Diagnostiek In De Klinische Psychologie (200300176)
Summary
Geïntegreerde samenvatting van alle Hoorcolleges en de te lezen literatuur!
47 views 2 purchases
Course
Diagnostiek In De Klinische Psychologie (200300176)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg
Een samenvatting van het boek 'psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg' van Frans Luteijn en Dick Barelds 4e druk in combinatie met alle hoorcolleges van het vak. Qua boek gaat het hier om H1, H2, H3, H4, H5, H6, H7, H8, H9, H11, H12 een klein stukje van H13. Dit hoofdstuk is een voorbeeld...
H1, h2, h3, h4, h5, h6, h7, h8, h9, h11, h12 een klein stukje van h13
May 24, 2021
75
2019/2020
Summary
Subjects
literatuur
klinische psychologue
hoorcolleges
klinische psychologie
psychologische diagnostiek in de gezondheidszorg
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Klinische- En Gezondheidspsychologie
Diagnostiek In De Klinische Psychologie (200300176)
All documents for this subject (3)
Seller
Follow
mai-ly
Reviews received
Content preview
Samenvatting Tentamen DKP:
Diagnostische cyclus:
Doorverwijzing: van de cliënt naar de diagnosticus (soms
ook met directe vraag van cliënt aan diagnosticus)
o Aanvraag analyse
o Dossierstudie
o Exploratie
Exploratiefase (analyseren/observatie): informatie van
verwijsbrief (verwijzer) en hulpvraag (cliënt) samenvatten
en proberen te onderzoeken wat de vervolgstappen zijn +
wat voor patiënt je voor je hebt
o Wat is er aan de hand?
Inductiefase (diagnostisch scenario): formuleren en bedenken wat er nodig is bij patiënt om te
gaan onderzoeken + formuleren van hypotheses + voorlopige theorie over cliënt
o Hoe komt ‘t? Wat houdt het in stand? Hoe kunnen deze problemen verklaard worden?
Deductiefase: onderzoeken hoe je deze hypotheses moet gaan onderzoeken en gaat toetsen
o Wat is de toekomst/ wat gaat het beloop zijn?
Toetsingsfase (toetsen van theorie): toetsen hypothesen
o Voorlopige theorie wordt omgezet in concrete hypothesen
o Specifiek onderzoek instrumentarium wordt gekozen dat de geformuleerde
hypothesen kan ondersteunen dan wel verwerpen
o Voorspelling over resultaten of uitkomsten op dit instrumentarium zodat op voorhand
duidelijk is wanneer de hypothesen aanvaard of verworpen zullen worden
o Op grond van verkregen resultaten worden de hypothesen op beargumenteerde wijze
aanvaard of verworpen
leidt tot diagnostische conclusie
o Indicatie handeling
Evaluatiefase: kijken of er informatie ontbreekt
Diagnostisch proces en bijbehorende vragen:
Onderkenning: Wat is het probleem? Wat lukt nog wel en wat niet?
Beschrijving van wat er aan de hand is:
o Inventarisatie en beschrijving van:
Klachten en problemen
Krachten/gunstige omstandigheden sterke kanten van
patiënt
Adequate gedragingen van cliënt en/of omgeving in
kaart brengen
o Ordening en categorisering: van disfunctionele gedragsclusters of stoornissen
o Inschatting van de ernst van probleemgedrag:
Categoriale modellen: indeling in categorie; ja/nee
Zoals de DSM-classificatie/categorieën
Dimensionale modellen: individuele verschillen in mate van bepaalde trekken
aanwezig tot niet aanwezig
LET OP: in psychodiagnostiek hebben we GEEN harde cut-offs
Classificatie: puur label, doet geen uitspraak over mogelijke oorzaken. Het is
een beschrijving van symptomen in termen van syndromen volgens indeling
van ICD-10 of DSM-IV/DSM-5
Niet theorie gebonden
Geen uitspraken over mogelijke oorzaken
Voorbeeld: aanmeldklacht = ik heb last van paniekaanvallen in
sociale situaties sociale fobie/sociale angst
, Nadeel: leidt tot labelen + vaak comorbiditeit
Voordeel: vergemakkelijkt communicatie tussen deskundigen
Diagnose: persoonskenmerken => meer theorie gebonden begrijpen en
verklaren van stoornis (staat uniek klinisch beeld centraal)
Individuele kenmerken
Theorie over het probleem (onderkennen en verklaren)
Wat is er aan de hand? Waarom nu deze klachten? Hoe ontstaan?
Waardoor in stand gehouden?
Voorbeeld diagnose:
Nadeel: empirische ondersteuning ontbreekt soms er wordt
meestal tegelijktijdig onderkend en verklaard
Voordeel: doet recht aan de uniciteit van het individu door een
beschrijving van de cliënt en zijn context
Verklaring: waardoor komt dat nou eigenlijk? Waarom is het een probleem? Wat is de
oorzaak van het probleem en wat houdt het in stand of doet het zelfs toenemen?
Antwoord op de vraag waarom er een (gedrags-)probleem is
o Bevat:
Het (deel)probleem
Condities die het optreden van het probleem verklaren
De relatie tussen 1 en 2 in termen van ‘omdat’ of ‘doordat’
o Kennis:
Van beloop van stoornissen
Van instandhoudende factoren
o ARTIKEL GROENIER ET AL. NOTE: onderkenning en indicatie worden vaker
uitgezocht dan Verklaring, terwijl twee patiënten met dezelfde diagnose een heel
andere causale factor kunnen hebben
o Correlatie hoeft geen causaliteit te zijn:
o Verklaringen kunnen ingedeeld worden: het is belangrijk dat de diagnosticus weet van
deze vier verklaringstypen zodat hij niet telkens met één type verklaring rekening
houden
De locus: persoon of de situatie. Bij persoonsgerichte verklaringen ligt de
verklaringsfactor in de persoon zelf. Dit doet zich voor als het gedrag los van
de context bekeken wordt. Bij een bekende context kan de verklaring
situatiegericht zijn. De verklarende gebeurtenissen kunnen:
Aan het te verklaren gedrag voorafgaan
Erop volgen
De aard van controle: men kan spreken over oorzaak, dat wil zeggen door
voorafgaande condities bepaald, maar ook over reden, dat wil zeggen door
, een vrijwillige of intentionele keuze bepaald. Oorzaken verklaren gedrag en
redenen maken gedrag begrijpelijk. Een voorbeeld: als iemand bij het plukken
van kersen uit een boom valt, dan is de zwaartekracht de oorzaak van die val;
de roekeloosheid bij het plukken is de reden. Oorzaak en reden vormen geen
dichotomie, maar een continuüm. Als het gedrag van een persoon
bijvoorbeeld verklaard wordt door intense passie dan kan dit betekend dat het
gedrag daardoor gedetermineerd wordt (oorzaak) maar ook dat deze
verklaringsfactor betekenis/zin geeft aan get gedrag (reden)
Synchrone en diachrone verklaringscondities: synchrone
verklaringscondities vallen in de tijd samen met het te verklaren gedrag;
diachrone daarentegen gaan aan dat gedrag vooraf. Zo is in de
psychoanalytische diagnostiek de structurele verklaring (BV: ego zwakte of
een borderline organisatie) synchroon en de psychogenische verklaring
(VB: orale fixatie of problemen in de individuatie-separatiefase) diachroon
Inducerende en continuerende condities: inducerende condities doen een
gedragsprobleem ontstaan en continuerende condities houden het
gedragsprobleem in stand
Prognose (predictie): hoe zal het probleem zich gaan ontwikkelen?
o Kennis: beloop en predictoren. Denk aan: kans suïcide, agressieve recidive, terugval
o Gaat het om uitspraken doen over het probleemgedrag in de toekomst: het is een
kansuitspraak en deze kans bepaalt mede het behandelingsvoorstel
o De foutenmarges (standaardfouten van een schatting): zijn bij predictie vaak zo groot,
dat de hoge verwachtingen vanuit juridische andere maatschappelijke contexten niet
ingelost kunnen worden. Zo wordt bijvoorbeeld bij procedures voor de toewijzing van
voogdij (hoederecht) bij een echtscheiding, voor voorlopige invrijheidstelling en
vaststelling van blijvende schade na een trauma, erop aangedrongen voorspelling met
een zo groot mogelijke mate van zekerheid te doen.
Nadeel: van dergelijke voorspelling is echter dat ze anti therapeutisch kunnen
werken omdat ze een toestand vastleggen zonder rekening te houden met de
mogelijkheid van toekomstige veranderingen
Indicatie: wat voor behandeling? Kunnen we voorspellen hoe het probleem zich gaat
ontwikkelen? (Wat de cliënt wil en wat jij denkt dat goed is). Welke behandeling komt het
meest in aanmerking? Hoe kunnen problemen verholpen worden?
o Kennis: effectieve behandelingen. Drie nieuwe elementen:
Kennis over behandelingen en behandelaars: geschiktheidsvereisten voor
behandelingen en behandelaars zijn niet duidelijk, onder meer omdat veel
behandelingen niet helder gedefinieerd zijn
Kennis over het relatieve nut van behandelingen: er zijn veel outcome-studies,
maar deze zijn vaak niet specifiek genoeg om uitspraken over concrete
therapeutische interventies en typen cliënten te onderbouwen
Kennis over de aanvaarding van de indicatie door de cliënt: de kans bestaat
dat een cliënt een advies niet opvolgt als de voorgestelde behandeling afwijkt
van zijn voorkeur. Indicatiestrategie die rekening houdt met voorkeuren van
de cliënt. Deze strategie bevat vier principes:
Clientperspectief: wordt geëxploreerd en geëxpliceerd
Informatie: diagnosticus verstrekt de cliënt informatie over
behandelmethoden processen en behandelaars
Verwachtingen en voorkeuren vergelijken: van de cliënt worden
vergeleken met wat de diagnosticus geschikt en nuttig acht en in een
onderling overleg worden een aantal mogelijke behandelingen
geformuleerd die beiden aanvaarden
Kiezen: de cliënt kiest een behandelaar en een behandeling uit
, o Gaat over de vraag of de cliënt een behandeling nodig heeft: en zo ja, welke
hulpverlener en hulpverlening het meest geschikt zijn voor deze cliënt met dit
probleem
o LET OP: om tot indicatie over te gaan moeten de stappen van verklaring en predictie
afgerond zijn
o Zie: GGZrichtlijnen.nl
Evidence-based behandelingen bepaald door groep experts voor iedere
stoornis
LET OP: niet altijd even up to date
o Hoe?
Bedenkt goed wie je voor je hebt:
Eerste contact GGZ of niet?
Voldoende draagkracht?
Meer rationeel of emotioneel
Hoeveel details moet je weten voor de indicatiestelling?
o Voorbeeld indicatie na intake:
Evaluatie: Doen we het goed en hoe moet het nu verder? In hoeverre werkt de behandeling?
Zijn de problemen voldoende verholpen als gevolg van de interventie?
o Hierbij wordt vastgesteld of:
In de therapie rekening gehouden is met de diagnose en met het
behandelingsvoorstel; als dat niet het geval is, is het diagnostische proces
overbodig geweest
Of het proces en de behandeling de verandering van gedrag en beleven
bewerkstelligd heeft: dit kan op twee wijzen gebeuren
Men kan vaststellen of de klachten of problemen in de gewenste mate
afnemen zonder zich uit te spreken of de veranderingen door de
therapie teweeggebracht zijn,
Men kan aantonen dat de veranderingen door de therapie
veroorzaakt zijn, bijvoorbeeld met behulp van n=1-designs, die
vooral ontwikkeld zijn in de gedragstherapie
o Blijf kritisch! Indien geen succes, afvragen waarom dat komt!
Klopt de diagnose wel? Klopt de casus conceptualisatie? Mis ik iets/ heb ik
alle informatie?
Wees niet bang om te herzien!!!!
Bekijk ook kritisch of behandeling juist is uitgevoerd en evidence-based was
Evidence-based werken:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mai-ly. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.39. You're not tied to anything after your purchase.