Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen, oudheid 3000 v/c – 500 : Mesopotamië Midden-Oosten stadstaat. Griekse
stadstaten. Romeinse rijk> west en oost. Ondergang west romeinse rijk > grote volksverhuizing. Monotheïsme polytheïsme.
Alleen christendom, Constantijn de grote.
Tijdvak 3: Tijd van monniken en ridders, vroege middeleeuwen 500-1000: hofstelsel. Dorestad (bij rijn). Frankische rijk
Karel de grote. Leenstelsel. Nederland Duits/heilig roomse rijk. Rijk samenbrengen door bisschoppen in bestuur maar paus
kon alleen benoemen. Noormannen. Christendom en islam (Mohammed, medina). Romaanse bouwstijl.
Tijdvak 4: Tijd van steden en staten, late middeleeuwen 1000-1500: Hanzesteden. 3slagstelsel. Meer grond. Stadsrecht.
Stadsbestuur (burgermeesters en schepenen(rechters) > controle door vroedschap, schout > politie en justitie. Gilden.
Centralisatiepolitiek (Floris 5), staten generaal, hoge belastingen. Bourgondische rijk> Habsburgse rijk. Geloof minder
belangrijk. Kruistochten. Gotische bouwstijl.
Tijdvak 5: tijd van ontdekkers en hervormers, nieuwe geschiedenis 1500-1600: macro polo China (1298), Columbus
Amerika(1492) (west Indië). Portugezen 1914 3 doelen: zeeroute Indië, christelijke bondgenoten tegen Turkse rijk,
goudmijnen Afrika. Filips 2 Spanje+vs en Nederland. Rooms katholiek, protestanten > beeldenstorm 1566. Opstand willen
van oranje (80jarige oorlog, 12jarig bestand), watergeuzen den Briel (vanuit Engeland). 1579 Unie van Utrecht, 1581
plakkaat van Verlatinghe. (Willem dood door Balthasar Gerardsen pistool Delft 10 juli 1584.)> republiek der 7 verenigde
Nederlanden. Begin Renaissance. Boekdrukkunst. Kerkhervorming (reformatie).
Tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten, nieuwe geschiedenis 1600-1700: Gouden eeuw. Economische bloei door afsluiting
schelde richting Antwerpen. Meer immigranten. Turfwinning en droogmakerijen. Nova Zembla Willem Barendz. VOC 1602.
WIC 1621= kaapvaart en 3hoekshandel. Piet hein zilvervloot (1628) en Michiel de Ruyter. Generaliteitslanden. 12jarig
bestand binnenlands conflict over oorlog en geloof (preciezen en rekkelijken Johan v/oldbvld (1619) en Hugo groot. 1648
vrede van Münster (Spanje). Lodewijk 16e (Versailles) absolutisme. Rampjaar 1672 (Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen).
Johan de wit > Willem 3. 1650-1672 stadhouderloze tijdperk. Hollandse waterlinie. Willem 3 + Engelse Mary Queen. Rooms-
katholiek. > geen functie in bestuur, schuilkerken. Joden> Geen functie in bestuur of gilde. Statenbijbel.
Tijdvak 7: Tijd van Pruiken en Revoluties, Nieuwe geschiedenis 1700-1800: Einde economische bloei ook zee. Tabak, thee,
cacao, aardappel (goedkoop, voedzaam). Patriotten democratisch bestuur en tegen corrupt systeem en herleving gouden
eeuw. Burgerschutterijen > bijna burgeroorlog tegen prinsgezinden. Franse revolutie> hogere belasting en meer inspraak
(nationale vergadering), 14 juli 1789 bestorming gevang. Bastille. Verklaring van de rechten van de mens en de burger.
Constitutionele monarchie. Guillotine. Revolutionairen> radicalen en gematigden x2. 1795 Bataafse revolutie > Bataafse
republiek. Fransen steeds meer bestuur. Modernisering: afschaffing gilden, 1798 grondwet, onderwijs en spellingsregels.
Verlichting. Rousseau eerst opvoedboek. Encyclopedisten. Rousseau en Montesquieu democratie > Wetgevende macht
( parlement) , uitvoerende macht (regering) , rechterlijke macht ( rechters) 1787 voor het eerst in vs (net onafhankelijk).
Afschaffing slavernij (abolitionisme) door quakers (chr) Engeland eerste, 1808 handel, 1834 helemaal.
Tijdvak 8: tijd van burgers en stoommachines, nieuwste geschiedenis 1800-1900: Economisch minder. Overzeese handel
stopt door overname handelsposten voc door Engeland en continentaal stelsel napoleon. 1813 definitief koninkrijk der
Nederland Willem 1 > infrastructuur > kanalen en 1 ste spoorweg 20 sept. 1839. Rijk 1880 spoorbrug van noorden naar zuid.
Industrialisatie Engeland 1780> massaproductie, massaconsumptie. Laat in Nederland door handel. Nederlandse
textielindustrie Almelo 1830. 1852 stoomgemalen drooglegging. Industrialisatie (industriële revolutie) NL in 1860.
Suezkanaal fransen. Elektriciteit en kunstmest. 1874 stadsmuren gesloopt voor uitbreiding. 1880 gloeilamp. 1900
straatverlichting. Cultuurstelsel Indië, max Havelaar, ethische politiek> zelfstandigheid kolonie. Modern imperialisme,
economisch grondstoffen, trots. 1830 Java, Batavia Jakarta > aardolie. Afschaffing slavernij 1 juli 1863. 1799 napoleon
Frankrijk. 1805 napoleon definitief verslagen Waterloo. Lodewijk napoleon Nederland > 1810 deel van Frankrijk. >
burgerlijke stand, frans wetboek (code napoleon), metriek stelsel. Samengevoegd met België maar teveel verschillen. 1848
nieuwe grondwet Thorbecke. Emancipatie, vrouwen, kinderwet 1874> leerplichtwet 1900. Idealen= confessioneel (geloof)
liberalisme, nationalisme, socialisme>sociaaldemocratisch. Verzuiling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller piotrgoogle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.