Dit is een samenvatting van de lessen van onderzoeksmethodologie. Het is relevant voor het tweede jaar TEW en HI en wordt gegeven door bart cambre. Het bevat ook de zelfstudiehoofdstukken en de 2 gastlessen.
Hoofdstuk 1: Research orientation & design
o Research: brug maken tussen variantie en relevantie: tussen theorie en praktijk
o Onderzoekdesign: opzetten maar niet uitwerken van een onderzoeksvraag
o Bekijk tijdig en heel aandachtig waarover je onderzoek zou willen doen
o Onderzoeksvraag verandert heel veel daarom moet je er vroeg aan beginnen
• Vb. 26 versies van template maken en de 26ste is degene die je in de bachelorproef
kan gebruiken
o Ben je een vos of een egel? - Plato
• 2 strategieën → goede onderzoeker is een egel
• De vos kan veel trucjes proberen, terwijl de egel maar 1 strategie heeft namelijk zich
oprollen en wint daar altijd mee
• De vos kan niet winnen van de egel dus je kan beter niet te veel doen
Research strategies
The Field of Management Research
Discipline base
Psychology Sociology Anthropology Economics
Als we een onderzoek gaan doen zal deze
gebaseerd zijn op 1 bepaalde disciplinaire basis
Organisational Sub Fields Operational Je zal in een bepaald sub field je onderzoek
Behaviour/HR Research
Information
uitvoeren
Accounting
systemst & Finance
Industrial
Relations Strategy
Marketing
Influences on Social Research
Practical considerations Sociaal onderzoek: onderzoek in de sociale
Theory Epistemology werkelijkheid. Vb. ik ‘student tew’ die een
onderzoek gaat doen
Social Research (<-> laboratoriumonderzoek)
We bestuderen mensen, bedrijven, in de echte
Values Ontology werkelijkheid
Invloeden van buitenaf op het onderzoek (5 factoren)
1
,Toelichting 5 factoren:
1) Praktische overwegingen heeft te maken met
• Tijd vb. grootschalig onderzoek is op KT niet mogelijk
• Budget
• Ethiek
• Wet vb. welke gegevens mag je gebruiken en opslaan en welke niet. Tot welke
gegevens heb ik toegang?
• Financiën
2) Epistemologie en ontologie: continuüm
o Onderzoek filosofie
• Epistemologie (= kennistheorie) Als de sociale werkelijkheid bestaat, hoe kunnen we
dan kennis vergaren? Hoe kunnen we dingen te weten komen? Door de positieve
wetenschappen na te bootsen? Alles is meetbaar en kan je reduceren tot cijfers
(macht, winst, tevredenheid …)
• Postivisme
o Kennis te weten komen op een positivistische manier. Zoals in de fysica, scheikunde. Bewust
buitenstaander blijven om objectief te blijven vb. Sociale werkelijkheid is iets objectiefs dat
buiten ons ligt. = kwanitatief onderzoek
• Epistemologische positie die pleit voor de toepassing van de methode van de
natuurwetenschappen op de studie van de sociale realiteit.
• Fenomenalisme: alleen fenomen en dus door de zintuigen bevestigde kennis kunnen
echt als kennis worden rechtvaardigt.
• Deductivisme: het doel van theorie is om om hypothesen te generen die kunnen
getest worden.
• Inductivisme: kennis wordt verkregen door het verzamelen van feiten.
• Doelstelling: wetenschap moet worden uitgevoerd op een manier die waardevrij is
• Wetenschappers behandelen wetenschappelijke uitspraken, geen normatieve
uitspraken.
• Interpretivisme
o De andere kant zegt: je kan geen objectieve buitenstaander zijn want we construeren
constant een sociale werkelijkheid
• Je moet deel uitmaken van de werkelijkheid om kennis te kunnen generen
• Kennis opbouwen door de betekenis te zoeken die de respondenten daaraan geven
en het onderzoek kan dit alleen generen door hieraan mee te doen = kwalitatief
onderzoek
• Verschillen tussen mensen en de objecten van de natuurwetenschappen
• Sociale wetenschappers moeten subjectieve betekenis van sociale acties begrijpen
• Webers idee van ‘Verstehen’. Van binnenuit begrijpen om de cijfers te interpreteren
• Ook: hermeneutisch fenomenologische traditie en symbolisch interactionisme
2
, o Ontologie (= zijnsleer): Wat is de sociale werkelijkheid?
• Objectivisme: de sociale werkelijkheid is objectief. Je hoeft mensen niet te leren
kennen om er uitspraken over te doen. De sociale werkelijkheid bestaat. → Sociale
fenomenen en hun betekenis hebben een bestaan dat onafhankelijk is van de sociale
actoren. Onderzoek hier naar doen, naar de houding van de studenten in Antwerpen.
Als buitenstaander kan je deze objectieve sociale werkelijkheid te weten komen. Als
buitenstaander er ook buiten blijven op beïnvloeding te voorkomen.
- Structurele analyse
- Attitudinale analyse
• Constructionisme/constructivisme: De sociale werkelijkheid is niet objectief. De
sociale werkelijkheid wordt constant geconstrueerd. → Sociale fenomenen en hun
betekenissen worden voortdurend tot stand gebracht door sociale actoren.
Onderzoeker presenteert altijd een specifieke versie van sociale realiteit. Kennis is
onbepaald. Alles verandert heel de tijd, maar hoe kan je dan het idee behouden dat
je met een cijfer van 0 tot 10 tevredenheid in het studentenleven kan vergaren?
- Categorische analyse
- Redevoerende analyse
Realisme
o We kunnen de werkelijkheid begrijpen als we een goed meetinstrument hebben. Als we de
goede methode gebruiken
• Natuur – en sociale wetenschappen moeten dezelfde aanpakken hanteren
(positivisme)
• Empirisch realisme: realiteit kan worden begrepen door het gebruik van geschikte
methoden
• Kritisch realisme:
• Identificeer structuren die gebeurtenissen en verhandelingen generen.
• Structuren die niet spontaan zichtbaar zijn in de waarnemingen, ze kunnen alleen
worden geïdentificeerd door het praktische en theoretische werk.
o Links boven naar rechts beneden. Er zal altijd een dominante richting zijn
o Empirisme: als je het niet kan zien/horen/ruiken bestaat het niet
• Wat je niet kan meten, kan je niet weten
o Auto etnografisch onderzoek: gaat ervan uit dat je nooit vb. de meningen van studenten over
het studentenleven te weten kan komen
• Het enige waarover je iets kan zeggen is jezelf
• Als ik uitspraak wil doen over mensen, moet ik ze heel goed kennen, maar je kan
niemand kennen behalve jezelf.
• Vb. als je wil weten hoeveel zwarte vrouwen aan de top geraken, kan je mensen
leren kennen en horen wat ze allemaal gedaan hebben (auto etnografen) of meten
hoeveel zwarte en witte mannen en vrouwen aan de top zijn geraakt (empirisch)
3
, o Continuüm: wetenschappelijk onderzoek dus veel verschillende mogelijkheden
o Grootste deel van economisch onderzoek baseert zich op positivisme maar we zin ook een
omkanteling naar andere scholen
Theory: deduction – induction – abduction
3) Theorie: methodologie bestaat niet zonder theorie. Je zal onderzoek altijd verbinden met
een bepaalde theorie
o Je kan theorie genereren en/of testen
o 2 types theorie:
• Grand theories
• Theories of the middle range
o 2 manieren om theorie en methodologie te linken:
• Deductieve logica: de theorie komt eerst. Je gebruikt een theorie, haalt hier
hypothesen uit, gaat op zoek naar data en kijkt of die ook van toepassing is op een
bepaalde empirische setting, je test je empirie. (= dominante logica)
- Theorie staat voorop, postivistische kijk, objectieve werkelijkheid
- Statistiek zit hier
- Vb. Hoe meer autonomie, hoe meer productiviteit (heb je in theorie
gevonden)
▪ Test dit in praktijk
The process of deduction : Theorie → hypothese → dataverzameling → bevindingen → hypothese
aanvaarden of verwerpen → herziening van de theorie
• Inductieve logica: de praktijk komt eerst. Je weet niet of er wel geschikte theorieën
zijn. Je kijkt hoe het er in praktijk aan toe gaat: zo open mogelijk in het veld duiken.
Je verzamelt data, categorieën en patronen zoeken, zoeken naar regelmaat en
voorspelbaarheid. Langzaamaan zie je linken en kan je een theorie formuleren. Je
kan enkel kleine theoretische inzichten gaan formuleren. Vertrekt vanuit poging om
inzicht te krijgen.
- Dit is dus het omgekeerde
- Hier heb je eerst de observaties en op het einde formuleer je pas de theorie
(= kleinere broertje)
• Vb. Men zag dat men mensen gezonder kon laten eten door gezonde voeding op
ooghoogte te leggen in de supermarkt. Er zat oorspronkelijk geen theorie achter.
The process of induction: Verzamel informatie → stel vragen → vorm categorieën → zoek naar
patronen → ontwikkel theorie → vergelijk theorie
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TEWaanUA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.