100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Recht in de Creatieve Industrie - Creative business, Saxion Enschede $7.00   Add to cart

Summary

Samenvatting Recht in de Creatieve Industrie - Creative business, Saxion Enschede

3 reviews
 106 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek -Recht in de creatieve industrie door Ilse van de Laar-Wijdeven, uitgeverij Coutinho, Bussum 2017. Hoofdstukken 1 t/m 6, paragraaf 7.11, hoofdstuk 8 en 9.

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 6, paragraaf 7.11 en hoofdstuk 8 en 9
  • May 26, 2021
  • 24
  • 2020/2021
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: armine02 • 2 year ago

Translated by Google

The sentences were all almost grammatically incorrect. It gave me a whole error and had to look up things myself because in this “summary” it was completely wrong, waste of money.

reply-writer-avatar

By: hazeveldclaudia • 2 year ago

Translated by Google

Reply deleted by the user

review-writer-avatar

By: ashirazi • 2 year ago

review-writer-avatar

By: niekek • 3 year ago

avatar-seller
Week 1: Hoofdstuk 1: Inleiding in het recht. (blz. 17-34)
- Paragraaf 1.1. Waarom is er recht?
Het recht zorgt voor vrede, veiligheid en gelijkheid in onze samenleving. Het weerspiegelt onze
normen, waarden en idealen. Ook dient het er toe zoveel mogelijk conflicten te voorkomen,
bestaande conflicten op te lossen of handelbaar te maken. Alle rechtsregels die in Nederland gelden,
vormen samen ‘het recht’.

- Paragraaf 1.2. Functies van het recht.
Het recht heeft 4 belangrijke functies:
1. De normatieve functie. Hier liggen de normen vast die aangeven wat wenselijk en wat
onwenselijk gedrag is. Veel ethische fatsoensnormen (rechtsnormen) worden zo belangrijk
geacht dat er een straf wordt gesteld als ze worden overtreden, zoals diefstal of moord.
2. De instrumentele functie. Het recht is ook een instrument van de wetgever om een bepaald
gedrag bij mensen te realiseren. Bijvoorbeeld verkeersregels.
3. De aanvullende functie. Als mensen vergeten goede afspraken te maken met elkaar, dan kunnen
ze terugvallen op de regels van het recht. Zoals een band die automatisch gezamenlijke
auteursrechten krijgt. Ook als zij dit niet bespreken.
4. De geschil-oplossende functie. Wanneer twee of meer partijen hun conflict niet zelf kunnen
oplossen, dan zal een onafhankelijke derde een besluit nemen. Deze taak is weggelegd voor de
rechter.

- Paragraaf 1.3. Waar vinden we recht?
1.3.1. De wet.
Een wet is een geschreven rechtsregel. Onze nationale wetten worden gemaakt door de regering (de
koning en de ministers) en de Staten-Generaal (de Eerste en Tweede Kamer). Er zijn wetten in
formele zin. Deze zijn opgesteld door de formele wetgever: de regering en de Staten generaal.
Bijvoorbeeld de grondwet. Er zijn ook wetten in materiële zin. Hierbij gaat het om algemeen
bepalende wetten (die voor iedereen gelden). Bijvoorbeeld algemeen verbindende voorschriften.
Naast de formele wetgever kunnen ook lagere wetgevers wet opstellen.

1.3.2. De jurisprudentie.
Het recht ontwikkelt zich mede doordat rechters uitspraken doen over concrete, aan hen
voorgelegde gevallen. Jurisprudentie ontstaat doordat een rechter een onduidelijke regel uitlegt of
zelfstandig een nieuwe regel formuleert, als de regels niet toereikend zijn in het geschil. De rechter
vult dan de leegte in. Jurisprudentie heeft dezelfde geldigheid als het recht uit de wet.

1.3.3. Het verdrag.
Een verdrag is een afspraak gesloten door Staten (onderling) en/of volkenrechtelijke organisaties
(zoals de VN). Als twee of meer Staten en/of volkenrechtelijke organisaties een internationale
samenwerking aangaan, dan leggen zij dat vast in een verdrag. Verdragen kunnen 3 punten
inhouden: 1) Staten kunnen hun rechten en plichten over en weer vastleggen, 2) of rechten
opnemen die gaan over hun burgers en 3) ze kunnen internationale organisaties en internationale
tribunalen (tijdelijke of permanente internationale gerechtshoven) in het leven roepen.

1.3.4. Het gewoonterecht.
Gewoonte rechterlijke regels zijn niet in de wet vastgelegd, maar rechters kunnen deze regels wel
meenemen in hun beslissing. Het gewoonterecht wordt ook wel ongeschreven recht genoemd.
Bijvoorbeeld de vertrouwensregel. Het kabinet moet tijdens zijn regeringsperiode het vertrouwen
van de Tweede Kamer hebben om te kunnen regeren. Anders valt het. Deze regels zijn niet
vastgelegd in een wet, maar gelden dus wel degelijk in ons rechtssysteem.



1

, - Paragraaf 1.4. De rechtszekerheid.
De maatschappij - en dus ook de creatieve industrie - moet op een wet kunnen bouwen en weten
waar zij aan toe is. Om die reden worden in wetten open normen gebruikt: de wetten zijn zo ruim
omschreven dat zij In de tijdsgeest geïnterpreteerd kunnen worden. Rechters mogen deze open
normen zelfstandig interpreteren. Op die manier kunnen er In de rechtspraak nieuwe eisen en
criteria voor een wet ontstaan. Daarnaast komt het voor dat de wetgever de betekenis van een
rechtsregel veranderd, vanwege nieuwe ontwikkelingen of voortschrijdende inzichten.

- Paragraaf 1.5. Nederlands recht.
1.5.1. Privaatrecht.
Het privaatrecht regelt de verhoudingen tussen burgers onderling (burgers worden In het recht
natuurlijke personen genoemd), tussen burgers en bedrijven en tussen bedrijven onderling
(bedrijven organisaties noemen we rechtspersonen). We leggen 2 kanten van privaatrecht uit: 1) Het
verbintenissenrecht. Een verbintenis is een handeling van een of meerdere (rechts)personen. Bijv.
het aangaan van een verbintenis. 2) het intellectueel-eigendomsrecht. Dit gaat over de bescherming
van voortbrengselen van de menselijke geest. Denk bijvoorbeeld aan een liedje.

1.5.2. Publiekrecht.
Het publiekrecht geeft regels voor de verhouding tussen de burger en de overheid.
Overheidsorganen hebben bepaalde taken die Alleen zijn mogen uitvoeren. Om dat in goede banen
te leiden en ervoor te zorgen dat de belangen van de Nederlandse burger gewaarborgd blijven,
bestaan er de regels van het publiekrecht. Tot In het publiekrecht behoren uiteenlopende regels. Zo
heb je het staatsrecht. Dit geeft regels over de organisatie van de Nederlandse staat. de regels
bepalen bijvoorbeeld hoe een nieuw kabinet tot stand komt. Ook het strafrecht hoort hierbij, dit
bepaalt welke feiten strafbaar zijn en wat de straf is. Het begaan van een strafbaar feit is een
schending van de Nederlandse rechtsorde. Als de laatste het bestuursrecht, dit gaat over regels waar
de overheid zich aan moet houden bij het nemen van beslissingen. Het geeft organen van de
overheid enerzijds instrumenten om de overheidstaken uit te kunnen voeren, anderzijds geeft het de
burger waarborging om tegen de overheid in te kunnen gaan.

- Paragraaf 1.6. Hoe handhaven we het recht?
1.6.1. De rechter.
De rechter buigt zich over geschillen en doet daarover vervolgens een uitspraak. De rechter dient bij
zijn uitspraak rekening te houden met de wet, de belangen van de partijen en de ouderen uitspraken.
het proces ziet er als volgt uit:
 een rechtszaak start bij de rechtbank. De partij die de rechtszaak start is de eiser. Hij daagt de
wederpartij voor de rechter. De wederpartij wordt de gedaagde of verweerder genoemd. De
partijen komen voor de rechter van de rechtbank, ook wel de ‘rechter in eerste aanleg’
genoemd. De rechter doet vervolgens uitspraak over het geschil. De uitspraak van de rechtbank
noemen we een vonnis.
 Een partij die het niet eens is met het vonnis van de rechtbank, kan in hoger beroep gaan bij het
gerechtshof. De rechter van het hof bekijkt de zaak opnieuw en doet dan een nieuwe uitspraak.
De uitspraak van het gerechtshof noemen we een arrest.
 Een partij die het niet eens is met het arrest van het gerechtshof, kan in cassatie gaan bij de Hoge
Raad. In de Hoge Raad zitten de hoogste rechters van Nederland. Anders dan bij de voorgaande
rechters neemt de Hoge Raad doorgaans geen nieuwe beslissing. De Hoge Raad kijkt slechts of de
wet en de overige rechtsregels door het hof goed zijn toegepast en of de uitspraak voldoende is
gemotiveerd. Cassatie heeft dus enkel zin als er sprake is van een onbegrijpelijk oordeel van het
hof. De Hoge Raad kan de uitspraak van het hof vernietigen of in stand houden.



2

, 1.6.2. De voorzieningenrechter.
Over het algemeen duurt een procedure bij de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad in totaal
zo’n anderhalf tot twee jaar. De voorzieningenrechter behandelt spoedeisende zaak in kort geding.
Personen die directe actie willen ondernemen, kunnen dus terecht bij de voorzieningenrechter, mits
spoedeisendheid aanwezig wordt geacht. Het voordeel is dat de zaak sneller wordt behandeld, een
nadeel is dat de rechter weinig tijd heeft bij zijn voorbereiding. er vindt Daarom een minder
diepgaande behandeling van het geschil plaats.

- Paragraaf 1.7. Grondrechten.
Grondrechten (of mensenrechten) vormen de grondbeginselen van de menselijke waardigheid en
gelden voor iedereen. Grondrechten zijn belangrijk, omdat ze de staatsmacht beperken en omdat ze
de autonomie van de burger tegenover de overheid waarborgen. De overheid mag rechten van
burgers niet aantasten en moeten zorgen voor een menswaardig bestaan. Een burger kan daarom
tegenover de overheid een beroep doen op zijn grondrechten (in verticale relatie). Grondrechten zijn
ook van toepassing tussen burgers onderling (in horizontale relatie).

1.7.1. Nationale en internationale grondrechten.
Onze grondrechten zijn vastgesteld op nationaal en internationaal niveau. Ze zijn vastgelegd in de
Grondwet, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), het Europees Sociaal
Handvest (ESH) en in het Internationaal Verdrag inzake Burgerlijke rechten en Politieke Rechten
(IVBPR). Je hebt twee soorten grondrechten:
1. 1.7.2. Klassieke grondrechten. Klassieke grondrechten zijn grondrechten die de overheid moet
respecteren. Ze beschermen de burger tegen bemoeienis van de overheid (1 t/m 8 GW).
2. 1.7.3. Sociale grondrechten. sociale grondrechten geven de overheid de opdracht om
voorzieningen te treffen voor het maatschappelijk functioneren van de burger. De overheid moet
zich juist wel bemoeien met de burger (19 t/m 23 GW).

1.7.4. Botsende grondrechten.
Als grondrechten botsen, dan moet een rechter oordelen welk grondrecht geschonden is en welk
grondrecht in dat geval zwaarder weegt. Een rechter weegt dan de belangen af. Het kan dus
voorkomen dat een rechter de schending van een grondrecht toestaat, omdat tegenover die
schending een zwaarwegend belang staat. Zo botst de vrijheid van meningsuiting nogal eens met het
verbod op discriminatie.

- Paragraaf 1.8. Internationaal recht.
Het internationaal recht wordt vaak gelijkgesteld aan het volkenrecht. Het volkenrecht geeft regels
voor landen, burgers en ondernemingen van over de hele wereld, maar ook voor volkenrechtelijke
organisaties zoals de Verenigde Naties en de Europese Unie. Er is veel meer vraag naar recht op
internationaal niveau, Omdat we veel sneller communiceren over de grens. Er zijn twee vormen:
1. 1.8.1. Volkenrecht. Het volkenrecht gaat over het recht dat geldt tussen Staten onderling en
tussen Staten en volkenrechtelijke organisaties. Ook burgers en bedrijven kunnen er een beroep
op doen. Het bestaat uit geschreven regels, vastgelegd in verdragen tussen landen en in
besluiten van volkenrechtelijke organisaties. Ook bestaat het uit het ongeschreven
gewoonterecht.
2. 1.8.2. Europeesrecht. De EU heeft haar eigen rechtssysteem met Europeesrechtelijke
rechtsregels. ook heeft zijn eigen interne markt. Door de interne markt kunnen producten en
diensten in EU-grondgebied vrij verhandeld worden. Het Europese recht bestaat enerzijds uit
interne verdragen die gaan over de organisatie van de EU. Deze verdragen voor met fundament
van de Europese samenwerking tussen de aangesloten lidstaten. Anderzijds bestaat het
Europees recht uit regels die worden gemaakt door de organen en instellingen van de EU: de


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hazeveldclaudia. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.00  11x  sold
  • (3)
  Add to cart