100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Leerdoelen medische kennis 1.4a $4.89   Add to cart

Class notes

Leerdoelen medische kennis 1.4a

1 review
 14 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van de lesdoelen voor medische kennis 1.4a gegeven in blok 3 of 4 van het eerste jaar verpleegkunde HBO aan de hogeschool van Amsterdam. De samenvatting is opgesteld a.d.h.v. de literatuur en aantekeningen van de college's

Preview 4 out of 44  pages

  • May 25, 2021
  • 44
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Violet laurent
  • All classes

1  review

review-writer-avatar

By: jasminmahamed1 • 2 year ago

avatar-seller
Les 1 Het hormonale stelsel Intro
1. De functie bij de homeostase van communicatie tussen cellen
verklaren en de aanvullende functies van het endocriene stelsel en
het zenuwstelsel beschrijven.
Communicatie tussen cellen en weefsels vindt plaats door chemische signaalstoffen die worden
afgegeven aan de extracellulaire vloeistof. Over grotere afstanden vindt communicatie plaats via het
endocriene stelsel en het zenuwstelsel.
Het zenuwstelsel zorgt voor korte specifieke communicatie, het endocriene stelsel voor langdurige
en gebruikt hiervoor hormonen.
De belangrijkste functies van het zenuw- en endocriene stelsel:
1. De werking berust op afgifte van chemische stoffen die zich binden aan specifieke receptoren
op doelcellen
2. Beide stelsels hebben gemeenschappelijke signaalstoffen noradrenaline en adrenaline. Deze
worden hormonen genoemd als ze aan bloed worden afgegeven en neurotransmitters als ze
bij een synaps worden afgegeven
3. Beide stelsels worden voornamelijk via negatieve terugkoppeling gereguleerd
4. Beide stelsels coördineren en reguleren de activiteit van andere cellen, weefsels, organen en
stelsels en handhaven homeostase

2. De belangrijkste groepen hormonen noemen en de algemene
mechanismen van de werking van hormonen op doelorganen
verklaren.
Er zijn drie groepen hormonen:
1. Aminozuurderivaten
2. Peptidehormonen
3. Vetderivaten (steroïden en eisosanoïden)

1. Aminozuurderivaten
Relatief kleine moleculen die lijken op aminozuren. Enkele voorbeelden zijn: adrenaline,
noradrenaline, schildklierhormonen en melatonine.

2. Peptidehormonen
Zijn de grootste groep. Het zijn ketens aminozuren die uitlopen van korte polypeptiden (eiwitten).

3. Vetderivaten (steroïden en eisosanoïden)
Zijn van vetafgeleid en lijken qua bouw op cholesterol. Deze zijn onoplosbaar in water en hebben
daarom transporteiwitten nodig om door het bloed te kunnen verplaatsen.

Werkingsmechanisme van hormonen: Hormonen wijzigen de activiteit van cellen.
Structurele eiwitten bepalen de algemene vorm en inwendige structuur van cellen en enzymen
regelen de stofwisseling van de cel.
Hormonen wijzigen het functioneren van cellen doordat ze de identiteit, activiteit, plaats of
hoeveelheid enzymen en structurele eiwitten in de doelcel wijzigen.

,3. De ligging, de hormonen, functies en aandoeningen van de
hypofyse beschrijven.
Ligging:




De hypofyse is een kleine ovale klier in het sella turcica: een instulping in het wiggenbeek van de
schedel. De hypofyse hangt onder aan de hypothalamus en is daarmee via een dunne steel: het
infundibulum (: trechter) verbonden.
De bouw van de hypofyse is verdeeld in een voorkwab en een achterkwab.

Hormonen:
De hypofyse geeft een 9-tal (peptiden) hormonen af.
1. Thyroïdstimulerend hormoon (TSH)
2. Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
3. Follikelstimulerend hormoon (FSH)
4. Luteïniserend hormoon (LH)
5. Prolactine
6. Groeihormoon (GH)
7. Melanocytstimulerend hormoon (MSH)
8. Antidiuretisch hormoon (ADH)
9. Oxytocine

De hypofysevoorkwab produceert:
1. Thyroïdstimulerend hormoon (TSH)
Doel orgaan: Schildklier

Functie: Activeert de afgifte van schildklierhormoon.

2. Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
Doel orgaan: Bijnieren

Functie: Stimuleert de afgifte van steroïdhormonen door het bijnierschors.

3. Follikelstimulerend hormoon (FSH)
Doel orgaan: Ovaria/testes

Functie: bevorderd de ontwikkeling van follikels (en eicellen) bij de vrouw en stimuleert de afgifte
van oestrogenen. Bij de man stimuleert FSH de vorming van spermacellen in de testes.

4. Luteïniserend hormoon (LH)
Doel orgaan: Ovaria/testes

Functie: stimuleert de ovulatie, de vorming van voortplantingscellen bij de vrouw. Ook bevordert het
de afgifte van oestrogenen en progestativa (bereidt het lichaam voor op zwangerschap).

,Bij de man zet het interstitiële cellen aan tot de vorming van geslachtshormonen (androgenen, o.a.
testosteron).

5. Prolactine
Doel orgaan: Melkklieren

Functie: Stimuleert de vorming van melk door de melkklieren.

6. Groeihormoon (GH)
Doel orgaan: (elk weefsel maar met name:) Skeletspieren en kraakbeencellen.

Functie: Stimuleert celdeling- en groei doordat het eiwitsynthese stimuleert.

7. Melanocytstimulerend hormoon (MSH)
Doel orgaan: Huid (melanocyten)

Functie: Zou melanocyten stimuleren om meer melanine te produceren (waardoor de huid
pigmenteerd). Maar cellen die MSH vormen in de hypofyse zijn bij volwassenen bijna niet
functioneel.

De hypofyseachterkwab produceert:
8. Antidiuretisch hormoon (ADH)
Doel orgaan: Nieren

Functie: Terugresorptie van water en daarmee verhoging van het bloedvolume/bloeddruk. (Door
alcohol wordt de productie van ADH geremd waardoor je vaker naar de WC moet dan goed voor je
is)

9. Oxytocine
Doel orgaan: Uterus, melkklieren (bij de vrouw) en zaadleider en prostaatklier (bij de man)

Functie: Bevorderd contracties van baring en uitdrijving van melk bij de vrouw. En contracties van
zaadleider en prostaatklier bij de man.

Functies:
De activiteit van de hypofysevoorkwab worden gereguleerd door hormonen van de hypothalamus.
Hormonen uit de hypothalamus verlaten dit orgaan via een zeer ongebruikelijk georganiseerd
netwerk van bloedvaten. Bloedvaten die twee haarvatennetten verbinden worden poortaders
genoemd. Deze hebben dezelfde bouw als venen. Het hele complex wordt een poortadersysteem
genoemd. Deze zogen ervoor dat al het bloed dat de poortaders binnenkomt bepaalde doelcellen
bereikt.

De hypofyse voorkwab (adenohypofyse) bevat cellen die hormonen kunnen maken. De Achterkwab
(neurohypofyse) bevat zenuwcellen.
Deze twee kwabben te zamen produceren en geven een 9-tal verschillende hormonen af aan het
bloed.

, Aandoeningen:
Hyperfunctie: Worden veroorzaakt door tumoren. Dit heeft gevolgen voor alle hormonen die hier
worden geproduceerd maar o.a. ADH wat gevolgen heeft voor de osmolariteit van het bloed.

Hypofunctie: onvoldoende afgifte ADH: diabetes insipidus.

4. De ligging, de hormonen, functies en aandoeningen van de
schildklier beschrijven.
Ligging:




De schildklier (grandula thyroidea) ligt voor de trachea, onder het schildkrakbeen. De twee kwabben
van de schildklier zijn verbonden door een smalle brug: de isthmus.

Hormonen:
De schildklierhormonen zijn afgeleid van moleculen van het aminozuur tyrosine waaraan
jodiumatomen zijn gebonden. Het hormoon thyroxine bevat 4 jodiumatomen vandaar: T4.
Het andere schildklierhormoon heeft drie jodiumatomen vandaar: T4.
Dus de twee schildklier hormonen zijn:
1. Throxine/T4
2. Tri-joodthyronine/T3
Daarnaast is er nog een derde schildklierhormoon:
3. Calcitonine
Dat in de C-cellen (endocriene cellen tussen de follikelcellen en het basale membraan) wordt
geproduceerd.

Functies:
Beide schildklierhormonen versnellen de ATP productie in de cellen. Ze activeren genen die coderen
voor enzymen die betrokken zijn bij glycolyse en energieproductie waardoor de stofwisselingsnelheid
en het zuurstofverbruik in de cel toenemen. De cel gaat meer energie/calorieën verbruiken, dit
wordt het calorigene effect genoemd. Door de hogere stofwisselingsnelheid (verbranding) wordt ook
meer lichaamswarmte geproduceerd.

De schildklierhormonen beïnvloeden dus de stofwisselingsnelheid en de lichaamstemperatuur. Bij
groeiende kinderen zijn schildklierhormonen verder nodig voor een normale ontwikkeling van het
beender-, spier-, en zenuwstelsel.

Ten slotte heeft calcitonine een remmende werking op osteoclasten waardoor calciumafgifte vanuit
de beenderen wordt vertraagd. Daarnaast stimuleert het uitscheiding van calcium in de nieren. De
concentratie calciumionen in het bloed daalt hierdoor.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Petervw. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60281 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.89
  • (1)
  Add to cart