100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Scheikunde H3 Moleculaire stoffen $3.79   Add to cart

Summary

Samenvatting Scheikunde H3 Moleculaire stoffen

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Een complete samenvatting van H3 Moleculaire stoffen

Preview 2 out of 5  pages

  • No
  • H3
  • May 26, 2021
  • 5
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
3.1 De bouw van stoffen

Om stoffen in te delen in groepen kun je gebruikmaken van de stofeigenschap
stroomgeleiding. Om de elektrische stroom te geleiden, moet in een stof geladen deeltjes
aanwezig zijn die vrij kunnen bewegen. Doormiddel van een experiment kan je de resultaten
in drie groepen indelen.


Metalen; geleiden zowel in vaste als in de vloeibare fase
Formules waarin alleen metaalatomen voorkomen. Sn, Cu en Zn.
Opgebouwd uit positieve metaalionen en negatieve vrije elektronen die elkaar aantrekken
en een metaalbinding vormen.
Het kristalrooster dat ontstaat heet een metaalrooster.




Zouten, geleiden alleen in de vloeibare fase en opgeloste fase
Formules waarin een combinatie van een metaalatoom en van één of meerdere niet-
metalen. SnCl2, NaCl en KNO3.
Opgebouwd uit positieve en negatieve ionen die elkaar aantrekken en een ion-binding
vormen.
Het kristalrooster dat ontstaat heet een ionrooster.




Moleculaire stoffen, geleiden niet
Formules waarin alleen niet-metaalatomen voorkomen. I2, C18H36O2 en C24H50.
Opgebouwd uit ongeladen moleculen die elkaar aantrekken en een vanderwaalsbinding
vormen. (Vanderwaalsbinding = aantrekkingskracht moleculen)
Het kristalsrooster dat ontstaat heet een molecuulrooster.

, 3.2 Bindingen in moleculen
(Atoombindingen)
In de naam van een moleculaire stof waarvan de moleculen uit 2 verschillende
atoomsoortenbestaan gebruik je een voorvoegsel om de index uit de molecuulformule weer
te geven. Daarachter komt de naam van de atoomsoort. De naam van de stof eindigt steeds
op -ide.
Inde Voorvoegsel
x
VB: P2O5
1 Mono (niet vooraan)
Twee fosforatomen  difosfor
Vijf zuurstofatomen  pentaoxide 2 Di
= difosforpentaoxide 3 Tri
VB: SiCl4 4 Tetra
Eén siliciumatoom  silicium 5 Penta
Vier Chlooratomen  tetrachloride 6 Hexa
= siliciumtetrachloride 7 Hepta
8 Octa
De atoombinding of covalente binding bevindt zich tussen de atomen in de moleculen en
wordt gevormd door een gemeenschappelijk elektronenpaar. De covalentie van een atoom
geeft het aantal atoombindingen aan dat een atoom kan vormen. Om de covalentie te
weten, bepaal je het aantal elektronen dat er te weinig is ten opzichte van het dichtbij zijnde
edelgasconfiguratie. Koolstof C = K-schil:2 L-schil:4 is dus 4 te weinig, covalentie is dus 4.
Of je kunt de covalentie van een atoomsoort afleiden uit de plaats in het periodiek systeem.

VB: Methaan CH4
Covalentie C is 4 (bindingen)
Covalentie H is 1 (binding)

VB: Zuurstof O2
Covalentie O is 2 (bindingen)
Bestaat uit 2 zuurstofatomen.
VB: Stikstof N2
Covalentie N is 3 (bindingen)
Bestaat uit 2 stikstof atomen.

In de structuurformule van een molecuul worden de atoombindingen weergegeven met een
streepje. De atoombinding is een sterke binding.

Om te bepalen welke atoomsoort het sterkst aan de elektronen trekt, gebruik je de elektro-
negativiteit. De elektro-negativeit is een maat voor de kracht waarmee een atoom de
elektronen van een atoombinding aantrekt. Het atoom met de hoogste elektro-negativiteit
trekt sterker aan de elektronen en wordt een beetje negatief geladen. Dit komt doordat de
(negatieve) elektronen dichterbij komen. Het andere atoom wordt dus een beetje positief
geladen. In Binas tabel 40A staan de elektro-negativeit vermeld. Het verschil in elektro-
negativiteit (ΔEN) bepaalt het soort binding. Voor natriumchloride, NaCl, is het verschil in
elektro-negativeit 3,2 - 0,9 = 2,3 Chloor krijgt dan een negatieve lading (1-) en natrium een
positieve lading (1+).
3.3 Bindingen tussen moleculen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kars. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79373 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.79
  • (0)
  Add to cart