100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Super volledig document formeel strafrecht !!! $7.51
Add to cart

Exam (elaborations)

Super volledig document formeel strafrecht !!!

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Hallo, Documentje met: - Hoorcollege/ minicollege aantekeningen van week 1 tot week 6 (dus alles) - Leerdoelen uitgewerkt van alle weken - Alle arresten - Stappenplannen van alle onderwerpen - 7 oude tentamens: vragen en antwoorden Alles is nagekeken met de powerpoints van de UvA en powe...

[Show more]

Preview 5 out of 165  pages

  • May 25, 2021
  • 165
  • 2021/2022
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
O: overnemen
T: toepassen
O+T: overnemen en toepassen


AANTEKENINGEN EN ARRESTEN
Kennisclip: Arrest lezen
Toetsingscriteria Hoge Raad:
- Schending van het recht
- Verzuim van vormen

Stappenplan arrest lezen:
1. Hoe is het arrest opgebouwd? Scan het arrest globaal.
2. Wat zijn de juridisch relevante feiten van de zaak? Waar gaat deze zaak over? Begin conclusie
AG.
3. Wat is de beslissing van de feitenrechter? Veroordeeld of vrijgesproken en hoe gemotiveerd.
4. Wat is de rechtsvraag? Reden waarom deze in cassatie is gegaan, relevante cassatiemiddel
5. Wat is het antwoord op de rechtsvraag? Eerst uitspraak AG lezen. Kern van advies vinden
dan conclusie
6. Hoe waardeer je deze uitspraak? Conclusie AG lezen en vergelijken met uitspraak HR. Kijk in
de annotatie.
Week 1
Minicollege 2: Doelen van het strafprocesrecht
Doel van strafprocesrecht: Het verzekeren van een juiste toepassing van het abstracte materiele
strafrecht. Dit doel is tweedelig:

1. Het bewerkstelligen dat de schuldigen (degene die daadwerkelijk de strafwet hebben overtreden)
worden gestraft.
2. Het voorkomen van de bestraffing van onschuldigen.

Dit doel brengt ook bijkomende doelen mee:
- Voorzien in regeling waarin een adequate justitiële reactie kan worden gegeven op strafbaar gedrag
- Eerbiediging van de rechten en vrijheden van de verdachte en andere betrokkenen
- Procedurele rechtvaardigheid: rekening met zwaarte inbreuk.
- Demonstratiefunctie: laten zien door handhaving
- Generale en speciale preventie
- Voorkomen eigenrichting

Strafprocesrecht en waarheidsvinding:
- Welke methode is nodig om achter de waarheid te komen?
- Welke bevoegdheden zijn nodig en aan wie worden die gegeven
- Hoe voorkomen wij dat de bevoegdheden naar eigen dunk worden gebruikt? Dus zelf ook aan de
regels houden

Strafprocesrecht en rechtsbescherming
- Burger beschermen voor overheid, zonder burger in dit proces te betrekken
- Zonder te diep in te gaan op de rechten van de burgers bv. Recht op privacy.

Minicollege 3: Bronnen en klassieke uitgangspunten
Waar vinden wij het strafprocesrecht?
- art. 107, 10 t/m 18, 92, 93, 113, 116, 118, 119, 121, 122 en 140 Grondwet
- art. 1 Sv: legaliteitsbeginsel
- Bijzondere wetten: bv. Opiumwet, Wet wapens en Munitie.
- AMvB en ministeriele beschikkingen

,O: overnemen
T: toepassen
O+T: overnemen en toepassen
- Beleidsregels
- Internationaal recht: Raad van Europa en Europese Unie: LS moet dit regelen of vaststellen.
- Rechterrecht: HR die een bepaald artikel uitlegt. Voorwaarden aan verbinden in een uitspraak,
welke uitspraken hieraan worden verbonden
- Ongeschreven recht: proportionaliteit, subsidiariteit etc.

Bij wet voorzien: wet in formele zin = strafvordering

Constateren zonder rechtsgevolg: sanctie constateren dat het zou moeten maar geen rechtsgevolg
aan verbinden. In e wet staat “kan”.

Klassiek uitgangspunt van het Nederlands recht:
- Rechter onafhankelijk (van uitvoerende organen, niet vooringenomen zijn) en onpartijdig (voor het
leven genoemd, aangesteld door de kroon, goed salaris) is. Door mogelijke vooringenomenheid komt
wraking of verschoningsrecht.
- Beroepsrechter: alleen hoog en goed opgeleide rechters
- Vervolgingsmonopolie OM: alleen het OM mag vervolgen. Geen eigen richting.
- Opportuniteitsbeginsel
- Strafvorderlijk legaliteit (primaat bij wetgever): gebonden aan de wet art. 1 Sv.
- Geen procedure zonder aanleiding (verdenking of aanwijzing: moeilijk verifieerbaar gerucht)
- Vermoeden van onschuld: art. 6 EVRM jo 14 IVPRM
- Hoor en Wederhoor: Wie het woord krijgt.
- Recht op rechtsbijstand
- Recht op vertaling en vertolking
- Zwijgrecht: recht om te zwijgen, nooit worden verplicht om te praten
- Interne openbaarheid: verdachte heeft altijd het recht om bij zijn eigen proces aanwezig te zijn
- Externe openbaarheid: zittingen zijn openbaar, geen geheimen in een zitting tenzij gewichtige
redenen
- Motivering: precies motiveren waarom deze maatregel, deze straf en deze hoogte
- Onmiddellijkheidsbeginsel: art. 350, 338 Sv

Minicollege 4: Procesdeelnemers
Procesdeelnemers:

1. De verdachte, art. 27 Sv

Rechten van de verdachte:
- Zwijgrecht art. 29 lid 2 Sv:
 Arrest Plastic boodschappentasje: worden er vragen gesteld over zijn betrokkenheid bij een
strafbaar feit? Alle vragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkte
persoon betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit. Er is dan sprake van
een verdachte en verhorende ambtenaar moet dan cautie geven.
- Recht op rechtsbijstand art. 27c lid 2, 27ca jo 28 Sv.

- Consultatiebijstand en verhoorbijstand art. 28b – 28c Sv.
 Arrest Salduz: Consultatiebijstand krijgt elke verdachte 30 min of tijdens het verhoor.
- Recht op kennisneming van processtukken art. 30 Sv. Voorafgaande aan de terechtzitting alle
stukken mogen inzien
- GEEN verplichte procesdeelnemers aan de terechtzitting tenzij voorzitter vindt dat de verdachte
toch moet komen

,O: overnemen
T: toepassen
O+T: overnemen en toepassen
2. Slachtoffer
- Benadeelde partij art. 51f Sv
- Spreekrecht art. 51e Sv: over alles. Gevolgen van het strafbaar feit, passende straf.
- Getuige art. 294 Sv gijzeling: getuigenverklaring. Door oproeping moet hij verschijnen en moet hij
verklaren maar komt hij niet dan mag hij gegijzeld worden.

3. Rechter
- Verplichte procesdeelnemers aan de terechtzitting

4. Opsporingsambtenaar art. 141-142Sv

5. OM art. 167 lid 1, 242 lid 1 Sv: als enige vervolgingsmonopolie.
- Verplichte procesdeelnemers aan de terechtzitting

6. Griffier
- Verplichte procesdeelnemers aan de terechtzitting

Minicollege 5: Procesfasen
1. Opsporingsonderzoek

- Onder leiding van het OM.
- Uitgevoerd door opsporingsambtenaren

2. Vervolging
- Onder leiding van het OM.
- Dagvaarding

3. Berechting (OTTZ)
- Onderzoek op de terechtzitting

4. Beraadslaging en uitspraak
- art. 348, 250 Sv model
- Tot een uitspraak komen

5. Tenuitvoerlegging
- Onder leiding van OM


Minicollege 6 (en 3): Mensenrechten en het strafrecht
Mensenrechten en het strafrecht staat in:

- Het EVRM: Art. 34 EVRM. Moet alle nationale rechtsgangen zijn verlopen. Tot 6 maanden na laatste
veroordeling.
- Art. 93-94 Grondwet: Internationaal gaat voor nationaal, nationaal wordt opzijgezet.
- Rees interpretata- werking: veroordeling van een ander land wordt gedaan op grond van dezelfde
regelgeving? Dan wordt van de lidstaten verwacht dat zij hun regelgeving ook aanpassen. Ook al is
deze lidstaat zelf niet veroordeeld.
- Is het recht absoluut (nooit inbreuk op mogen worden gemaakt) of relatief (inbreuk mag wel op
grond van bepaalde criteria)
- Uitwerking van de “rule of law”
- Bescherming tegen een willekeurige optredende overheid

,O: overnemen
T: toepassen
O+T: overnemen en toepassen
- Er mag pas worden gestraft als de lidstaat de verdachte in staat heeft gesteld de hem in art. 6
gegeven rechten uit te oefenen wanneer er om deze wordt verzocht.
- Heeft betrekking op de gehele strafrechtspleging dus ook op het voorbereidende onderzoek dat van
invloed is op de eerlijkheid van het eindonderzoek
- Niet limitatief
- EHRM beoordeeld de “procedure as a whole”

Art. 6 EVRM
- Recht op een eerlijk proces “criminal charge”? Voorbereidende onderzoek valt ook onder 6 EVRM

Rechten gegeven door art. 6 EVRM:
- Behandeling binnen een redelijk termijn
- Nemo-tenturbeginsel: verdachte hoeft niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling. OM moet
bewijs in zaak leveren. Bewijs tegen zichzelf verzamelen mag niet.

Saunderscriterium ruim: Recht om te zwijgen en recht om aan je eigen veroordeling mee te werken
Saunderscriterium eng: het nemo-tenturbeginsel is niet van toepassing als het gaat om materiaal die
niet afhankelijk is van zijn wil, buiten zijn wil om bestaat. Het is er gewoon. Het gaat dus om bloed,
urine, adem en documenten. Dit criterium heeft nog maar hele beperkte betekenis.

 Arrest Jalloh: art. 3 (hier aard en dwang) en 6 EVRM (hier nemo-tenturbeginsel). OM moet
bewijzen en niet andersom.

Criteria inbreuk nemo-tenturbeginsel (Jalloh):
1. Nature and degree of the compulsion/ Wat was de mate en aard van dwang dat is gebruikt om het
bewijs te vergaren.
2. The existence of any relevant safeguards in the procedure/ Het bestaan van “relevant safeguard”
in de procedure. Hoe is deze procedure geregeld.
3. The use to which any material so obtained is put/ Het gebruik dat van de verklaring of het
gevonden materiaal is gemaakt. Hoe hebben wij dit materiaal gebruikt.

Op basis van deze belangenafweging moet worden bepaald of er sprake is van een inbreuk op het
nemo teneturbeginsel

 Arrest Gafgen

- Verbod op uitlokking: uitlokking door opsporingsambtenaren
- Onafhankelijke en onpartijdige rechter
- Onschuldpresumptie
- Op de hoogte gebracht worden van de beschuldiging
- Verdediging en rechtsbijstand
- Ondervraging van getuigen

Conclusies uit Gäfgen:
- Een inbreuk op art. 3 EVRM leidt dus niet altijd tot een inbreuk op art. 6 EVRM
- Als de inbreuk op art. 3 niet heeft geleid tot bewijs dat is gebruikt om de verdachte te
Veroordelen is er geen inbreuk op art. 6 EVRM
- Dat was in de Gäfgen zaak het geval
- Hij is veroordeeld voor de moord op het slachtoffer op basis van zijn bekentenis op
De zitting. Die bekentenis is in vrijheid afgelegd

, O: overnemen
T: toepassen
O+T: overnemen en toepassen
Art. 8 EVRM
- Recht op privacy
- Inbreuk op basis van (lid 2):
- Wet “in accordance with the law”
- (nadrukkelijk) Doel “legitimate aim”
- Noodzakelijk “necessary in a democratic society”

- Meer dan een beperkte inbreuk: specifieke legitieme basis nodig voor de inbreuk bv. Stelselmatig

Art. 29 Sv en 3 EVRM
- Zwijgrecht, cautie
- en ongeoorloofde druk = Pressieverbod: alle vragen die de strekking hebben antwoord te den geven
die niet de vrije uitdrukking is van de gedachten van hem tot wie de vraag is gericht.
- Verhoor: Alle vragen aan een door een opsporingsambtenaar als verdachte aangemerkte persoon
betreffende diens betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit.

3 EVRM: Minimum level of severity. Drie categorieën:
1. Folteren: een opzettelijk toegebrachte onmenselijke behandeling die zeer ernstig en wreed
lijden teweegbrengt met het doel om informatie te verkrijgen, te straffen of te bedreigen 
Gafgen II r.o. 90.

2. Onmenselijke behandeling: een opzettelijke behandeling die uren aaneengesloten duurt en
daadwerkelijk lichamelijke verwondingen oplevert of intens fysiek lijden of psychisch lijden
veroorzaakt  Gafgen II r.o. 89.

Dreigen met folteren is een onmenselijke behandeling  Gafgen II r.o. 91.

3. Vernederende behandeling: De behandeling bij het slachtoffer gevoelens van angst en
minderwaardigheid veroorzaakt waardoor het slachtoffer vernederd wordt en mogelijk zijn
fysieke en morele weerstand breekt of als de behandeling zodanig was het slachtoffer wordt
gedreven tot handelingen tegen zijn wil of geweten  Gafgen II r.o. 89.

Ongeoorloofde verhoormethoden: leidt tot niet ontvankelijkheid OM
1. Geweld: art. 3 EVRM
2. Bedreiging  EHRM Gafgen
3. Intimidatie
4. Beloften, giften en gunsten: niet te ver gaan
5. Misleiding
6. Misbruik van de verhoor situatie of gezag
7. Ongeoorloofde zedelijke druk  Zaans verhoren


Casuscollege 1 en 2: art. 6 Zwijgrecht, nemo tenetur en het recht op verdediging
 Salduz zaak: in strijd met 6 EVRM. Tot welke sanctie leidt het niet verlenen van consultatiebijstand
en verhoorbijstand?

 Salduz sinds 2019: inbreuk op consultatiebijstand zorgt voor bewijsuitsluiting van alle verklaringen
die tijdens dat verhoor is verkregen.

Er moet wel worden verzocht aan verhoorbijstand. Anders krijgt hij dit niet en dit is geen inbreuk.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LZondervan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.51
  • (0)
Add to cart
Added