Tentamen IPO 1B
Hoofdstuk 3, 5, 6, 12, 14, 16, 20, 27
Hoofdstuk 3 samenvatting
● Bronnen: middelen om informatie te verwerven. Bv boeken, tijdschriften, sites etc.
Als je onderzoek doet, dan kijk je niet alleen naar het verleden, maar ook naar nu en
toekomst.
Historische achtergrond
● Onderwijs en opvoeding zijn onlosmakelijk verbonden met het menselijk bestaan
● In de 19e eeuw zijn een aantal dingen explosief uitgebreid zoals opvoedings- en
onderwijsmiddelen, pedagogische professionals, onderwijs en
opvoedingsinstellingen.
○ Er komen hierdoor veel vragen naar boven bij veel historische pedagogen.
● Anachronisme: je kijkt met de ogen van vandaag naar (soms rare) zaken die
vroeger heel normaal waren.
Motieven (voor het verklaren van grootschalige veranderingen opvoeding en onderwijs)
1. Identiteitsverheldering/bestaansverklaring: om te leren begrijpen wie je bent,
waarom en waar je naartoe wil, moet je weten waar je vandaan komt. Kan zowel op
persoonlijk en beroepsgebied als internationaal gebied.
2. Politiek-ideologische motieven: het verleden wordt dan bv gebruikt om aan te tonen
hoezeer de kwaliteit van opvoeding en het onderwijs voor of achteruit zijn gegaan
ivm vroeger.
3. Nationalisme/realisme: dat de opvoeding/onderwijs in eigen land beter zou zijn
4. Streven naar ontmaskering: debunking. Staat haaks op bovenstaande; gaat over
opvattingen uit het verleden doorpikken.
5. Intellectuele uitdaging: de nieuwsgierigheid om het verloop van onderwijs en
opvoeding te doorgronden #leuk
Pedagogen hebben vooral zelf onderzoek gedaan naar de pedagogiek en pas vanaf de 20e
eeuw werd het pas echt een ‘vak’.
Methoden van (empirisch) onderzoek naar het onderwijsverleden
● Mens is maar in beperkte mate baas over eigen gedrag en wordt verder geleid door
onbewuste motieven.
● Het is lastig om onderzoek te doen naar onderwijs en opvoedingsgedrag, aangezien
er weinig en gefilterde (hoge elite) geschreven bronnen zijn. Ook zijn ze niet met
een ws doel geschreven.
● Er moet erg zorgvuldig en creatief worden gekeken naar de beschikbare bronnen.
3 benaderingen:
1. Tellende/demogr. benadering: geb. op eigenlijk feitelijke cijfers (bv CBS). Fijn, maar
de data raakt vooral de zichtbare buitenkant en kan niks zeggen over ervaringen,
motieven etc.
2. Vertellende/affectieve benadering: heeft meer oog voor de binnenkant van bv
opvoeding en onderwijs. Hiervoor worden egodocumenten, zoals dagboeken,
motieven etc, gebruikt. Is ws gezien leuk maar wel lastig het passende te
interpreteren. Deze benadering kwam in de 20e eeuw tot bloei in de oral history:
historische stroming die de maatschappelijke en politieke kracht en macht beoogde
, te geven aan het individu en aan groepen waarvan de stem nauwelijks gehoord was.
Ook minderheidsgroepen. Deze hebben dus wel culturele filters.
3. Veronderstellende benadering: baseert haar keuze voor bronnen en de wijze
waarop deze worden bestudeerd vooral op uitgewerkt theoretische uitgangspunten
en daarvan afgeleide hypothesen. Als er bv wordt verondersteld dat het
opvoedkundig denken bepalend is voor het feitelijk gedrag in en rond het onderwijs,
dan wordt vanuit deze ideële veronderstelling de onderwijspraktijk bestudeerd als
resultaat van de in tijd toonaangevende onderwijsidealen.
● Deze benadering is ook interdisciplinair geworden. Het wordt niet alleen
vanuit historische pedagogiek, maar ook sociaal-economisch, psychologisch
etc.
● Ook cultuurhistorische invalshoek: hier ligt de aandacht/accent op de
mentaliteitsgeschiedenis, waarbij men door het bestuderen van literaire
bronnen en beeldcultuur uit een bepaalde periode de leidende opvattingen
over opvoeding en onderwijs probeert te reconstrueren.
Herkomst en gebruik van onderwijshistorische bronnen
● Bij het onderzoeken van een bron is het belangrijk om te weten wie de makers zijn
en welke bedoelingen de makers hadden.
● Een historisch pedagoog moet zich ervan bewust zijn dat sommige bronnen
inmiddels letterlijk door de tand des tijds (de sleet door ouderdom) geheel of
gedeeltelijk verdwenen kunnen zijn bv knaagdieren of vuur.
● Authenticiteit van bronnenmateriaal: is het een origineel stuk, of is het een
herdruk, vervalsing, kopie etc. Is het dus betrouwbaar? Heb vooral wantrouwen.
● Accuratesse van historische bronnen: vergissingen, verdraaiingen, onwetendheid
van mensen komen altijd voor. Dus een authentiek geschrift geeft nog geen garantie
van correcte informatie.
● Sommige bronnen zijn gemaakt om actuele resultaten van een studie te presenteren
(bv ws artikel) of juist om onnodig dubbelwerk te voorkomen, zoals een naslagwerk
(een boek/site waarop snel informatie gezocht kan worden, zoals woordenboek)
Cultuurvergelijkende achtergronden
● Cultuuroverdracht is een belangrijke functie van opvoeding en onderwijs. Hoe
omstreden deze kan zijn, kan uitgelegd worden ad hand van de schoolstrijd:
De schoolstrijd was een culturele machtsstrijd tussen kerk en overheid over het subsidiëren
van bijzonder onderwijs (bv christelijk of islamitisch). Ze pleiten voor het wettelijk vaststellen
van de vrijheid van onderwijs. Dit is gelukt en staat sinds 1917 in de grondwet (de
Pacificatiewet) dat ze ook gesubsidieerd werden.
Bijzonder onderwijs (bv christelijk/protestants), openbaar onderwijs, algemeen bijzonder
onderwijs (bv daltonschool, vrijeschool).
● Ook door een beroep te doen op bestuurlijke vrijheid van onderwijs zijn de afgelopen
jaren bv ipad scholen ontstaan.
● Europa is vet verschillend, maar wel zelfde universitair systeem.
Toekomst
● Historische bestanden worden gedigitaliseerd. Handig en slim.
● Data-management: op vragen als wie is de eigenaar, wie kan ervan gebruik maken
enzo zijn allemaal vragen waar niet echt antwoord op is.
, ● Big data: de tellende benadering krijgt belangrijke nieuwe impulsen door deze
computertechnologie en maakt combi van getalsmatige gegevens mogelijk die een
nieuwe kijk op het verleden biedt. Gevaar van cijferfetisjisme schuilt hierin, waarbij
verleden, heden, toekomst worden afgeleid uit cijfers.
● Tegenwoordig hebben we een enorm bestand digitale teksten en publicaties van
pedagogen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller treik. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.