1.1 Belangentegelstellingen van mensen zijn veelal de basis van al dan niet omvangrijke
juridische problemen.
Eigenrichting wil zeggen; in een geschil je gelijk hanteren door zelf geweld te gebruiken.
Eigenrichting wil zeggen dat je je eigen problemen oplost en dit is in het algemeen
ongeoorloofd. Alleen de overheid mag met geweld handhaven. De overheid heeft het
zogenoemde monopolie op de rechtshandhaving met behulp van dwangmiddelen, zoals het
opleggen van een boete of straf. Alleen als de wet uitdrukkelijk aangeeft dat de burger
eigenrichting mag toepassen, is dit geoorloofd.
Verschillende rechters zijn lid van de zittende magistratuur. Dit heet de zittende
magistratuur, omdat de rechters tijdens het spreken in de rechtszaal, blijven zitten.
De rechterlijke macht is onderverdeeld in drie machten; Hoge Raad, Gerechtshoven en
Rechtbanken (ofwel Arrondissementsrechtbank).
De rechtbank is het eerste gerecht. Hier ga je als eerst naar toe. Er zijn meerdere kamers,
sommigen met drie rechtssprekende rechters en sommigen met één rechtsprekende
rechter. Een uitspraak die volgt het een vonnis. Als een van de partijen het niet eens is met
dit vonnis, kan hij of zij in hoger beroep gaan. Hij of zij komt dan bij het gerechtshof (of ook
wel het hof genoemd).
Bij het hof worden de rechters raadsheren genoemd. In de regel is hier sprake van een
meervoudige kamer, maar niet altijd. De uitspraak hier wordt een arrest genoemd. Als een
van de partijen het niet eens is met dit arrest, kunnen ze in cassatie gaan naar de Hoge
Raad.
Ook in de Hoge Raad worden de rechters raadsheren genoemd. De Hoge Raad spreekt recht
met vijf raadsheren. In cassatie gaan is echter wel iets anders dan in hoger beroep gaan. In
hoger beroep kijkt de rechter of rechters nog een keer of de rechter in de rechtbank alle
feiten goed heeft beoordeeld, etc. De Hoge Raad kijkt echter alleen naar of het recht juist is
toegepast.
Een sanctie is een middel om naleving van bijvoorbeeld een voorschrift af te dwingen, of is
een straf of overtreding.
Het college van burgemeester en wethouders kan een last onder dwangsom opleggen. Dit
wil zeggen dat de overtreder voor bijvoorbeeld elke dag dat hij de overtreding niet
ongedaan maakt, een geldbedrag moet betalen. Denk aan iets in een café dat niet aan de
verplichte milieueisen voldoet.
1.2 De rechtsregels die op dit moment in NL gelden, worden het objectieve recht genoemd.
Het objectieve recht wordt ook wel aangeduid met het positief recht of geldend recht.
, Een van de indelingen van het recht is de indeling in privaatrecht en publiekrecht.
Het belang van het onderscheid tussen deze twee is dat het privaatrecht de
rechtsverhouding tussen burgers onderling regelt, terwijl het individueel belang centraal
staat. Het publiekrecht regelt de verhouding tussen de burgers en de overheid. Het
algemeen belang staat centraal.
Privaatrecht
Of soms ook ‘burgerlijk recht’ genoemd, is het gedeelte van de objectieve recht dat zich
bezighoudt met de rechtsverhouding tussen personen onderling. Onder natuurlijke persoon
wordt de mens verstaan. Een rechtspersoon is een organisatievorm die voor veel
handelingen net als natuurlijke personen aan het rechtsverkeer mag deelnemen.
Voorbeelden van rechtspersonen zijn; de stichting, de vereniging, de naamloze
vennootschap of de bv.
Publiek recht
Heeft betrekking op de rechtsverhouding tussen de overheid en burgers. Het staats- en
bestuursrecht, evenals het strafrechten het recht van de EU, maken deel uit van het publiek
recht. Bij het bestuursrecht beslissen de gemeenten, de provincies en de rijksoverheid over
wetten. Het publiek recht is alleen van toepassingen als de overheid een specifieke
overheidshandeling verricht, iets wat niet iedereen kan. Als ze beide gelijk aan elkaar zijn,
valt een zaak altijd onder het privaatrecht.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen materieel recht en formeel recht. Het materieel
recht bevat regels die rechter verlenen en verplichtingen opleggen tussen burgers onderling
en tussen burgers en de overheid, maar ook tussen overheden onderling. Deze regels gelden
voor iedereen. Het formele recht verwijst naar rechtsregels die de handhaving van het
materiele recht door rechtspraak, toezicht enzovoort bestrijken.
1.3 Je kunt recht ook onderscheiden in het objectieve recht (de regels) en het subjectieve
recht (de bevoegdheden of plichten). Het objectieve recht verleent subjectieve rechten.
In NL komen subjectieve rechten toe aan personen. Deze personen worden ook wel
rechtssubjecten genoemd en worden verdeeld in twee groepen; natuurlijke personen en
rechtspersonen. Een natuurlijk persoon is een mens en een rechtspersoon is een organisatie
van rechtspersonen. Een dier is een rechtsobject.
Ook is er onderscheid tussen (semi)dwingend en aanvullend recht. Bij het dwingende recht
mag niet van de regels worden afgeweken. Dit is onvoorwaardelijk.
Het aanvullende recht is er als beide partijen zelf geen regeling treffen.
Nietigheid = hierbij heeft een rechtshandeling het beoogde rechtsgevolg niet; het
rechtsgevolg heeft nooit bestaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradehaan2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.74. You're not tied to anything after your purchase.