Werkles 1
Leerdoelen
1. heeft een beeld van de vorm, inhoud en toetsing van het blok High care.
2. schetst het proces van 112-melding tot hulp ter plaatse.
3. vertelt wat het LPA inhoud en hoe ambulancezorg in Nederland vorm wordt gegeven.
4. kent indicaties en verschillende manieren van immobilisatie bij een traumapatiënt met
hun voor- en nadelen.
5. beheerst de verschillende vormen van letsel in spreektaal en jargon.
6. is op de hoogte van de mogelijkheden waarop zorgprofessionals terug kunnen vallen
voor psychosociale begeleiding na een heftige werksituatie.
Proces van 112-melding tot hulp ter plaatse
Spoed codes ambulance
A1: Er is gevaar voor leven of blijvende invaliditeit. De ambulance moet binnen 15 minuten
ter plaatse zijn. Daardoor mag er met zwaailicht en sirene gereden worden en heeft de
ambulance voorrang op andere weggebruikers en mag er afgeweken worden van de
verkeersregels (stoptekens, stoplichten, e.d.) mits dit verantwoord gebeurt.
A2: Er is geen direct levensgevaar maar het slachtoffer moet wel snel naar een ziekenhuis.
Sirene en zwaailicht mogen worden gebruikt maar de urgentie is minder. De ambulance
moet binnen 30 minuten ter plaatse zijn.
B-vervoer: Wordt besteld vervoer genoemd. Deze vorm heeft geen urgentie. Hierbij moet
iemand vervoerd worden met een ambulance omdat ander vorm van vervoer niet mogelijk is
(bijvoorbeeld: bedlegerige ouderen die voor onderzoek naar een ziekenhuis moeten,
patiënten die uit het ziekenhuis worden ontslagen maar nog niet in de auto kunnen zitten,
e.d.). Dit vervoer wordt direct uitgesteld als er A1 of A2 ritten zijn.
Inzetten waarbij geen patiënt wordt vervoerd Er wordt niet altijd een patiënt vervoerd. De
ambulance-eenheid bepaalt ter plaatse of behandeling en/of vervoer noodzakelijk is. Er is
geen sprake van vervoer van een patiënt bij een EHGV-inzet, een geannuleerde rit, een
afgebroken rit of een loze rit. Bij de EHGV-inzet wordt wel een patiënt behandeld, bij de
overige drie niet.
- EHGV-inzet (Eerste Hulp Geen Vervoer): een inzet die wordt uitgevoerd met de
intentie tot hulpverlening, waarbij ter plaatse na onderzoek van de patiënt de
noodzaak tot vervoer niet gebleken is. Er is altijd sprake van contact met een patiënt.
In de Basisset Ambulancezorg (BSA) is opgenomen welke categorieën EHGVinzetten
onderscheiden worden.
- geannuleerde rit: een inzet die wordt opgestart, en eventueel ook uitgegeven, met de
intentie tot hulpverlening en/of vervoer, maar die door de centralist wordt stopgezet
voordat de ambulance-eenheid met de ambulance is vertrokken naar het opgegeven
adres. Een inzet kan worden geannuleerd tijdens de tijdsduur aanname en uitgifte of
tijdens de uitruktijd.
- afgebroken rit: een inzet die wordt uitgevoerd met de intentie tot hulpverlening en/of
vervoer, waarbij tijdens het aanrijden en voordat de ambulance op de plaats van
bestemming arriveert, de centralist de inzet afbreekt. In geval van pech of een
ongeluk met de ambulance, kan de ambulance-eenheid de rit afbreken. Een inzet kan
worden afgebroken tijdens de aanrijtijd.
, - loze rit: een inzet die wordt uitgevoerd met de intentie tot hulpverlening en/of vervoer,
waarbij na aankomst op de (veronderstelde) locatie van de patiënt blijkt dat er geen
noodzaak voor hulpverlening en/of vervoer (meer) aanwezig is, of dat het benodigde
zorgniveau niet overeenkomt met de gestelde zorgvraag. Een inzet kan pas een loze
inzet blijken te zijn nadat de ambulance is gearriveerd op de plaats waar de patiënt
zou moeten zijn. In de BSA is opgenomen welke categorieën loze inzetten
onderscheiden worden
Ambulancezorg wordt in Nederland verleend door Regionale Ambulancevoorzieningen
(RAV’s) in opdracht van de meldkamer ambulancezorg (MKA). Het proces ambulancezorg
loopt van melding tot en met overdracht van de patiënt aan de ketenpartner, of het geven
van een (zorg)advies of doorverwijzing naar een andere zorg- of hulpverlener. In
voorkomende gevallen vindt ook nazorg plaats. Het proces ambulancezorg bestaat uit de
volgende hoofdonderdelen, die in de meeste gevallen in subonderdelen uiteenvallen:
- zorgintake vindt plaats binnen de meldkamer ambulancezorg en bestaat uit:
o het aannemen van de telefoon;
o het stellen van vragen;
o het beoordelen van de zorgvraag binnen de meldkamer ambulancezorg;
- zorgindicatie vindt plaats binnen de meldkamer ambulancezorg en bestaat uit:
o het indiceren of ambulancezorg nodig is;
o het bepalen welke vorm van ambulancezorg noodzakelijk is;
o het indiceren met welke urgentie de ambulancezorg naar de patiënt toe moet;
- zorgtoewijzing vindt binnen de meldkamer ambulancezorg plaats en betreft het
regelen dat de juiste zorg op het juiste moment en op de juiste plaats wordt ingezet;
- zorgcoördinatie vindt binnen de meldkamer ambulancezorg plaats en betreft het
zorgdragen dat de ingezette zorgverleners de noodzakelijke informatie ontvangen;
- (zorg)advisering vindt plaats binnen de meldkamer ambulancezorg en betreft het
geven van aanwijzingen, dan wel instructies aan de melder of zorgvrager in
afwachting van de komst van de ambulance ter plaatse om de zorgverlening zo
optimaal mogelijk te laten verlopen. Er zijn meldingen waarbij de zorgverlening door
de MKA kan volstaan met een (zorg)advies;
- ambulancezorgverlening vindt ter plaatse bij de patiënt plaats en bestaat uit: - het
onderzoeken van de patiënt;
o het stellen van een werkdiagnose; - het behandelen van de patiënt volgens
protocol;
o het voorbereiden van de patiënt op vervoer, indien dit noodzakelijk is; - het
continueren van de behandeling tijdens het transport;
o het op verantwoorde wijze uitvoeren van het transport;
o het geven van een verwijzing naar een andere zorginstelling of het geven van
een zorgadvies.
- overdracht is het overdragen van de patiënt door de ambulancezorgverlener aan
andere zorgverleners.
Indien de patiënt, (een van) zijn naasten of een melder hier behoefte aan heeft, vindt nazorg
plaats door de centralist en/of de ambulancezorgverlener. Deze nazorg kan onder andere
bestaan uit het geven van informatie. De bovenstaande stappen sluiten naadloos op elkaar
aan. Overigens is het zo dat niet iedere patiënt alle stappen hoeft te doorlopen.
,Wat houdt een LPA in en hoe wordt ambulancezorg vormgegeven
Het Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA) voorziet de ambulancezorgprofessionals van
protocollen waarmee de zorg zoveel mogelijk evidence based kan worden verleend.
Het LPA is een hulpmiddel om tot goede ambulancezorg te komen. Het is geen protocol dat
in alle situaties met een vaststaand algoritme op rigide wijze moet worden gevolgd. De
nadruk ligt op het bieden van ondersteuning aan de ambulancezorgprofessional bij het
nemen van beslissingen over passende zorg voor een individuele patiënt in een specifieke
situatie
Onder de ambulancezorg vallen een aantal verschillende types:
Spoedvervoer
De ambulance die u waarschijnlijk het meest ziet, is de spoedambulance. Deze auto beschikt
over alle noodzakelijke materialen en apparatuur om spoedeisende zorg te verlenen. Deze
ambulance wordt bemand door een ambulanceverpleegkundige en een ambulancechauffeur.
Het woord ´spoed´ zegt het al; bij hoog complexe zorg wordt de spoedambulance ingezet.
Denk hierbij aan hulpverlening bij een ernstig ongeluk of bij een reanimatie.
Zorgambulance
De zorgambulance wordt ingezet voor het vervoer van patiënten die geen acute medische
zorg nodig hebben. Het gaat meestal om vervoer op afspraak, bijvoorbeeld patiënten die van
het ziekenhuis naar huis vervoerd moeten worden. De zorgambulance wordt bemand door
een zorgambulanceverpleegkundige en een zorgambulancechauffeur.
Rapid Responders
Naast de zorgambulances en spoedambulances, rijden er in onze regio ook rapid
responders rond. De rapid responder is uitgerust met alle benodigde apparatuur om
spoedeisende zorg te verlenen. Maar de rapid responder kan geen personen vervoeren en
beschikt dus niet over een brancard. De rapid responders zijn wendbaarder dan de reguliere
ambulances en daardoor vaak eerder ter plaatse om eerste hulp te verlenen. De rapid
responder wordt bemand door een ambulanceverpleegkundige.
Mobiel medisch team (traumahelikopter)
Naast de bovenstaande ambulances hebben we in Nederland ook traumahelikopters. De
traumahelikopters zijn in Groningen, Amsterdam, Nijmegen en Rotterdam gevestigd en zijn
gekoppeld aan een traumacentrum. De traumahelikopters worden bemand door een
gespecialiseerde arts, een gespecialiseerde verpleegkundige en een piloot.
Indicaties en verschillende manieren van immobilisatie bij een traumapatiënt
met hun voor- en nadelen.
Vacuüm matras
Een vacuümmatras is een matras die wordt gebruikt in de hulpverlening voor veilig transport
van patiënten met bijvoorbeeld een gebroken bekken of ander letsel. Doel van de matras is
zorgen dat deze patiënten niet meer kunnen bewegen, en zo niet verder gewond raken. Het
gebruik van de vacuümmatras zorgt zo voor een veiliger en beschermd transport omdat de
gewonde niet meer verschuift.
De gewonde patiënt wordt op de opgeblazen matras gelegd, en zakt als het ware in de
matras. Deze vormt zich zo om het lichaam. De matras wordt vervolgens vacuüm gezogen
en wordt zo hard. Op die manier vormt de matras zich tot een hard omhulsel rond de patiënt.
Wervelplank/ Headbloks
In het geval van een ongeluk met mogelijk rug of nekletsel wordt een slachtoffer
geïmmobiliseerd. Dit wordt gedaan op een wervelplank. Dit is een gele harde brancard
waarop het slachtoffer helemaal wordt vastgezet. Om aan te geven hoe stabiel iemand op
deze plank wordt vastgezet moet je je voorstellen dat het slachtoffer bijna onbeweeglijk blijft
zelfs al zet je de plank rechtop zet. Headblocks zijn ook bedoeld voor slachtoffers met
mogelijk nekletsel. Hiermee wordt het hoofd onbeweeglijk gemaakt in geval van mogelijk
nekletsel. Hetzelfde kan met een nekkraag. In de ambulance liggen ook opblaasbare
, spalken. Deze zijn bedoeld om bijvoorbeeld een gebroken been onbeweeglijk te houden
zodat er niet meer letsel kan optreden.
Nekkraag
Een nekbrace of nekkraag ondersteunt de halswervelkolom. Er zijn verschillende
nekklachten en aandoeningen waarbij een nekbrace veel verlichting kan bieden.
Een nekbrace of halskraag ontspant de spieren en wervels in nek waardoor de pijn snel
afneemt. De nekbrace immobiliseert de nekwervels door flexie, extensie en rotatie tijdens het
bewegen te beperken. De mate van immobiliteit varieert naargelang de stijfheid van de
kraag. Een zachte nekkraag immobiliseert minder dan een harde nekbrace. Doordat de nek
wat warmer aanvoelt door het dragen van een nekbrace ontstaat er ook een pijnstillende
werking.
Vormen van spreektaal en jargon
ONGEVALSLETSEL GEWRICHTEN
CONTUSIE Kneuzing Bloeduitstorting i/h onderhuidse
weefsel, meestal door
DISTORSIE Verstuiking / verzwikking / Beschadiging gewrichtkapsel/-
verdraaiing banden
LUXATIE Ontwrichting Kop gewricht is uit de
gewrichtspan
FISSUUR Barst/spleet Vaak wel pijn, geen duidelijke
afwijking zichtbaar
FRACTUUR Been/bot breuk (als teken #)
COLLUM # dijbeenhals Veel bij oudere mensen
COMPRESSIE # samengedrukt b.v. t.g.v. rechtstandige sprong
naar beneden
GECOMPLICEERDE # (OPEN) wond in de huid thv #
GREEN STICK # geknikt / gebarsten als twijgje meer "elastisch" botweefsel bij
kinderen
GESLOTEN # huid is intact gebleven
IMPRESSIE # indrukking b.v. slag op de schedel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anniekraijmakers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.