Hoorcollege 1 31-03-2021 ‘De Groene en de Rode Draad’
Docent: Duco Bannink en Pieter Wagenaar
Literatuur: Elster
De centrale vraag in de cursus:
Waarom kappen beleid en besluitvorming vaak zo anders uit dan gewenst of gedacht?
Het beleidsproces:
Agendavorming:
o confrontatie met een bepaald probleem. Het probleem is de kloof
tussen de normatieve en empirische werkelijkheid
Beleidsvoorbereiding:
o causaal (of veld)model van actoren, oorzaken en gevolgen bekijken.
Wat gaat daarin fout? Hoe kunnen we eventueel interveniëren?
Beleidsbepaling:
o mix van maatregelen die je kan nemen om de normen en werkelijkheid
meer overeen te laten komen.
Beleidsuitvoering:
o uitvoering van het beleid. De uitvoerder doet precies wat de
beleidsmaker heeft bedacht (= machinemodel). De uitvoerder heeft
dus geen eigen ideeën of doelen
Beleidsevaluatie:
o is er nu uitgekomen wat je had verwacht? Zo niet; aanpassen en dan
begint de cyclus opnieuw
Rationeel model:
1. Goed je verstand gebruiken
2. De juiste dingen eerst doen.
Volgens onderstaand model is het beleidsproces in theorie opgebouwd. Dit is hoe je het zou
willen hebben.
,Echter, in de praktijk loopt het vaak niet zoals je in theorie bedacht heb, dit wordt de rode
draad genoemd. In onderstaand model zijn de rode en groene draad samengevoegd om het
realistische beleidsproces weer te geven.
Groene draad = normatieve benadering.
Zo zou je het beleid MOETEN aanpakken.
Volgens Gijs Kuyper: Groene draad = beleidsontwikkeling.
o Ambtenaren die in concrete plannen moeten vatten wat de politici
hebben bedacht.
Rode draad = empirische benadering.
Zo gaat het beleid DAADWERKELIJK.
Volgens Gijs Kuyper: Rode draad = onderbreking van de groene draad.
o Veroorzaakt door actoren, politiek etc.
Elke empirische wetenschap is vrij van subjectiviteit en presenteert feiten en informatie die
kunnen worden bewezen, terwijl normatieve uitspraken subjectief, veroordelend en niet
aantoonbaar zijn.
Er zijn voorwaarden om de groene draad te kunnen gebruiken:
Unitaire besluitvormer
o Unitaire staat voor eenheidsstaat, dan wel strevend naar een
dergelijke staatsinrichting. Ofwel, de centrale macht ligt in het
centrum/bij één iemand.
Volledige informatie
Loyale uitvoerders
o Deze heb je niet altijd. Denk aan staking in het onderwijs. De
uitvoerders zijn de docenten en wanneer ze staken zijn ze geen loyale
uitvoerder. Dit is zo omdat ze het niet eens zijn met het gekozen beleid
en daarom gaan staken.
Vermogen om eigen beleid kritisch te evalueren
Zelfs al voldoe je aan alle voorwaarden, kan het nog steeds jaren, decennia of eeuwen duren
voordat je iets voor elkaar krijgt (denk aan aardappelbeleid van Frederik de Grote).
,In onze samenleving duurt de uitvoering van beleid ook vaak heel lang doordat wij via
democratische processen het beleid moeten "uitvechten". Wij hebben voortdurend te maken
met de rode draad mechanismen. Duco Bannink:
Nederland is een unitaire samenleving (centraal gestuurde staat). De formele
macht ligt in het centrum. Dit betekent niet automatisch dat een unitaire
samenleving ook een unitaire besluitvormer heeft. In Nederland bijvoorbeeld is
Rutte niet alleen de baas. In Noord-Korea bijvoorbeeld, is dit wel het geval.
Hoe meer unitair de besluitvormer, hoe minder volledige informatie de
besluitvormer tot zijn beschikking kan krijgen (burgers willen tegenover een
dictator liever niet al hun persoonlijke informatie vrijgeven i.v.m. tegenstrijdige
belangen waar de dictator zijn visie door zal duwen).
Voorbeelden van situaties waarin er geen loyale uitvoerders zijn, zijn protesten.
Mensen zijn het dan niet eens met het beleid.
Ook het vermogen om eigen beleid kritisch te evalueren is niet altijd aanwezig.
Wat is het verschil tussen mechanismes en obstakels?
Het idee van mechanismes is iets dat er altijd is. Obstakels zijn aanpasbaar, mechanisme
niet. Mechanisme is namelijk een structureel onderdeel van de besluitvorming. Obstakels zijn
vaak een te kort, dus zoals geld. Mechanismes zijn vaak voorkomende en makkelijk
herkenbare causale patronen die getriggerd worden door onderliggende onbekende
voorwaarden of gevolgen. Mechanismes zorgen ervoor dat we individueel gedrag kunnen
verklaren, maar niet voorspellen.
Mechanismen zijn er altijd. Neem bijvoorbeeld padafhankelijkheid: we hebben
een bepaalde geïnstitutionaliseerde aanpak van problemen. Er is geïnvesteerd
in een oplossing en dit beperkt ons in het aanpassen van de aanpak -> het schept
dus padafhankelijkheid: morgen doen we het weer zo.
Een obstakel is een tekort (terwijl een mechanisme een teveel is). Een obstakel
kan ook worden weggenomen (terwijl een mechanisme inherent is aan beleid en
besluitvorming). Voorbeelden van obstakels zijn geldgebrek, tijdsdruk of
weerstand (niet-loyale samenleving). Weerstand is in principe te overwinnen door
bijv. het aanbieden van compensaties. Een obstakel kan ook bestaan binnen een
mechanisme.
o Weerstand kan komen van de samenleving, het politieke stelsel,
partijen en de regering. Het overwinnen van weerstand kan leiden tot
vage besluitvorming
Obstakels van de rode draad:
Geld te kort.
o Dit kan een structureel onderdeel zijn, omdat er vaak onenigheid is
over de doelstellingen. Vaak is het dan ook een obstakel.
o Achterliggend mechanisme
Tijdsdruk.
o Ook dit kan een obstakel zijn of onderdeel van het mechanisme
o Obstakel/onderliggend mechanisme
Weerstand.
o Dit kan komen door mechanismes of als obstakel beschouwt worden.
Dit kan voorkomen in: samenleving, politiek stelsel, partijen, regering
etc.
o Als je obstakels probeert op te lossen, ga je vaak naar halfslachtigheid
toe:
Weerstand --> Compromissen --> Vage doelen -->
Halfslachtigheid
Bureaucratie.
, o Dit is een soort machine: Hierbij is er centralisatie, hiërarchie,
formalisatie, standaardisatie, specialisatie. Het gaat hier van einddoel,
naar sub-taak, naar sub-sub taak etc.
o Je kan zo’n organisatie alleen rationeel inrichten wanneer je vanaf de
top naar de onderkant overal kennis van hebt. Dit is een obstakel,
maar ook een fout van het mechanisme. Want een bureaucratie werkt
eigenlijk andersom, onderaan ligt de werkelijkheid en wordt alles
gegenereerd.
o Bureaucratic drift
Dit betekent dat we een organisatie hebben gebouwd maar
degenen die daarin werken raken gehecht aan hun eigen
positie. Hierdoor doen ze gewoon wat ze doen. Als
problemen veranderen, dan ziet die centrale unitaire actor
wel dat de problemen veranderen, maar hij kan dit niet door
vertalen naar de taakverdeling omdat men zo gehecht aan
hun huidige patroon is geraakt. Dit hangt sterk samen met
padafhankelijkheid te maken: doordat een oplossing zo is
geïnstitutionaliseerd kunnen we moeilijk afwijken van ons
huidige patroon wanneer de problemen veranderen.
Doordat de informatie- uitwisseling van beneden naar
boven traag is, kunnen ze niet snel genoeg reageren op
maatschappelijke ontwikkelingen. Hier kan de organisatie
aan ten onder gaan.
Dus: vormen van beleid -> obstakels -> overwinnen door
bureaucratisch model -> Bureaucratic drift
Begrensde rationaliteit.
o Er is niet altijd toegang tot volledige informatie waardoor er sprake is
van begrensde rationaliteit. Er zitten grenzen aan rationaliteit,
tweeledig:
Men probeert het wel, maar kan niet zoveel informatie
verwerken (fysieke limieten) om tot het gewenste doel te
komen. Ook zijn er taallimieten, waarbij men niet altijd goed
kan verwoorden of weten waar we het over hebben
Denk aan Simon's Normative model besproken bij GCO.
Bounded rationality (Simons Normative Model)
Intentioneel rationeel.
o We willen we rationeel zijn, maar we kunnen het niet. Simon geeft hier
twee redenen voor.
Er zijn twee soorten begrensdheid waarom wij niet rationeel zijn:
Fysieke (cognitieve) limieten
o Wij zijn gewoon niet in staat om alle informatie te verwerken die
beschikbaar is. Er is dus een information overload.
Taallimieten
o Er worden dingen bedacht in heel veel verschillende talen, en die
beschikken wij niet allemaal dus kunnen we nooit alle informatie tot
ons nemen.
o Zo hebben bijvoorbeeld inwoners van Ijsland 50 manieren om sneeuw
te zeggen, terwijl wij er in onze taal maar van 2 afweten.
Rode draad mechanismes zitten in systemen vast:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimcoenraads1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.21. You're not tied to anything after your purchase.