100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Maatschappijwetenschappen: Vorming [Samenvatting] $3.16
Add to cart

Summary

Maatschappijwetenschappen: Vorming [Samenvatting]

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Lesbrief vorming: een volledige samenvatting.

Preview 3 out of 30  pages

  • May 26, 2021
  • 30
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 33 Flashcards
$3.16 0 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Welke kernconcepten horen bij het hoofdconcept vorming?

Answer: Socialisatie, Acculturatie, Identiteit, Cultuur, Politieke socialisatie, Ideologie

2.

Wat is cultuur?

Answer: Het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep of samenleving hebben verworven.

3.

Welke soorten culturen bestaan er in een samenleving?

Answer: Dominante cultuur, Subculturen, Jeugd- of jongerencultuur, Tegencultuur

4.

Welke maatschappelijke ontwikkelingen speelden een rol bij de identiteitsontwikkeling van jongeren?

Answer: Welvaartsstijging, de stijging van het opleidingspeil, de technologische ontwikkelingen, de uitbreiding van de opleidingsduur, de veranderingen in de gezinnen, de toename van de vrije tijd

5.

Hofstede onderscheidt vijf dimensies, welke?

Answer: Grote machtsafstand versus kleine machtsafstand, Individualistisch versus collectivistisch, Masculien versus feminien, Lage onzekerheidsvermijding versus hoge onzekerheidsvermijding, Langetermijngerichtheid versus korte-termijngerichtheid

6.

Welke kritiek is er op de dimensies van Hofstede?

Answer: Het statische en stigmatiserende karakter.

7.

Wat is socialisatie?

Answer: Het proces van overdracht en verwerving van de cultuur van de groep(en) en de samenleving waar mensen toe behoren. Het proces bestaat uit opvoeding, opleiding en andere vormen van omgang met anderen.

8.

Wat verwerven mensen in diverse levensfasen?

Answer: Kennis, vaardigheden, waarden, normen, opvattingen en gedragspatronen in de groepen waartoe men behoort.

9.

Wat betekent internalisatie?

Answer: De waarden, normen, opvattingen en gedragingen worden zo vanzelfsprekend dat mensen die als tweede natuur gaan ervaren.

10.

Wat is het verschil tussen stereotypen en vooroordelen?

Answer: Stereotypen zijn vaststaande beelden, generalisaties en veronderstellingen over een groep mensen. Vooroordelen zijn meningen over een groep mensen, niet gebaseerd op feiten.

Vorming
[Samenvatting]
Hoofdstuk 1: Veranderingen door rationalisering,
individualisering en institutionalisering
1.1 Rationalisering
Wat is cultuur? Het geheel van voorstellingen,
uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en
normen die mensen als lid van een groep van
een samenleving hebben verworven.
Wat is materieel? Geld en zaken als kunstobjecten, architectuur,
kleding enzovoort.
Wat is immaterieel? Taal, waarden en normen
Waar denken buitenlanders vaak aan als het Molens, klompen en tulpen.
over de Nederlandse cultuur gaat?
Hoe noemen we een cultuur ook wel? De beschaving van een land.
Waarin komt een cultuur tot uiting? De manier waarop mensen met elkaar omgaan.
Noem twee zaken waaruit blijkt dat een Ze zijn tijd- en plaatsgebonden, ze veranderen
cultuur relatief is. onder invloed van wijzigende omstandigheden.
1.2 Cultuurgroepen
Wat is een dominante cultuur? De overheersende cultuur in een samenleving.
Wat is een subcultuur? Een cultuur die in bepaalde opzichten afwijkt van
de overheersende cultuur, maar op vele punten
ingepast is in de overheersende cultuur.
Wat is een tegen- of contracultuur? Culturen die zich verzetten tegen de
overheersende cultuur.
Wat is normatief? De leden van een samenleving of gemeenschap
of groepering behoren zich te gedragen krachtens
hun lidmaatschap volgens de voorschriften van
hun (sub)cultuur.
Wat is een multiculturele samenleving? Een samenleving waarin vele verschillende
culturen naast elkaar bestaan.
Wat zijn asielzoekers? Mensen die hun land ontvluchten om te ontkomen
aan oorlog of vervolging en die asiel aanvragen in
een land.
Wat zijn immigranten? Binnenkomende landverhuizers.
Wat is een autochtoon? Inwoner van Nederland die hier zijn
oorsprong/wortels heeft liggen.
Wat is een allochtoon? Een persoon van wie ten minste één ouder in het
buitenland is geboren (CBS-definitie) of een
persoon die op grond van zijn ras of andere
duidelijke zichtbare kenmerken zich onderscheidt
van de oorspronkelijke bewoners van een land
(sociologische definitie).
Wat is een niet-westerse allochtoon? Allochtonen met als herkomstgroepering een van
de landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië

1

, (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije.
Wat is een westerse allochtoon? Mensen met als herkomstgroepering een van de
landen in Europa (exclusief Turkije), Noord-
Amerika en Oceanië, of Indonesië of Japan.
Wat is een inwoner met een migratie- Allochtoon.
achtergrond?
Wat is een inburgeringsexamen? Buitenlanders zijn verplicht een cursus
Nederlands en maatschappijoriëntatie te volgen.
Wat is de culturele antropologie? Een wetenschap die zoekt naar kenmerkende
verschillen van volkeren en dan vooral de
westerse en niet-westerse culturen met elkaar
vergelijkt.
Wat is een global village? De wereld is een groot dorp.
Wat is globalisering? Het proces van uitbreiding en intensivering van
contacten en afhankelijkheden over zeer grote
afstanden en over lansgrenzen heen.
Wat is etnocentrisme? Het centraal stellen van de eigen cultuur
(waarden, normen, gewoonten) bij de benadering
en beoordeling van andere culturen.
Wat is een referentiekader? Het geheel van persoonlijke waarden, normen,
kennis, ervaringen, zienswijzen en opvattingen.
Geef enkele voorbeelden van subculturen? De gemeente Staphorst, Hipsters, diverse
godsdiensten, jongeren.
Noem vier verschillen tussen de subcultuur Mensen uit dorpen komen elkaar vaker tegen dan
van de stad en die van het platteland. die in de stad, de dorpelingen kennen elkaar
meestal van gezicht; de stedelingen meestal niet,
dorpelingen letten er meer op dat iedereen zich
aan de normen houdt, op het platteland helpen de
mensen elkaar meer en in de stad is het leven
meer anoniem.
Geef enkele voorbeelden van een Krakers, geradicaliseerde moslims; jihadisten.
tegencultuur.
Welke drie groepen buitenlanders kwamen in Mensen uit de ex-kolonies, gastarbeiders,
de 20e eeuw naar Nederland en waarom? politieke vluchtelingen.
Welke invloed had de komst van allochtonen Al deze mensen namen hun eigen cultuur mee,
op de Nederlandse cultuur? veel gerechten van buitenlanders hebben
overgenomen.
Welke problemen doen zich vaker met Soms botsen de verschillende culturen, het feit
allochtonen voor in onze cultuur? dat allochtonen zich niet voldoende aanpassen
aan onze waarden en normen.
Geef twee redenen waarom de wereld kleiner Betere transportmiddelen, nieuwe
is geworden. communicatiemiddelen.
Welke neiging heb je steeds als je andere Vanuit je eigen culturele referentiekader
culturen bekijkt? beoordeel en benader je de cultuur van anderen.
1.3 Jongerenculturen
Wat is een generatieconflict? Jongeren verschillen van mening met oudere
generaties.
Wat is een peergroup? Leeftijdgenoten.
Wat is sociale cohesie? Het aantal en de kwaliteit van de bindingen die

2

, mensen in een ruimer sociaal kader met elkaar
hebben, het gevoel een groep te zijn, lid te zijn
van een gemeenschap, de mate van
verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn, en de
mate waarin anderen daar ook een beroep op
kunnen doen.
Geef drie redenen waarom er een Welvaart nam toe, er ontstaat onder de
jongerencultuur in de jaren ’50 van de vorige verschillende jongerenculturen een ‘wij-gevoel’,
eeuw ontstond? generatieconflict.
Hoe noem je de cultuur van de jongeren in de De teenybop-cultuur, de jeugd leek zich te
jaren ’50 van de vorige eeuw? Licht deze kort ontwikkelen tot een doodse massa van plaatjes
toe. draaiende bakvissen.
Wat veranderde in gezinnen qua Er kwam meer geld ter beschikking voor
opleidingsniveau? onderwijs. Veel meer jonge mensen gingen
studeren en ze volgden een hoge opleiding. Vaak
hoger dan hun ouders.
Hoe noem je de tijd van de jaren ’60 bij De tijd van de flower-power, jongeren verzetten
jeugdigen en tegen welke zaken verzette men zich tegen de bestaande maatschappij waarbij
zich? alles om geld draaide en ze demonstreerden
tegen het optreden van Amerika in de
Vietnamoorlog.
Noem enkele voorbeelden van hedendaagse Skaters, ‘kakkers’ (studentikozen), alto’s,
jeugdculturen. gabbers, gothics.
Wat probeert de muziekindustrie bij jongeren Nieuwe muzieksoorten promoten, jongeren
en welke reactie vertonen dan die jongeren? stappen dan over op een nieuwe stijl.
Waarom worden jeugdculturen tegenwoordig Het kan een middel zijn om persoonlijke en
algemeen geaccepteerd? sociale identiteit te ontwikkelen.
Hoe verloopt vaak communicatie in een Veel contacten met peer groups spelen zich af in
jeugdcultuur? een wereld die niet ‘echt’ bestaat.
Wat wordt bedoeld met het oprekken van de Door de diverse jeugdculturen kunnen jongeren
jeugdfase? proberen in welke groep ze zich het meeste thuis
horen.
Omschrijf het verschil in verhouding tussen De verhouding is veel informeler. Men komt ook
de jonge en de oude generaties tegenwoordig sterker voor de eigen belangen op.
en 50 jaar geleden.
Waaruit blijkt dat generaties meer voor hun Ouderenpartij 50Plus of omroep MAX.
eigen belangen opkomen?
Noem vijf verschillen tussen de West- West-Europese cultuur: Je handelt op grond van
Europese en de islamitische cultuur? je eigen keuzes, je krijgt respect als je je niet te
veel aanpast aan anderen, eigen
verantwoordelijkheid voorop; eigen prestaties zijn
belangrijk, je geniet persoonlijke vrijheid, weinig
toezicht van anderen op je.
Islamitische cultuur: Je bent lid van een groep, je
krijgt respect als je je op de juiste manier
gedraagt, de eer van het gezin of de groep staat
voorop, vrouwen en kinderen nemen een
traditionele ondergeschikte positie in, veel
toezicht van anderen op je.
1.4 Waarden en normen

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ninipedia. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.16. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

51056 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.16
  • (0)
Add to cart
Added