Dit bestand bevat alle begrippen van Sociale Psychologie inclusief uitleg. Begrippen die een highlight hebben zijn op het tentamen gevraagd. Leer deze dus extra goed!
H3
Sociale cognitie = hoe mensen over zichzelf en de sociale wereld denken. Hieronder valt hoe mensen
sociale informatie selecteren, interpreteren, herinneren en gebruiken om oordelen te vormen en
beslissingen te nemen’
Automatisch denken = denken dat onbewust, onopzettelijk, onwillekeurig en zonder inspanning gebeurt
Schema = mentale structuur die door mensen gebruikt wordt om hun kennis over de sociale wereld te
organiseren rond thema’s of objecten en die invloed heeft op de informatie die mensen opmerken,
waarover ze nadenken en die ze zich herinneren
Script = schema over een specifieke gebeurtenis, ook wel de beschrijving van hoe de gebeurtenis
verloopt
Toegankelijkheid = mate waarin schema’s en concepten zich op de voorgrond van het bewustzijn
bevinden waardoor het waarschijnlijker wordt dat ze gebruikt worden bij het vormen van oordelen over
de sociale wereld. Iets kan zowel tijdelijk als constant toegankelijk zijn in het bewustzijn
Priming = proces waarbij recente ervaringen de toegankelijkheid van een schema, kenmerk of concept
verhogen
Preserveratie-effect = bevinding dat opvattingen van mensen over zichzelf en de sociale wereld
aanhouden, ondanks bewijzen van het tegendeel
Bestraffingseffect = bevinding dat positieve opvattingen van mensen over de sociale wereld ten gevolge
van bewijzen van het tegendeel kunnen omslaan naar zeer negatieve opvattingen
Self-fulfilling prophecy = situatie waarbij mensen (1) een verwachting hebben over hoe iemand is, die
(2) van invloed is op de manier waarop ze zich tegenover die persoon gedragen, waardoor (3) die
persoon zich consistent met deze verwachtingen gaat gedragen, zodat (4) hun verwachting uitkomt
Beoordelingsheuristiek = mentale aanname die mensen gebruiken om snel en efficiënt te kunnen
oordelen
Toegankelijkheidsheuristiek / availability heuristic = mentale aanname waarbij mensen een oordeel
baseren op het gemak waarmee ze iets voor de geest kunnen halen
Representatieheuristiek = mentale aanname waarbij mensen iets classificeren op grond van de mate
waarin het lijkt op een karakteristiek geval
Informatie over de basisfrequentie/baserate informatie = informatie over de regelmaat waarmee
leden van verschillende categorieën in de populatie voorkomen
Analytische denkstijl = manier van denken waarbij mensen zich richten op de kenmerken van
kenmerken zonder aandacht te schenken aan de context (gebruikelijk in de westerse wereld)
Holistische denkstijl = manier van denken waarbij mensen zich richten op het geheel, en dan met name
de wijze waarop objecten zich tot elkaar verhouden (gebruikelijk in Oost-Aziatische culturen)
Gecontroleerd denken = denken dat bewust, opzettelijk en uit vrije wil plaatsvindt en inspanning vereist
, Counterfactual thinking / Tegenfeitelijk denken = aspect van het verleden op mentaal niveau
veranderen zodat voorgesteld kan worden hoe het had kunnen zijn
Overconfidence barrier / Barrière van overdreven zelfvertrouwen = gegeven dat mensen gewoonlijk te
veel vertrouwen op de nauwkeurigheid van hun eigen oordelen
H4
Sociale perceptie = de manier waarop wij indrukken vormen over mensen en hoe we daar conclusies uit
trekken.
Non-verbale communicatie = manier waarop mensen opzettelijk of onopzettelijk communiceren zonder
woorden
Encoderen = uitdrukken of voortbrengen van non-verbaal gedrag
Decoderen = interpreteren van de betekenis van non-verbaal gedrag van anderen
Affect blinds / emotiemengsels = gelaatsuitdrukking waarbij een deel van het gezicht de ene emotie
uitdrukt, en het andere deel een andere emotie
Display regels = cultureel bepaalde regels over welke non-verbale gedragingen gepast zijn om te laten
zien
Emblemen = non-verbale gebaren met een duidelijk omschreven definitie binnen een bepaalde cultuur,
en vaak met een verbaal equivalent
Attributietheorie = beschrijving van de manier waarop mensen de oorzaken van hun eigen en
andermans gedrag verklaren
Interne attributie = gevolgtrekking dat iemand zich op een bepaalde manier gedraagt als gevolg van de
persoon zelf (bijvoorbeeld van attitude, karakter of persoonlijkheid)
Externe attributie = gevolgtrekking dat iemand zich op een bepaalde manier gedraagt als gevolg van de
situatie waarin diegene zich bevindt. De aanname is hierbij dat iedereen op dezelfde manier zou
reageren in de betreffende situatie
Covariatiemodel = theorie die stelt dat om een attributie te kunnen maken over de oorzaak van
iemands gedrag, er systematisch wordt gekeken naar het patroon tussen de aan- en afwezigheid van
mogelijke causale factoren en het wel of niet optreden van gedrag (onderzoeken van het gedrag op
meerdere momenten en in meerdere situaties)
Consensus informatie = informatie over de mate waarin anderen zich op dezelfde manier als de
betrokkene zelf gedragen ten opzichte van een bepaalde stimulus
Onderscheidende informatie = informatie over de mate waarin de betrokkene zich op dezelfde manier
gedraagt ten opzichte van verschillende stimuli
Consistente informatie = informatie over de mate waarin het gedrag tussen één betrokkene en één
stimulus hetzelfde is onder verschillende omstandigheden en over tijd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wouterdenhaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.80. You're not tied to anything after your purchase.