Test Bank for A History of Modern Psychology, 5th Edition By James Goodwin (All Chapters) Complete Guide A+
Test Bank for A History of Modern Psychology, 5th Edition by James Goodwin (All Chapters) A+
A History of Modern Psychology 5th Edition By Goodwin - Test Bank, All 15 Chapters Covered
All for this textbook (3)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Psychologie
Psychologie Als Wetenschap (201500053)
All documents for this subject (59)
Seller
Follow
wouterdenhaan
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 1 –
Waarom is deze cursus en e geschiedenis van psychologie van belang?
- Het heden is moeilijk te begrijpen zonder kennis van historische context
- Gebeurtenissen in de geschiedenis kunnen perspectief bieden bij het oplossen van problemen in de
moderne tijd
- Het maakt ons bescheiden (bewijs dat vroeger ook grote ontdekkingen waren en niet alleen nu)
- Het maakt je kritischer
Welke kernconcepten zijn er in de geschiedenis van de psychologie?
- Furumoto maakte onderscheid tussen nieuwe en oude geschiedenis.
> Oude geschiedenis:
-Grote doorbraken/mijlpalen, biedt legitimatie voor de hedendaagse psychologie
- Ontstaansmythes (=claim voor bepaalde geboortedatum van een vakgebied
- Presentisme (gaat er vanuit dat denkers vroeger net zo denken als mensen nu, wat niet klopt)
- internisme (=interne geschiedenis, geschreven binnen context van bepaald vakgebied, ook wel
ideeëngeschiedenis genoemd
- personalisme (=Beschouwt individuen als hoofdrolspelers in de geschiedenis. Personalistische
geschiedenis creëert eponiemen (=naam van iemand wordt gebruikt om tijdperk aan te duiden)
> Nieuwe geschiedenis: (=beter)
- Historisiscme (=Historische context wordt gebruikt bij hedendaagse interpretatie) /contextueel
- Externistisch (=Neemt externe invloeden mee buiten het vakgebied)
- Naturalistisch (= wordt Zeitgeist als belangrijker dan het individu gezien (tegenhanger van
personalistisch)
Edwin G boring
- A History of Experimental Psychology
Historiografie
- Het schrijven van geschiedenis
- Maar ook de methodiek van historici die gebruikt wordt voor het vergaren van historische kennis.
- Verschil verleden en geschiedenis: Geschiedenis is selectie en interpretatie van sporen van het
verleden.
- Primaire bronnen: Vaak gevonden in archieven, bijv dagboeken, presentaties of notulen. Archives of
the history of American Psychology (AHAP)
- Secundaire bronnen: Gepubliceerde documenten, artikelen, boeken
- Moeilijkheden bij weg van bron naar publicatie
> Oordelen over kwaliteit van de bron
> Problemen met interpretaties (door eigen subjectiviteit)
Miles Paper
- Geweldige informatiebron voor geschiedenis van de psychologie
- Walter Miles
- Edward Scripture
,Hoofdstuk 2 –
Wat is het verschil tussen psychologie en filosofie?
- Psychologie verbonden met filosofie
- Psychologie is wetenschappelijk, filosofie niet
- Filosofische context begint al sinds de tijd van grieken (17 e eeuwse descartes)
Belang van Descartes (1596-1650) voor de psychologie
- Late renaissance -> opleving van wetenschap en kunst -> uitdagen van religieuze ideëen
- Copernicus: niet de aarde maar de zon middelpunt van universum -> later bewezen door galilei
- Sir Francis Bacon: Pleitte voor inductieve benadering van wetenschap ipv de deductieve manier van
de grieken (dus meer empirisme)
- Op basis van deze inductieve benadering creëerde Skinner het behaviorisme
- Descartes was rationalist: geloofde dat de waarheid zich zou openbaren aan de hand van logisch
denken, en een dualist: iemand die onderscheid maakt tussen lichaam en geest. Hij zag lichaam als
een machine (mechanist). Verder had hij het idee van dichotomie: Idee dat dieren geen geest hebben
maar mensen wel en was hij interactionist (lichaam en geest kunnen invloed op elkaar uitvoeren)
- Zocht naar verklaring van reflex -> ontdekte invloed van pijnappelklier
Welke denkers ontwikkelden het Britse empirisme en associationisme
- In de zelfde tijd als descartes ontstond in Engeland een stroming die zich kenmerkte door
rationalisme en empirisme.
John Locke
- John Locke (1632-1704) belangrijk denker van deze beweging -> dacht na over epistemologie
(=studie naar menselijke kennis en vergaring van kennis)
- Verwierp idee van descartes dat mensen aangeboren ideeën hadden maar zag de geest als blanco
vel papier (tabula rasa)
- Sensatie en reflectie volgens Locke enige twee bronnen van kennis.
- Locke maakte onderscheid tussen Simpele ideeën (=resultaat van basale perceptie en simpele
reflectie) en Complexe ideeën (= combinatie van meerdere simpele en/of complexe ideeën)
- Atosimisme = het idee dat complexiteit kan worden begrepen door het op te delen in kleinere
stukken
- Locke maakte onderscheid tussen primaire eigenschappen (= inherent aan het object) en
secundaire eigenschappen (= afhankelijk van perceptie)
- Locke had meerdere ideeën over educatie en opvoeding:
1. Puriteinse idee dat fysieke gezondheid, simpelheid, initiatief en inspanning belangrijke
kernwaarden zijn
2. Een goede opvoeding begint vroeg, omdat de geest dan nog buigzaam is
3. Verwerping van straffen, gestrafte kinderen raken gedemotiveerd
4. Verwerping van concrete beloningen, omdat dit intrinsieke motivatie tegengaat
George Berkely
- 1685-1753
- Paste concept van empirisme toe op perceptie
-Ontwikkelde ideeën volgens het determinisme (= stelt dat alle gebeurtenissen een logisch gevolg zijn
van wat daarvoor gebeurd is. Dus beweert dat vrije wil niet bestaat)
- Bedenker van Subjectief idealisme/immaterialisme (= we kunnen niet zeker zijn dat opjecten
daadwerkelijk bestaan, enkel dat we ze waarnemen)
, - Een van de eerste die de abstracte epistemologie (= hvl kunnen we weten over wat waar is en niet?)
veranderde naar een concreet vraagstuk
- Associationisme (= doctrine dat de geest gezien kan worden als complexe samenstelling van ideeën
die met elkaar verbonden zijn middels associatie tussen deze ideeën) (david hume en dave hartley
belangrijkste denkers in deze stroming)
Hume
- Geest bestaat uit twee elementen: impressies en ideeën
- Impressies: basale sensaties als geur, tast, gehoor etc.
- Ideeën: Vake kopieën van impressies. Vaak afgeleid van ervaringen
- Associaties vormen verbinding tussen ideeen en impressieswaardoor complexe ideeën worden
gevormd
- 3 wetten van associatie
1. Gelijkenis (object lijkt op ander object)
2. Nabijheid (object dichtbij ander object)
3. Oorzaak-gevolg (object komt vaak voor als oorzaak-gevolg)
Hartley
- Ging nog dieper in op associationisme
- Dualist, maar dacht niet dat lichaam en geest interacteren, maar parallel liepen (=parallellisme)
- Nabijheid als belangrijkste associatiewet, onder te delen in spatiele en temporele nabijheid
- Atomistische benadering (= tegenhanger van holistische benadering in gestaltpsychologie waarin
lichaam als geheel object wordt gezien)
James Mill
- 1806-1873
- Verlenging van Hartleys denk ideeën.
- Holistische denker
- Methode van Overeenkomst: zoeken naar overeenkomende eigenschappen
- Methode van verschil: zoeken naar de afwezigheid van overeenkomende eigenschappen
- Methode van gelijktijdige variatie: Kijken of verandering in X te maken hebben met voorspelbare
verwachtingen in Y
Welke reacties kwamer er op het Britse empirisme en associationisme?
- Duitsland reageerden direct op ideeën van engelse tijdgenoten
- Leibniz 1646-1716: reageerde op Locke
- Kant 1724-1804: reageerde op Hartley en met name Hume
- Leibniz: ook Parallellisme, noemde geestelijke elementen monades. Ook maakte hij onderscheid in
bewustzijn: apperceptie, perceptie en petite perceptie -> dit vormde later bsis voor Freuds ideeen
over bewustzijn
- Kant: Eens met de empiristen dat kennis voorkomt uit ervaringen. Voor ervaringen is er a priori
kennis nodig van de concepten plaats en tijd. Dit was intuïtief. Kant dacht dat mensen altijd zouden
denken in termen van oorzaak en gevolg, in tegenstelling tot Hume’s visie. Daarnaast vond Kant de
psychologie geen wetnschap
Ontstond Psychologie uit het niet?
Nee, mensen dachten er altijd al over na.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wouterdenhaan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.