100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Blok 2.7 Challenges in Education and Development $6.31   Add to cart

Summary

Samenvatting Blok 2.7 Challenges in Education and Development

 66 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting van probleem 1 t/m 7 van blok 2.7 Challenges in Education and Development van jaar 2 Psychologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Bevat de belangrijkste termen, concepten, theorieën, definities en artikelen.

Preview 4 out of 51  pages

  • May 25, 2021
  • 51
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Probleem 1: The burden of being bullied
Leerdoelen:
1. Wat zijn de oorzaken van pesten?
2. Wat zijn de gevolgen van pesten?
3. Welke interventieprogramma’s zijn er tegen pesten en hoe effectief zijn deze?

Artikel: Bullying in schools: the power of bullies and the plight of victims (Juvonen & Graham)
Pesten: gerichte intimidatie of vernedering, vaak misbruikt een fysiek sterker of sociaal prominenter
persoon diens macht om iemand anders te bedreigen, kleineren, of onderuit te halen. Om het
slachtoffer machteloos te laten voelen kan de pester een aantal agressieve gedragingen toepassen,
maar het gaat ook vooral om een dynamische interactie tussen pester en slachtoffer (de
machtskwestie tussen de twee personen onderscheidt pesten van plagen/conflict). Onderzoek heeft
aangetoond dat 20-25% v/d jongeren direct betrokken zijn bij pesten, zowel als pesters als
slachtoffers als beide.

Uit onderzoek bleek dat minder dan 10% van de jeugd een chronische pester wordt tijdens hun
jeugd. Er is consistent bewijs gevonden voor het feit dat vele pesters hun neiging om te pesten
‘’uitgroeien’’ in hun adolescentie, dit gaat dan vooral over fysiek pesten.

Vormen van pesten:
 Direct pesten  gaat meer over het intimideren, vernederen of kleineren van iemand in het
bijzijn van anderen, fysieke agressie, bedreigingen, uitschelden. Vaker door jongens.
 Indirect pesten  gaat meer over relationele manipulatie en het beschadigen van iemands
(sociale) reputatie; roddels verspreiden, ‘’backstabbing’’, exclusie van groepen. Vaker door
meisjes, maar geen sterk verschil.
 Sociale dominantie  pesters zijn vaak kil en heel uitgekookt en hebben een gebrek aan
empathie. Ze gebruiken dwangmatige strategieën om het gedrag van leeftijdsgenoten te
controleren en domineren. Pesters hebben vaak ook hoge sociale status. Dit is belangrijker
op een bepaalde leeftijd, dus de transitie van basisschool naar middelbare school is hierbij
belangrijk.
 Inflated self-views and social-cognitive biases  veel agressieve jongeren hebben een hoge
(opgeblazen) perceptie over zichzelf; ze overschatten hun competenties en raten zichzelf
lager op depressie, sociale angst, en eenzaamheid. Dit kan komen door cognitieve biases:
o Hostile attributional bias: de neiging om ambigue situaties te interpreteren als dat
anderen gewelddadige intenties tegenover je hebben. Pesters behouden hun
positieve zelfbeeld door dus het beschuldigen van de agressie van anderen i.p.v. het
accepteren van persoonlijke verantwoordelijkheid voor negatieve events.
o Social feedback: de sociale feedback die pesters krijgen van anderen is positiever;
jongeren willen de pesters niet uitdagen of interveniëren wanneer ze hen anderen
zien pesten, of reinforcen de pesters zelfs door te lachen, om hun eigen sociale
status en reputatie veilig te stellen.

Subtypes slachtoffers:
 Onderdanige slachtoffers  zijn angstig, onzeker en gevoelig. De internaliserende
problemen en gebrek aan zelfverzekerdheid maken deze mensen makkelijke targets en zijn
dus een risicofactor om gepest te worden.
 Provocerende slachtoffers  zijn agressief. Deze agressie is vaak ineffectief. Hebben
emotieregulatie en aandachtsproblemen, vaak door ADHD-gerelateerde stoornissen.

,Risicofactoren om gepest te worden:
 Social misfit  alle gedragingen of (fysieke) karakteristieken die een kind anders maken dan
de groep kunnen risicofactoren zijn voor pesterij. Bijv. obesitas en raar-getimede puberale
groei, beperkingen/stoornissen, LGBTQ+-lidmaatschap, etc.
 Interpersoonlijke risicofactoren  emotionele problemen of gedragsproblemen, lage
sociale status, gebrek aan vrienden. Onderzoek heeft aangetoond dat zelfs het hebben van
één vriend al kan beschermen tegen de negatieve gevolgen van pesterij.

Consequenties van gepest worden:
 Social misfit & interpersoonlijke factoren  zijn zowel een risicofactor als een
consequentie, er is een wederzijdse relatie gevonden.
 Psychosociale moeilijkheden  hogere prevalentie van verschillende soorten
angststoornissen, depressie, specifieke fobieën en paniekstoornissen. Ook meer risico op
zelfmoord-gerelateerde gedragingen.

Mechanismes bij slachtoffers:
 Misattributie  speelt een rol bij de psychosociale problemen van slachtoffers; ze wijzen het
pesten vaak intern toe en zien het als oncontroleerbaar (self-blaming), bijv. ‘’I would not be
picked on if I were a cooler kid’’ of ‘’kids do this to me because they know I won’t get them in
trouble’’. Zulke toewijzingen verklaren de associatie tussen reputatie en emotionele distress.
Sommige slachtoffers doen juist aan other-blaming, dit verklaart waarom sommige
slachtoffers wraak willen nemen.
 Emotionele distress/somatische klachten  spelen vooral een rol bij schoolproblemen en
gezondheidsproblemen. Pestslachtoffers voelen zich vaak angstig en hebben last van
hoofdpijn en andere fysieke problemen waardoor ze niet naar school kunnen. Een onderzoek
toonde ook aan dat jongeren die het gevoel kregen dat ze buitengesloten werden van de
groep lieten verhoogde activiteit zien in de dorsal anterior cingulate cortex (dACC)
vergeleken met mensen die erbij werden betrokken; dACC wordt ook geactiveerd wanneer
mensen fysieke pijn ervaren.

Contexten van pesten:
 Cyberbullying: pesten via een elektronische/online omgeving. Kan direct of indirect. Heeft
unieke kenmerken speed en spread: denigrerende berichten kunnen snel het doelwit maar
ook heel veel anderen bereiken. Ook anonimiteit speelt een grote rol; gebruikersnamen etc.
kunnen makkelijk verzonnen en veranderd worden. De identiteit van de pester is dan niet
bekend waardoor het makkelijker wordt om een gemeen bericht te sturen of beschamende
foto’s van iemand anders te posten.
 School: pesten gebeurt vaak op scholen omdat kinderen/jongeren zich hier constant
bevinden met leeftijdsgenoten. Het klimaat van de school speelt ook een belangrijke rol; als
leerlingen of studenten zich niet geaccepteerd, gesteund, en gerespecteerd voelen op school
is pesten een groter probleem.
o Raciale/etnische diversiteit  grotere etnische diversiteit in de klas en op school gaf
Latino en Afro-Amerikaanse studenten minder kwetsbaarheidsgevoel en minder
exploitatie/uitbuiting. De auteurs die dit onderzochten beweerden dat de
machtsrelaties op etnisch diverse scholen meer in balans is.
o Organisatie van instructie  studenten die blootgesteld zijn aan een minder
veeleisend curriculum en aan meer ‘’afwijkende’’ leeftijdsgenoten lopen meer risico
op antisociaal gedrag. Sociaal kwetsbare adolescenten die binnen kleine groepen
leven hebben minder kansen om hun sociale identiteit te definiëren, waardoor ze
juist gestigmatiseerd worden.

, o Afwijking van norm  social misfits, hoe meer je afwijkt van de norm hoe meer
risico om gepest te worden. Leerlingen die meer afweken van de norm waren
volgens hun leraren ook angstiger/verdrietiger. Leden van de etnische groep die in
de meerderheid is doen meer aan self-blaming.

Interventies voor scholen:
 Schoolwide interventions  is voor alle studenten, hun ouders, en volwassenen binnen de
school. Gaan ervanuit dat pesten een systemisch sociaal probleem is en dat een oplossing
vinden de collectieve verantwoordelijkheid is van iedereen op de school. De cultuur van de
gehele school wordt aangepakt i.p.v. alleen of alleen als toevoeging op het focussen op
individueel of groepsgedrag bij pesterijen. Zulke interventies zijn vaak gebaseerd op het
Olweus Bullying Prevention Program (OBPP); gaat over verhoogd bewustzijn over de aard
van het probleem, meer monitoring, en systematische en consistente responses op pesten.
Studenten maken bijv. hun eigen regels over pesten en krijgen informatie over strategieën
om met pesten om te gaan, en er worden discussies in de klassen gevoerd over pesten.
Leraren en school staff krijgen trainingen.
 Effecten zijn matig. Er is inconsistentie over de mate waarin de programma’s ook echt
voldoen aan de principes van een goede interventie (randomisatie etc.). Ook bouwden
veel interventies heel erg op zelfrapportage. Ook werd de Olweus interventie in
Noorwegen geïmplementeerd waar ze kleine klassen hebben met goed getrainde
leraren; dus niet generaliseerbaar.
 KiVa interventie is een efficiënte schoolwide interventie, focust meer op de getuigen en
omstanders van pesten. Helpt met het creëren van meer empathie voor slachtoffers en
strategieën om slachtoffers te helpen wanneer ze gepest worden. WITS interventie
focust op het creëren van bewustzijn van het probleem en leert studenten sociale skills
om interpersoonlijke problemen te kunnen oplossen. Beiden zijn wel effectief in Finland
en Canada maar zijn nog niet getest op Amerikaanse scholen. In Amerika is er Steps to
Respect.
 Targeted interventions  focust op de jongeren die betrokken zijn bij pesten, zowel op
pesters als slachtoffers. Kaarten de dysfunctionele gedachtes en gedragingen van pesters
aan, bijv. de hostile attributional bias. Om dit te tackelen is er het Five-step social-cognitive
model van Crick & Dodge en de Fast Track. Fast Track is meer een demonstratie om te laten
zien hoe een potentiële goede interventie eruitziet, is moeilijker te implementeren op een
school. Er zijn ook programma’s die gedrag en sociale informatieverwerking bij agressieve
jongens aanpakken, zoals Brainpower en Coping Power Program.

Suggesties voor vervolgonderzoek:
 Een multinationaal longitudinaal onderzoek is nodig om te verklaren hoe pestervaringen
veranderingen over tijd, hoe sommige kinderen herstellen, en wat de lange termijn
consequenties van peer abuse zijn.
 Onderzoeken over pesten en over discriminatie moeten met elkaar verbonden worden om
de overeenkomsten en unieke kenmerken en consequenties van elk te kunnen begrijpen.
 School contextuele factoren (bijv. etnische verdeling, organisatie, structuur) die jongeren
kunnen beschermen tegen pesten moeten onderzocht worden.
 Meer onderzoek naar goed geëvalueerde interventies op basis van de nieuwste empirische
bewijzen.

Artikel: A systematic review of school-based interventions to prevent bullying (Vreeman & Carroll)
Een review van geëvalueerde school-gebaseerde interventies om pesten te verminderen, om te
kijken of deze interventies werken.

Methode:

,  De twee onderzoekers evalueerden 56 v/d 2090 gevonden artikelen, uiteindelijk voldeden 26
artikelen aan de criteria. Onderzoek moest bijv. een experimentele interventie bevatten met
controle- en interventiegroepen en een follow-up evaluatie.
 Interventies moesten school-gebaseerd zijn met als voornaamste focus het verminderen of
tegengaan van pesten.
 De interventies konden verdeeld worden onder 5 categorieën:
1. Curriculum interventies
2. Multidisciplinaire/whole-school interventies
3. Targeted social and behavioral skills groups
4. Mentoring
5. Social work support
 De studies onderzochten basisschoolleerlingen (variërend van groep 1 t/m 8) of middelbare
school leerlingen.

Resultaten:
 Curriculum interventies  10 studies gingen over het implementeren van een nieuw
curriculum (videotapes, colleges, geschreven curriculum). 6 v/d 10 interventies lieten geen
significante verbetering zien. De leraren zagen wel een significante vermindering in fysiek en
verbaal geweld. Van de 4 studies die wel verbetering lieten zien, lieten 3 meer pesten zien in
bepaalde populaties of met bepaalde meetinstrumenten.
 Whole-school multidisciplinaire interventies  10 studies gingen over het gebruik van een
multidisciplinaire whole-school benadering (schoolwijde regels en sancties, lerarentraining,
klassencurriculum, conflictresolutie training en individuele counseling). Slechts 2 v/d 10 keek
naar middelbare scholen, de rest naar basisscholen. 2 studies over OBPP hadden
verschillende resultaten. 7 v/d 8 resterende studies liet positieve effecten zien. Jongere
kinderen hadden minder positieve effecten omdat zij nog niet sociaal conformeren.
 Er zijn verschillende significanties gevonden en OBPP is lastig te repliceren waardoor de
generaliseerbaarheid daalt.
 Social and behavioral skills group  4 studies keken naar interventies over sociale skills en
gedragsskills voor kinderen betrokken bij pesten, 2 hiervan keken naar kinderen met veel
agressie, de andere 2 naar slachtoffers zelf. De meest positieve uitkomsten waren voor de
jongste kinderen; de interventies voor oudere kinderen liet geen significante veranderingen
zien.
 Mentoring  mentorprogramma voor risicokinderen; de gementorde kinderen
rapporteerden minder pesten dan hun niet-gementorde leeftijdsgenoten.
 Social work support  1 studie keek naar het effect van social workers op pesten; meer
social workers op school leidde tot minder pestgedrag.

 Multidisciplinaire interventies hadden de beste resultaten. Dit komt omdat pesten hier
wordt gezien als een systematisch probleem en dus ook een systematische oplossing
vereist door alle groepen aan te pakken.
 Curriculum interventies beïnvloeden pestgedrag niet vaak en indirecte uitkomsten van
pesten worden niet consistent verbeterd door de interventies

Implicaties:
 Alleen Engelse onderzoeken uit Europa en de VS, dus moeilijk te generaliseren.
 Resultaten kunnen overschat zijn  er werden vooral zelfrapportages gebruikt en er was
vaak maar één meetmoment.


Artikel: Effectiveness of anti-bullying school programs: A meta-analysis (Jiménez-Barbero et al.)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ThyraLisa. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.31  7x  sold
  • (0)
  Add to cart