Diagnose; is gericht op het individu en de unieke samenhang van het specifiek geval. Geeft
aanwijzingen voor de aanpak. Is verklarend.
Classificatie; is gericht op kenmerken die door de groep als geheel worden gedeeld. Geeft geen
aanwijzingen voor de aanpak. Is beschrijvend. Nodig voor de juiste financieringsbron.
DSM;
Gebruik de DSM als een hulpmiddel en niet als een gouden standaard. Gebruik naast de DSM ook
nog andere diagnostische middelen. Maar door behandelprotocollen, zorgverzekeringen en de
wetenschap is het niet mogelijk om de DSM geheel buiten beschouwing te laten.
Voordelen;
Uniformiteit van de diagnostiek
Verbeterde communicatie
Betrouwbaarheid
Verbeterde herkenbaarheid
Aansluiting bij de behandelpraktijk
Aansluiting bij gerichte behandelingen
Theoretisch neutraal
Meerassig systeem
Nadelen/gevaren;
- Gevaar voor oneigenlijk gebruik
- Verschraling van de diagnostiek
- Selectieve diagnostiek
- Te weinig criteria
- Begrenzing en comorbiditeit
- De drempel; wel op geen stoornis
- Klinische significantie
- Geen ziekte-eenheden
- Objectieve en subjectieve aspecten van diagnostiek
- Fout positieven
- Theoretisch neutraal
- Geringe empirische-wetenschappelijke basis
- Geringe relatie tussen stoornis en behandeling
- Gevaren ten aanzien van verdere ontwikkeling
Waarom steeds meer stoornissen?;
Nauwkeuriger definiëren zodat mensen betere toegang tot hulp en behandeling krijgen.
Er is meer onderzoek gedaan op wetenschappelijk niveau.
, Nadeel hiervan; je krijgt sneller een stempel, er worden nu andere eisen door de
maatschappij gesteld dan vroeger en daardoor dus nu ook meer diagnoses (mensen voldoen
niet meer), vroeger werd er niet veel behandeld en dus kreeg je ook geen diagnose, nu zijn er
meer mogelijkheden.
DSM5;
Problemen DSMIV; symptoomoverlap, diagnose op grond van aantal aanwezige symptomen,
beschrijvingen gebaseerd op klinische consensus (niet op wetenschap), weinig oog voor de context,
wildgroei van de restcategorie.
Veranderingen DSM5;
Verdwijnen 5-assensysteem
Nieuwe codes (A01, B10 etc.)
2 jaar proefperiode
Toevoeging van ‘essential specifiers’:
o Dystoon vs. Syntoon
o Mate van inzicht
o Comorbiditeit en suïcidaliteit
o Invloed van leeftijd, geslacht en cultuur
Ernstmaar of bepaling van de mate waarin iemand is beperkt.
Specifieke veranderingen;
neurale ontwikkelingsstoornissen; dit vervangt de categorie ‘stoornissen die gewoonlijk eerst in
de kindertijd of adolescentie gediagnosticeerd worden’.
Mental retardation verstandelijk gehandicapt
Specifieke leerstoornis krijgt ruimtere diagnostische criteria, maar met nadere
specificaties om specifieke belemmeringen bij het verwerven en gebruiken van resp.
gesproken taal, lezen, geschreven taal en rekenen tot recht te doen.
ADHD subtypen zijn vervangen door nadere specificaties.
o ASS en ADHD kunnen nu samen voorkomen.
o Voordelen;
Diagnose nu ook mogelijk in de volwassenheid (één criteria minder nodig).
o Nadelen;
Toont overeenkomsten met bepaalde neurologische stoornissen, zoals een
vroege aanvang, een sterke genetische basis en neurobiologische defecten.
ASS autisme spectrum stoornissen, is voortaan meer globaal, maar nadere specificaties
doen recht aan de heterogeniteit van deze ontwikkelingsstoornis.
o Patiënten moeten voldoen aan 2 criteria (eerst 3);
Kwalitatieve beperkingen in de sociale interacties en kwalitatieve
beperkingen in de communicatie zijn samengevoegd kwalitatieve
beperking in de sociale communicatie/interactie = social communication
disorder.
, Beperkte, zich herhalende stereotiepe patronen van gedrag, belangstelling
en activiteiten blijft bestaan.
o Voordelen;
Classificeren binnen een continuüm staat clinici toe rekening te houden met
de variaties in symptomen en gedragingen van persoon tot persoon.
ASD kan al in de vroege kinderleeftijd gesteld worden.
Meer oog voor de diagnostiek van ASD bij volwassenen.
Het verdwijnen van de misvatting dat de lijdensdruk bij klassiek autisme vele
malen groter is dan bij bijvoorbeeld PDD-NOS of Asperger.
o Nadelen;
ASD kan al in de vroege kinderleeftijd gesteld worden.
Één classificatie voor individuen met zeer uiteenlopende problemen en ernst
van deze problemen kan leiden tot verwarring.
Er is een risico dat de sociaalcommunicatieve stoornis wordt gezien als een
lichte stoornis en dat mensen met deze classificatie niet de zorg krijgen die
ze nodig hebben.
Doordat de DSM-5 meer accent legt op het domein van stereotiep gedrag,
bestaat het risico op onderdiagnostiek bij meisjes en vrouwen. Juist meisjes
laten vaak minder stereotiep gedrag zien dan jongens en vallen door minder
externaliserend gedrag minder op.
CD krijgt een features specifier erbij namelijk mensen met en mensen zonder CU-traits (‘callous &
unemotional interpersonal style’). Dit duidt aan dat het een ernstigere vorm van de stoornis is en dat
zij dus wellicht anders reageren op behandeling.
IED; intermittent explosive disorder
Gekarakteriseerd door een extreme uitdrukking van boosheid of woede die buitensporig is.
Type agressieve uitbarstingen; fysieke agressie, verbale agressie en niet schadelijke fysieke
agressie.
Agressieve uitbarstingen zijn impulsief en/of boos van nature en resulteren in beperkingen in
het functioneren.
Niet toe te schrijven aan andere stemming-, angst of gedragsstoornissen.
TDDD; temper dysregulation disorder with dysphoria
Frequente woede uitbarstingen in combinatie met chronische prikkelbaarheid.
1. Woedeuitbarstingen zijn verbaal of gedragsmatig, verbale woede of fysieke agressie tov
mensen of eigendom
2. Reactie is buitensporig in intensiteit of duur
3. Reacties zijn inconsistent met het ontwikkelingsniveau
Stemming tussen de woede uitbarstingen;
1. Bijna elke dag is de stemming tussen de woedeuitbarstingen overwegend negatief
(woede, prikkelbaarheid, verdriet)
2. Negatieve stemming is observeebaar door anderen
Overlap met ODD: voordeel omdat de clinici de stemmingscomponenten kunnen coderen
zonder het label van disruptieve stoornissen te gebruiken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller henk25. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.