100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen voor Moderne geschiedenis/Nieuwste geschiedenis $6.96   Add to cart

Class notes

College aantekeningen voor Moderne geschiedenis/Nieuwste geschiedenis

 26 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit vak heet ook wel nieuwste geschiedenis. College aantekeningen.

Preview 4 out of 42  pages

  • May 25, 2021
  • 42
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Daniel knecht
  • All classes
avatar-seller
🏔
nieuwste geschiedenis
Class 112110066Y

Created @Apr 9, 2021 10:53 AM

Materials

Property

Reviewed

Type Lecture

tuesday April 6th - De opkomst van het nationalisme
thursday April 8th - Tussen restauratie en revolutie
monday April 12th - De eeuw van de vooruitgang
thursday April 15th - Imperialisme, machtspolitiek en spanningen
thursday April 22nd - De Eerste Wereldoorlog
wednesday April 28th - Na de catastrofe: vernieuwing en crisis
thursday April 29th - De jaren 30: fascisme, dictatuur en internationale spanningen
monday May 10th - De Tweede Wereldoorlog en de Holocaust
wednesday May 12th - Dekolonisatie en de Koude Oorlog, 1945-1989
monday May 17th - Welvaart, democratisering en culturele transformaties sinds 1945
thursday May 20th - Eenheid en verdeeldheid? Europa na 1989




nieuwste geschiedenis 1

, tuesday April 6th - De opkomst van het
nationalisme

💡 Sleutelvragen: wat is nationalisme en hoe verhoudt het zich tot andere
negentiende-eeuwse ideologieën? Wat voor uitdagingen betekende de
opkomst van het nationalisme voor de Europese politiek? Moest het
nationalisme van karakter veranderen om succesvol te zijn?




Halverwege de 18e eeuw begon een periode die wordt beschouwd als een essentiële
periode voor het ontstaan van modern bewustzijn in Europa. Oude begrippen kregen
een moderne betekenis (zoals staat) en er ontstonden nieuwe begrippen zoals klasse
en imperialisme.

Waarom moderne geschiedenis? Moderniteit betekent nieuwe begrippen,
betekenissen en tijdservaring (Reinhart Koselleck). Mensen zagen hoe erg hun leven
verschilde van hun ouders door alle snelle veranderingen → hun leven was heel
anders dan dat het voor mensen van 1 of 2 generaties voor hen was. Er was een
besef van ontwikkeling en blijvende verandering. Er is geen stabiliteit of een soort
cyclus. Dat is heel typerend voor de moderne geschiedenis (vanaf ong 1800).

Kritiek, want eigenlijk was er veel continuïteit met vroegmoderne tijd (nog steeds
monarchie, adel, boerenstand, religie opleving). Die ouderwetse elementen waren er
dus nog.

De 'lange 19e eeuw' (Eric Hobshawm): Franse Revolutie tot tijdens WOI → 1789-
1914. Oftewel de eeuw de vereenzelvigen met de dominante supermacht van die tijd.
'Britse eeuw' en pax britannica van 1815-1914, ze hadden onbeperkte macht over de
zeeën en domineerde de economie, handel en industrie over de hele wereld.



Romantiek (geen politieke ideologie maar een culturele stroming) was van grote
invloed op de negentiende eeuw. De obsessie met de romantiek komt samen met het
"sublieme", de ervaring ervan. Daar waren mensen naar op zoek.

Culturele achtergrond van de Romantiek (1760-1850):

reactie op de Verlichting, dus een reactie tegen wetenschap en rationalisme

in Duitsland speelde ook de ervaring met de napoleontische bezetting een rol



nieuwste geschiedenis 2

, nadruk op emotie en individuele expressie

individu moest zich vrij uit kunnen drukken

verheerlijken van het (individu) getormenteerd lot van de kunstenaar

zoekt inspiratie in de natuur en volkscultuur

romantici projecteerde hun gevoel op de natuur, in de zoektocht naar het
sublieme

geloof in het unieke karakter van ieder volk (terug te vinden in de volkscultuur)
en iedere historische periode

filosoof Johan Godfried Herder (?) die geloofde dat elk tijdperk bijzonder
was op hun eigen manier, dus middeleeuwen niet verwerpen omdat ze niet
aan moderne standaarden voldoen. Ieder volk heeft een unieke nationale
geest die bewondert dient te worden. Windt zich op over verlichte
standaarden dat ieder volk hetzelfde is

de kunstenaar als rebelse buitenstaander, leefden niet meer aan het hof. Waren
vaak wel erg arm en alleen, staat aan de rand van de maatschappij



Nieuwe ideologieën:

NATIONALISME: het idee dat mensen identiteit ontlenen aan hun natie en moeten
er voor alles loyaal aan zijn. Natie en staat moeten elkaar overlappen. We leven
eigenlijk nog steeds in de tijd van het nationalisme. Vroeger identificeerden mensen
zich met hun dorp, maar nu is het een land. Imagined community: je kent de meeste
mensen niet, maar je identificeert met ze omdat je in hetzelfde land woont.
Gebaseerd op taal, religie, staat, gedeelde geschiedenis, tradities. Op basis hiervan
behoren mensen tot een staat. Nationaliteiten komen soms heel erg overeen met
elkaar. Zoals de balkan. Maar hun religie geeft hier de doorslag voor de natie. Joden
die in Polen wonen zijn geen polen. Die worden pas Pool als zij zich bekeren tot het
katholicisme. Of mensen die Duits spreken en in Polen wonen zijn ook geen Pool.
Vroege nationalisten: Adam Mickiewicz (dichter/schrijver, Pools), Guiseppe Garibaldi
(Italiaanse vrijheidsstrijder). Seperatisme: een stuk land dat zich afscheidt van een
grote staat (Ierland en Engeland). Unificatie nationalisme: verschillende gebieden
samenvoegen tot 1 natiestaat. Nationalisme binnen een staat: binnen de grenzen
van een staat een natiegevoel beginnen. 19e eeuws Frankrijk. De staat bestaat al,
maar binnen die staat worden mensen meer Frans.




nieuwste geschiedenis 3

, Het nationalisme was een bedreiging voor multi-etnische rijken, katholieke kerk (als
supranationale macht), monarchieën op basis van goddelijk recht ipv
volkssoevereiniteit, minderheden (zoals Joden), lokale identiteiten. Vroege
nationalisten waren hoge intellectuelen uit de burgerij. Nationalisme was een
progressieve kracht die verbonden werd met liberalen.
LIBERALISME: in de 18e eeuw ontstaan. Gebaseerd op burgerrechten, individuele
vrijheid, grondrechten, rechtsstaat. Individu moest zich het beste konden
ontwikkelen. Rijkere/welvarende mannen moesten inspraak hebben in het bestuur.
Adam Smith schreef dat als iedereen zijn doelen na zou jagen, een invisble hand de
economie zou begeleiden. Vrij ondernemerschap, geen overheidsingrijpen in
economie. Industrialisatie: bevolkingsgroei is een groot probleem, want meer
concurrentie zorgt voor lagere lonen. Arme mensen zijn gedoemd om arm te blijven.
Rijke bazen van fabrieken kunnen alleen rijk blijven door lage lonen te betalen.
Geworteld in de Verlichte kritiek op het absolutisme. Sterk verbonden met de 19e-
eeuwse burgerij (hogere middenklasse en middenklasse in de bredere zin). Het gold
als de ideologie van de hogere burgerij. Middenklasse emancipeerd en omarmd
burgerlijke principes zoals werken en individuele verantwoordelijkheid,
burgerrechten, educatie en mannelijk. Publieke sfeer is aan mannen voorbehouden,
vrouwen waren thuis (in de hogere klasse). In de arbeidersklasse werkten vrouwen
uit noodzaak. In de burgerij was het een privilege om als vrouw thuis te blijven, een
teken van welvaart en beschaving. Verdeeldheid over algemeen kiesrecht, sociale
wetgeving. Moet de overheid iets doen aan de slechte omstandigheden van
arbeiders? Lage lonen en slechte huizen. Mochten vrouwen stemmen?
CONSERVATISME: behoud van de gevestigde orde (monarchie, aristocratie, kerk) en
traditioneel gezag. Geworteld in de reactie op de Franse Revolutie en Napoleon.
Komt overeen met de ideeën van het Congres van Wenen: Restauratie. Edmund
Burke, Reflections on the Revolution in Franca (1790): uit de natuur valt volgens
hem op te maken dat mensen gelijk zijn en dat oude rechten van het ancien regime
moest blijven. Reactionaire extreme vorm als kern: volgens hen is monarchie
goddelijk. Aanhangers van de monarchie wilden echt geen enkele verandering. Zij
vonden dat de kerk de staat moest zijn, etc. De mens is van nature slecht en heeft
een orde nodig om zich van die slechte daden te weerhouden.
SOCIALISME: sociaal eigendom ten behoeve van de maatschappij als geheel. Geen
kapitalisme en individueel eigendom. Communisme: alleen als er economische
gelijkheid was, had politieke gelijkheid betekenis hebben. Leefomstandigheden
arbeiders moest beter, ook hogere lonen. Vroege socialisten: egalitarisme, autonome
gemeenschappen. Stond vrij ver van de staat af. Marxisme: geschiedenis bepaald



nieuwste geschiedenis 4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gwen3. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  2x  sold
  • (0)
  Add to cart