H19: Lactatie
Algemene aspecten
Prenataal en postnataal zijn er verschillen bij zoogdieren als we kijken naar de melkklieren. Naast de
voeding zelf is voeden ook nodig voor:
- Moeder-jong binding
- Overdracht passieve immuniteit
- Stimuleren ontwikkeling jong
Melkklier
De melkklier is een onderdeel van de epidermis en wordt op het einde van de embryonale periode
aangemaakt. De groei wordt hormonaal gestimuleerd en is goed van bloed voorzien voor de
productie. De melkklier is opgedeeld in alveoli, lobuli en lobulen.
De hormonen prolactine en oxytocine zijn van groot belang. Lacteren vereist veel energie: 60-80%
van de totale energie voor 1 reproductiecyclus (van bevruchting tot spenen van het jong).
Het geven van borstvoeding zorgt voor het uitstellen van de volgende eisprong.
Anatomie van de melkklier
Per diersoort is de locatie en de anatomie van de melkklier
sterk verschillend.
De tepel is uitstulpend, onbehaard en zeer gevoelig.
We gaan van alveolen waar de productie van melk is, naar
een lobuli en dan naar een lobulus. Rond de alveole vinden
we circulair lopende myoepitheelcellen die de diameter
van de alveolen kunnen verkleinen. Langs de hierop
volgende kleine kanaaltjes vinden we deze
myoepitheelcellen in een longitudinaal verloop. Alle
kanalen komen samen in een uiercisterne, wat eventueel
nog over kan gaan in een tepelcisterne.
Rond de afvoergangen zit een circulaire spierlaag.
Koeienuier
Bij een koe wordt de meeste melk opgeslagen in de alveoli
zelf en in mindere mate in de uiercisterne. Tijdens het
melken is daarom een constrictie nodig van de myoepitheelcellen.
Aan de basis van de tepel vinden we tussen de tepel- en uiercisterne de veneuze ring van
Fürstenberg (ookwel Rosette van Fürstenberg).
De voorste kwartieren zijn kleiner dan de achterste kwartieren (60 en 40%) en de morfologie van de
uier is verschillend naar: leeftijd, vullingstoestand en lactatiestadium
Bij de koeien is over de laatste decennia voornamelijk geselecteerd op de goede ophangbanden,
zodat een multipare koe geen uiers op de grond heeft hangen.
Koeienuier: bloedvoorziening
Zonder bloedvoorziening is er geen melkproductie. Vanuit het inguinaal kanaal komen sterk
gekronkelde arteries die goed kunnen uitrekken (een caudale en craniale tak) en de venen gaan
dezelfde weg terug richting vena cava caudalis of subcutaan via de melkader (craniale vena cava).
, Tijdens de toplactatie:
- Tot 500 liter bloed nodig voor 1 liter melk
- 20 % van de cardiac output is bestemd voor de uier
- De uier haalt tot 50% (normaal 25%) van het zuurstof uit het arteriële bloed
- De uier neemt tot 35-50% van de bloedglucose op (insuline onafhankelijk!)
Lymfedrainage
Er wordt tot 2 liter lymfe geproduceerd per liter melk. Bij koeien waarbij de lymfedrainage via de
lymfevaten niet goed gaat, kan je craniaal van de uier oedeem zien = tocht of zucht. Bij een
inflammatie zijn de lymfeknopen (supramammair, subilacaal en ischiaal) zeer goed te voelen.
Bezenuwing
De tepel is sterk bezenuwd met sensorische zenuwen (goed opletten met een onderzoek hiernaar).
Groot belang van de sympatische bezenuwing:
- Regulatie bloedvloei en dus melkproductie (bij stress veel minder bloed)
- Gladde spiercellen in de tepel (constrictie van sfincter = geen melk loslaten)
- Geen bezenuwing in het klierweefsel
Er zijn geen parasympatische vezels aanwezig in de uier.
De groei en ontwikkeling van de melkklier
De ontwikkeling van de melkklier kent drie fasen:
- Foetaal
- Puberteit
- Dracht
Bij elke fase ondergaat de melkklier een metamorfose.
Foetale fase
Bij een foetus (beide geslachten) krijgen bilateraal een
melklijst uit het ectoderm. Hierin gaan verdikkingen
komen welke de melkklierknoppen vormen. Hier
krijgen we de aanzet tot een tepel met hieronder een
vetopstapeling en ook de eerste aanleg van de
afvoergangen en de alveoli.
De afvoergangen gaan zich verder ontwikkelen onder invloed van foetaal prolactine. Deze zal de
ontwikkeling en de functie van de melkklier zal gaan sturen. Bij een mannelijke foetus zal dit
onderdrukt worden door androgeenconcentraties (foetaal testosteron). Normaal gesproken hebben
mannelijke dieren wel nog een tepel, maar geen onderliggende klier. Uitzonderingen zijn paard, rat
en muis: ook zelfs geen tepels. Hier is in de embryologie eerder een remming opgetreden.
Soms kan een vrouwelijk dier bij de geboorte onder invloed van de hormonen van de moeder (via
placenta) zelf ook secreet loslaten uit de melkklieren. Dit noemen we heksenmelk.
Van geboorte tot adult (koe als model genomen)
Eerste maanden = isometrische groei = proportioneel even snel als rest van lichaam
3 maanden tot een jaar = uier zal 2-4 keer sneller groeien dan de rest van het lichaam =
allometrische groei. We zien nu:
- Vorming van vetdepots
- Vorming van afvoergangen
- Geleidelijk aan groeit het secretorisch epitheel in de vetdepots in (competitie tussen vet en
secretorisch weefsel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller koetjesUA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.