deze veranderingen.

Abulafia heeft 5 Middellandse Zeeën gedefinieerd (verschillen van elkaar door de tijd,
maar ze hebben wel iets gemeen: de Middellandse Zee). Slide. Voor zijn definities zijn de
lange-termijn perspectieven belangrijk; wat definieert een regio in de loop van de tijd,
ondanks alle nieuwe ontwikkelingen. Oftewel: wat maakt al deze 5 middellandse zeeën
de middellandse zee? Belangrijke karakteristiek: een dialoog tussen integratie en
fragmentatie. De dynamiek van een regio is altijd gekarakteriseerd door integratie en
desintegratie. Er bestaat geen gedeelde cultuur in het Middellandse Zeegebied, er is
geen algemene politieke structuur. Het is het contact tussen mensen op de Middellandse
Zee die het gebied definieert. Het is de interactie, de communicatie, maar ook de
desintegratie en de obstakels die de regio definiëren.

Er zijn ook andere onderzoeken buiten Europa, zoals de Indische Oceaan. Hier gaat het
ook om het mixen van mensen etc. (de interactie) die het definieert. Weer een dialectiek
tussen integratie en cohesie & desintegratie en fragmentatie.

Hoe definieer je een regio in socio-politieke termen?

James C. Scott heeft onderzoek gedaan naar Zuidoost-AziË (2009); hij concentreert zich
op 1 regio (Zomia). Wat definieert Zomia? Binnenland boven een hoogte van 300 (500?)
meter, dus geen kustgebieden. Grootte vergelijkbaar met continentaal Europa. Bevolkt
door minderheidsvolkeren, zo’n 100 miljoen. Scott noemt deze volkeren ‘hill people’.
Cultureel specifiek voor hun: ze leven op de ontmoetingsroutes/ontmoetingsplekken van
3 verschillende regionale centra: zuid-Azië, oost-Azië en Zuidoost-Azië. De mensen die
hier leven hebben een bepaalde sociale en politieke geschiedenis, die ze definieert als
een coherente regio, ondanks hun interne verschillen. Door de eeuwen heen hebben deze
mensen te maken gehad met sociale en politieke onderdrukking. Ze hebben gevochten
tegen kolonialisme, gevochten tegen de natiestaten die ontstonden in de 20 e eeuw. De
geschiedenis van de volkeren strekt zich uit over 2000 jaren en definieert zich als het
proberen om buiten de centrale autoriteit/controle te blijven die ontwikkelden in
Zuidoost-Azië. Hoe deden ze dit? 1 e strategie: Ze gingen wonen in gebieden die moeilijk
te bereiken waren, zodat bijvoorbeeld legers of staatsinstituties er niet bij konden komen.
Tweede strategie: ze waren mobiel, ze bleven constant in beweging zodat ze niet
beheersbaar waren. 3e strategie: ze probeerden hun economie te behouden waarbij ze
voor zichzelf zorgden, ze verbouwden voor hunzelf (subsistence economy). Ze waren
hierin succesvol tot de 19e eeuw. Toen kwamen Europese koloniale machten (Britten,
Fransen)  implementeerden de tactiek van ‘enclosure’: ze breidden hun administratieve
apparaat uit zodat de volkeren daarbinnen vielen. Dit konden ze doen door nieuwe
technologie: nieuwe informatie over hun vergaren, nieuwe wapens, wegen werden
gebouwd. Het proces van het integreren van deze volkeren is nog steeds gaande (nu
door de natiestaten daar). De regio bestaat uit heel veel etniciteiten, veel talen. Deze
regio kan je ook niet definiëren qua homogeniteit, de regio wordt gedefinieerd door het
constante vluchten voor de autoriteiten/staten, de onderdrukking waar ze mee te maken
kregen. De Rohingya zijn 1 van deze volkeren, en deze worden bijvoorbeeld in Myanmar
heel hard onderdrukt. Daar worden ze stateloos gemaakt, ze horen officieel niet meer bij

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolijnrijpma. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

84251 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.71  9x  sold
  • (0)
  Add to cart