Geschiedeniswerkplaats 2V
Samenvatting en begrippen H.4 Pruiken en revoluties
tijdbalk
H. 4.1 De pruikentijd
Begrippen
Abolitionisme: beweging voor de afschaffing van slavenhandel en
slavernij
Atheïsme: de overtuiging dat er geen god bestaat
Driemachtenleer: trias politica (theorie over de drie onderdelen van de
macht van staten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke
macht
Indirecte belastingen: belasting die betaald wordt bij de aankoop van
producten
Mensenrechten: rechten voor alle mensen
Pruikentijd: 18e eeuw
Rationeel: redelijk, door middel van verstand
Rechtsstaat: staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden, ook
de overheid zelf.
Standenmaatschappij: maatschappij waarin de bevolking is verdeeld in
standen met eigen rechten en plichten
Standenstaat: staat die gebaseerd is op standen
Verlichting: beweging van mensen die vinden dat met het verstand alles
kan worden verklaard en dat de maatschappij op de rede gebaseerd
moet zijn.
Westers: West-Europees en Noord-Amerikaans
Samenvatting
18e eeuw staat bekend als pruikentijd. ! met pruiken lieten mannen zien
dat zij rijk en belangrijk waren. ! vrouwen meestal geen pruik maar
hadden fantastische kapsels- bouwwerken.
Economische bloei in Frankrijk
Nederland verliest economische koppositie aan Engeland en Schotland
(vanaf 1707 GB). In Fra bloei handel en nijverheid. Landbouw
belangrijkste middel van bestaan.
Franse standenmaatschappij:
Er waren drie standen. 1e stand " geestelijkheid , 2e stand " adel , 3e
stand " rest bevolking (burgers en boeren)
1e en 2e stand: privileges, voorrechten" geen belasting betalen/hoge
banen aan het hof of in het leger.
3e stand: wel belasting betalen " geen inspraak. Belastinggeld ging
grotendeels naar de koning (Frankrijk was bijna bankroet) om oorlogen
te betalen. ¾ staatsinkomsten kwamen uit indirecte belastingen
(aankoop producten). Zorgde voor hoge prijs voedsel – armen
slachtoffer.
, De Verlichting. Immanuel Kant " iedereen moest zelf denken en niet
zomaar geloven wat de kerk of een andere autoriteit zei.
Verlichting: in de 17e eeuw veel wetenschappelijke uitvindingen . Het
idee ontstond dat mensen met de rede/verstand (ratio) alles konden
begrijpen en verklaren " meer begrip mens en maatschappij – betere
wereld en leven.
Anders denken over godsdienst. De verlichting leidde ondermeer tot
andere opvattingen over de godsdienst"voor tolerantie – niet één ware
godsdienst (rampen etc. waren geen straf van God, maar waren gewoon
te verklaren). Ontstaan atheïsme: geen god.
Voltaire: zag God als een klokkenmaker, hij had de wereld geschapen,
maar de wereld ‘liep’ nu vanzelf.
Gelijkheid.
" Verlichting leidde ook tot kritiek op de standenmaatschappij. Iedereen
moest gelijk zijn en gelijke rechten hebben ! mensenrechten/vrijheid
van godsdienst en menigsuiting.
- Rechtsstaat: iedereen, ook de koning, moet zich aan de regels
houden
- Afschaffen slavernij (abolitionisme)
John Locke: koning krijgt macht van het volk, niet van God. Bij misbruik
mag volk andere regering aanwijzen.
Montesquieu: Trias Politica - driemachtenleer: wetgevende(parlement
maakt wetten), uitvoerende (regering bestuurt en voert wetten uit) en
rechterlijke macht (rechtspreken volgens de wet
Rousseau: koning was overbodig " volksvertegenwoordiging was nodig.
Boeken en genootschappen.
1751 Encyclopedie: kennis verspreiden en delen onder het publiek
28 delen
Verspreiding van verlichte ideeën kon gevaarlijk zijn voor het
absolutisme, standenmaatschappij en de kerk. Franse koning wilde dan
ook niet dat deze ideeën verspreid werden.
H 4.2 Revolutie in Amerika
Begrippen
Amerikaanse Revolutie: opstand van de Britse kolonies in Noord-
Amerika die in 1776 leidde tot het ontstaan van de Verenigde Staten van
Amerika
Dekolonisatie: het onafhankelijk worden van kolonies
Democratische revolutie: ingrijpende politieke verandering waarbij een
democratische grondwet wordt ingevoerd
Federatie: staat waarin het staatsgezag is verdeeld tussen een centrale
staat en deelstaten
Grondrechten: belangrijkste rechten van burgers die in de de grondwet
zijn vastgelegd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MariaHernández. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.