100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide College Aantekeningen Sociale Psychologie - UU () $5.93   Add to cart

Class notes

Uitgebreide College Aantekeningen Sociale Psychologie - UU ()

1 review
 8 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Dit bestand bevat uitgebreide college aantekeningen voor het vak Sociale Psychologie gegeven op de UU.

Preview 3 out of 19  pages

  • May 24, 2021
  • 19
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Veel verschillende
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: laurarejgermannion • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting hoorcolleges sociale psychologie
Hoorcollege 1: Introductie
Sociale psychologie = De wetenschappelijke studie van de manieren waarop mensen hun gedachten,
gevoelens en gedragingen worden beïnvloed door de (daadwerkelijke en/of voorgestelde)
aanwezigheid van andere mensen.
= Fascinatie voor invloed van sociale situaties (en individuele verschillen) op menselijke gedachten,
gevoelens en gedragingen.
= Breed en precies discipline
De omgeving beïnvloedt de gedachten, gevoelens en gedragingen van mensen. De mens construeert
een eigen sociale realiteit (social construals), vaak in termen van persoonseigenschappen, zoals wie is
mooi?.
Fundamentele attributiefout = oorzaken gedrag toeschrijven aan persoonlijkheidseigenschappen.
Menselijk denken, doen en voelen = f(Persoon x Situatie)  f=functie
Vaak construeren mensen hun eigen realiteit en worden ze beïnvloedt door hun interpretatie van de
situatie. Er zijn twee manieren om informatie te verwerken:
Systematisch (weloverwogen) Heuristisch (oppervlakkig)
Centraal Perifeer
Rationalistisch Experiënteel
Wanneer reageer je hoe?
- Je moet het willen (gemotiveerd, belangrijk, duur, zelf-gerelateerd)
- Je moet het kunnen (genoeg cognitieve capaciteit, voldoende informatie)
- Schema’s en heuristieken als je niet anders wilt/kunt.
Confermation bias: We neigen ernaar om vragen te stellen die onze hypotheses bevestigen. Terwijl
strikt genomen hypotheses alleen ontkracht (gefalsifieerd) en niet bewezen (geverifieerd) kunnen
worden.

Hoorcollege 2: Sociale beïnvloeding
De grootste invloed op de sociale psychologie is Adolf Hitler door de concentratiekampen en
beïnvloeding van heel veel mensen. Een ander gevolg was het vluchten van Joodse wetenschappers
naar de VS waar zij fundamenteel en toegepast onderzoek gingen doen. Dit heeft geholpen bij het
beëindigen van WW2.
Lewin  Veldtheorie: Wij mensen bevinden ons in een voortdurend veranderend krachtveld waarin
verschillende krachten (vanuit onszelf of andere personen) p ons worden uitgeoefend.
Gedrag = Persoon x Situatie
Sociale beïnvloeding is afhankelijk van het aantal anderen dat druk uitoefent, de waarde gehecht aan
de sociale druk en de nabijheid van de bron.
Waarom heeft sociale beïnvloeding effect? Oorzaken van conformiteit:
- Informationeel: The need to be accurate. Vaak weten we niet wat te doen dus dan kijken we
naar wat anderen doen.
- Normatief: The need to be accepted. Dit is een fndamenteel social-psychologische behoefte.
Maar normatieve invloed kan veel minder rationeel uitpakken.
Asch  Normatieve beïnvloeding: Hij had objectief duidelijk interpreteerbare
stimuli waarbij proefpersonen zonder sociale beïnvloeding altijd het juiste
antwoord geven. Er kwamen 6-8 andere proefpersonen (confederates) bij. Bij
12 van de trials geven de proefpersonen een fout antwoord en bij 70-75% van
de proefpersonen gingen ze minimaal een van de 12 keer om. Gemiddeld

,gingen ze 4/5 keer om (33%). Dit maakte de proefpersonen ongemakkelijk. Wanneer er een
conformist was, was er gelijk veel minder conformiteit.
Milgram  Obedience to authority: Waarom volgen mensen klakkeloos bevelen op van
authoriteiten? Als we mensen die aan een onderzoek op de universiteit meedoen vragen om
elektrische schokken toe te dienen aan een andere onderzoeksdeelnemer, omdat die persoon niet zo
goed woordjes kan leren, gaan ze dat dan doen? Het antwoord leek heel duidelijk nee. Het was een
onderzoek aan Yale university en mensen kregen $5 voor hun deelname. Er was een strenge
vastbesloten proefleider die onderzoek deed naar straffen op leren. Je moet lootjes trekken, een was
de leraar, de ander de leerling. De leerling werd aan electroden vast gemaakt en had iets aan het
hart. De leerling moet woordcombinaties leren als verbale geheugentest. De leraar deelt schokken
uit, bij elke fout een zwaardere schok. Er waren 30 knoppen, van 15-450 volt met als tekst “lichte
schok”, “pas op, zware schok”, “dodelijke schok” en “XXX”.
Nagenoeg iedereen gaf schokken en 65% van de proefpersonen ging door tot het laatst. Het gaf bij
de proefpersonen geen sadistische, maar ongemakkelijke reacties. Ze bleven doorgaan door de
nabijheid van proefleider vs leerling, het afschuiven van de verantwoordelijkheid en geen
ongehoorzame anderen.

Sociale perceptie = de manieren waarop mensen anderen (persoonsperceptie) en zichzelf
(zelfperceptie) begrijpen.
Zelfperceptie: Hoe begrijpen we onszelf?
A. Dit leiden we vaak af van wat anderen van ons vinden, dus we zien onszelf door de ogen van
anderen. Je krijgt een soort “looking-glass self”.
B. Met sociale vergelijking als referentiekader. Heel veel kennis en kunde is relatief, dus zelf-
perceptie is afhankelijk van de sociale omgeving waarin we ons bevinden.
C. Biases: bv “Ik ben beter dan gemiddeld” bias, of self-serving attributional bias: Toeschrijven
eigen succes aan zichzelf en falen aan de situatie.
D. We gebruiken emoties als info, want emoties zijn embodied.

Attitudes = De evaluatieve gedachten die mensen hebben over hun sociale omgeving en de zaken die
zich daarin bevinden. Ze worden gevormd door bijvoorbeeld te zeggen: “Al je buren doen dit en dit
ook!”

Hoorcollege 3: Sociale Cognitie
“Probeer niet aan witte beren te denken”  Het is moeilijk om ongewenste gedachten te
onderdrukken: Ironic Effects of Thought Suppression. Je moet eerst iets signaleren voordat je het
kunt onderdrukken. Het onderdrukken van bv een stereotype is moeilijker wanneer je er bewust
over nadenkt. Maar het is wel mogelijk, door bijvoorbeeld precies het tegenovergestelde van het
verwachtte gedrag te vertonen. Motivatie en cognitie moet voldoende zijn om dit te laten lukken.
Maar vergeet niet: vaak zijn we ook slim en efficiënt, waardoor het snel en goed, maar ook fout kan
gaan. Dat het onderdrukken van gedachten zo moeilijk is verklaart ook het instand houden van
dwanggedachten.

Affect en cognitie: Schachter’s “two-factor theory of emotion”.
1. Fysiologische opwinding
2. Gebruik van informatie om deze opwinding aan te attribueren.
Bij een experiment werden mensen geïnjecteerd met adrenaline. Groep 1 werd wel geïnformeerd
over een mogelijk effect, groep 2 niet. De mensen die niet geïnformeerd waren over het effect waren
meer euforisch omdat zij het gevoel aan de omstandigheden attribueerden. Ook bij een experiment

, met mannen die een vrouw om haar nummer vroegen bij een wiebelbrug of een gewone brug is dit
bewezen.
Automaticiteit:
Prime  general construct available  accessible content is assumed to be caused by one’s own
response  misattributed content is used to answer the question by the focal target.




Social priming  er zijn alleen kleine effecten bewezen, er is meer onderzoek nodig.

Vaak imiteer je gedrag van anderen. Ook is gedrag van anderen imiteren makkelijker dan het volgen
van specifieke instructies over wat je moet doen. Bv de finger movement taak (Kruis op een vinger,
andere vinger beweegt. Immiteren van bewegende vinger is makkelijker dan vinger met kruis
optillen.).

4 criteria van automaticiteit:
1. Niet bewust
2. Niet intentioneel
3. Niet controleerbaar
4. Efficiënt
Automaticiteit is een continuüm: iets kan meer- en minder automatisch zijn.
Bv nudging kan gedrag beïnvloeden.

Automatische invloeden op gedrag worden vaan getriggered door schema’s over personen. Schema’s
zijn mentale structuren waarin infrmatie is opgeslagen. Deze beïnvoeden hoe mensen sociale
informatie selecteren, interpreteren, onthouden, en gebruiken bij het vormen van oordelen en het
maken van beslissingen.
Welk schema gebruiken we?
- Wanneer is iemand volgens jouw schema bv verlegen?
- Toegankelijkheid:
Chronische toegankelijkheid: individuele verschillen
Situationele toegankelijkheid: situationele verschillen
- Toepasbaar: stimulus-schema fit
- Doelen: Thinking is for doing
De wereld is vol met informatie. Schema’s zijn overkoepelende kennisstructuren en heuristieken zijn
snelle beslissingsregels. Schema’s kunnen tot fouten leiden: Self-fulfilling prophecy/biased
assimilation (seeing is believing)/belief perseverance (eens geloven is altijd geloven).

Heuristieken = rules of thumb = vuistregels = een makkelijk te leren en makkelijk toe te passen
procedure voor een normaal gesproken complexe berekening. De uitkomst hoeft niet altijd precies te
zijn en kan een eerste schatting of benadering zijn van de werkelijke benadering.
A. Representativiteitsheuristiek en de base-rate fallacy: Hoeveel lijkt het op wat je kent?
B. Beschikbaarheids- (availability) heuristiek: Hoe beschikbaar heb je het in je geheugen?
C. Ankering is een speciale vorm van priming waarin een getal dat wordt aangeboden later als
anker wordt gebruikt voor numerieke oordelen in een andere context.
Counterfactual thinking: What is + What could have been = regret. Less is more: brons > zilver

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wouterdenhaan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93  1x  sold
  • (1)
  Add to cart