Markt
- Markt > het samenkomen van vraag (kopers) en aanbod (verkopers), waarbij een
verkoopprijs tot stand komt van een goed of dienst.
Concrete markt Kopers en verkopers zijn (fysiek) aanwezig op een geografisch aanwijsbare plek.
- Voorbeeld: supermarkt, rommelmarkt, marktplaats.nl etc..
Kapitaalmarkt: vraag en aanbod van/naar financiële middelen met een langere
looptijd dan 2 jaar. Het gaat hierbij om leningen (Qv) en besparingen (Qa). De
prijs die hierbij tot stand komt is de rente.
Valutamarkt: vraag en aanbod van (vreemde) valuta’s. De prijs die hierbij tot
stand komt is de wisselkoers.
Evenwichtsprijs
Wijzigingen van de evenwichtssituatie:
Verschuiven van de aanbodcurve/aanbodlijn door:
- Kostenontwikkeling
- Verandering van aanbieders
- Technologische ontwikkeling
Verschuiven van de vraagcurve/vraaglijn door:
- Behoefte en inkomen kopers
- Prijs andere goederen
- Aantal kopers/vragers
De prijs die tot stand komt bij een evenwicht - Culturele invloeden
tussen vraag en aanbod. Bij de evenwichtsprijs - Mode, reclame
is de verdeling optimaal en dus pareto-efficiënt.
Let op! De vraag- en aanbodlijn gaat hierbij naar links
Qa = Qv of rechts en wordt dus niet meer/minder stijl.
Break-Even Point (BEP)
Het punt waar de totale opbrengsten gelijk zijn aan de totale kosten. Vanaf dit punt wordt er winst
gemaakt. Hoe hoger de marktprijs, hoe hoger de marge, des te sneller het BEP is bereikt.
Formule Break-Even Point:
TO = TK of GO = GTK
,Elasticiteiten
- Elasticiteiten > worden gebruikt om de sterkte tussen twee procentuele veranderingen aan te geven.
Door dit te berekenen, kun je zien hoe sterk de vraag naar een goed reageert op een verandering van
de prijs (prijselasticiteit) of van het inkomen (inkomenselasticiteit).
Prijselasticiteit - Oorzaak: verandering in de prijs.
- Gevolg: verandering in de gevraagde hoeveelheid.
Inkomenselasticiteit - Oorzaak: verandering van het inkomen.
- Gevolg: verandering in de gevraagde hoeveelheid.
Kruiselingse elasticiteit - Oorzaak: verandering in de prijs van product A.
- Gevolg: verandering in de gevraagde hoeveelheid van product B.
Elasticiteiten berekenen
1. Stel de oude en nieuwe situatie vast.
2. Bereken de procentuele verandering van de prijs/inkomen (oorzaak).
3. Bereken de procentuele verandering van de vraag (gevolg).
4. Vul de formule van elasticiteit in.
Procentuele verandering = nieuw - oud x 100
oud
Elasticiteit = procentuele verandering gevolg . Let op! dit is geen percentage, maar een
procentuele verandering oorzaak verhouding.
Inkomenselasticiteit
Noodzakelijke goederen
Nauwelijks elastisch. (vb. brood en zuivel)
Inferieure goederen
Negatieve inkomenselasticiteit
Des te hoger het inkomen, hoe minder het
gekocht wordt. (vb. huismerkproducten)
Luxe goederen
Positieve inkomenselasticiteit groter dan 1
Des te hoger het inkomen, hoe meer het gekocht
wordt. (vb. een gouden horloge)
Kruislingse elasticiteit
Substitutiegoederen
Een positief verband (vb. als de prijs van
beschuit daalt, daalt de vraag naar brood). De
goederen zijn vervangbaar voor elkaar.
Complementaire goederen
Een negatief verband (vb. als de prijs van koffie
daalt, stijgt de vraag naar koffiemelk). De
goederen horen bij elkaar.
Ek = procentuele verandering vraag product A .
procentuele verandering prijs product B
, Marktvormen
Vormen: Gebaseerd op:
1. Volkomen concurrentie 1. Aantal aanbieders
2. Monopolistische concurrentie 2. Type product (homo- of heterogeen)
3. Oligopolie 3. Toetredingsmogelijkheden
4. Monopolie 4. Transparantie
Transparantie transparant geen transparantie geen transparantie transparant
Voorbeelden veilingen en beurzen, banken, tankstations (Shell) treinen van NS,
prijs uit vrije markt verzekeringen, vliegtuigen en verkeersborden van
(vraag en aanbod) mediamarkt etc.. telefoonabonnementen ANWB etc..
Extra Producent heeft weinig Door de heterogene + innovaties door + schaalvoordelen,
invloed op de prijs, is producten komen er concurreren op diverse schaalvoordelen en
prijsnemer/ verschillen in prijzen, vlakken. Ook continuïteit
hoeveelheidsaanpasser door de vele schaalvoordelen. - machtsmisbruik,
substitutiegoederen - machtsmisbruik en gebrek aan innovatie
kartelvorming en variatie
- Een aanbieder op een markt van volkomen concurrentie heeft geen invloed op het prijsniveau en is dus
een prijsnemer. De prijsafzetlijn is horizontaal ter hoogte van de marktprijs die ook de MO- en GO-lijn
is, er wordt dus geen winst gemaakt. (↔)
- Een monopolist heeft wel invloed op de prijs en is dus een prijszetter. De prijsafzetlijn (P=GO) heeft
een dalend verloop, want de gevraagde hoeveelheid neemt af als de prijs toeneemt. De MO-lijn daalt
twee keer zo snel. (⤡)
Winstmaximalisatie
- Totale winst TW = TO - TK Beslissingsvoorschrift:
- Totale opbrengst TO . = P x Q ・MO > MK, brengt meer op dan dat
het kost, dus door produceren.
- Totale kosten TK . = TCK + TVK ・MO = MK, winst is maximaal.
- Maximale winst MO = MK (MO = TO’ / MK = TK’) ・MO < MK, brengt minder op dan
dat het kost, dus stoppen.
Winstmaximalisatie monopolist
1. Vind MO = MK en trek een rechte lijn vanuit dit punt.
2. Bepaal de hoogte van GTK en GO.
3. Arceer dit vlak.
Doelstellingen
- Maximale totale winst (MO = MK)
- Maximale totale omzet (MO = 0)
- Kostendekking bij een zo groot mogelijke omzet (GO = GTK)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nikkineuteboom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.