De constitutionele levenscirkel
De rechtspositie van de burger wordt gerepresenteerd en
dat leidt tot wetten. De wetten worden vervolgens
toegepast: bestuur en rechtspraak (functioneren openbaar
bestuur: beschikkingen nemen). Die dan op zichzelf weer
invloed heeft op de rechtspositie van de burger etc.
Dus van burger naar algemeen niveau (regels), gebeurd
middels representatie en de algemene regels zijn normen
die wij dus eigenlijk zelf tot stand hebben gebracht.
Grondrechten
De combinatie van mensenrechten en burgerrechten.
Mensenrechten
Rechten die verwijzen naar menselijke waardigheid, die universeel erkend worden (bijv. verbod
slavernij, foltering en vrijheid om te gaan en staan waar je wilt). Mensenrechten verwijzen naar
de mens als juridisch persoon. Mensenrechten komen aan iedere persoon toe zonder
onderscheid.
Burgerrechten
= de aan de staatsburgers (nationale verbondenheid) gewaarborgde fundamentele rechten die
hen in staat stellen actief en volledig aan het openbare leven van hun staat deel te nemen. Bijv.:
- Artikel 3 Gw: gelijke benoembaarheid in openbare dienst.
- Artikel 50 Gw: representatie: de Staten-Generaal vertegenwoordigen het hele
Nederlandse volk.
- Artikel 4 Gw: actief en passief kiesrecht.
- Artikel 20 lid 3 Gw: bijstand.
Rechten hebben is juridisch persoon zijn en stem hebben is juridisch burger zijn.
Nederlands staatsburgerschap
Ontwikkelingen
1796: einde uitsluiting van Joden van de gilden (belangrijk voor werkverschaffing)
1863: opheffing slavernij (Engeland in 1833 en Frankrijk in 1848) tot die tijd uitgesloten
van burgerrechten.
1917: vrouwenkiesrecht (passief kiesrecht voor mannen en vrouwen, maar actief kiesrecht
alleen voor mannen; bij wet kon het actief kiesrecht ook aan vrouwen worden toegekend →
Wet Marchant van 28 september 1919)
1954: één gelijkwaardig staatsburgerschap in het gehele Koninkrijk
1956: opheffing handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw
Dus historische ontwikkeling tot de komen waar we nu zijn: volwaardig burgerschap.
Wat is een Nederlandse staatsburger? artikel 3 Rijkswet op het Nederlanderschap: wanneer
je geboren bent uit Nederlandse moeder (na 1985 geboren), dan ben je Nederlander. Als je uit
een huwelijk bent geboren waarbij vader op moment geboorte getrouwd was met moeder en
vader is Nederlander, dan ben jij Nederlander. Het gaat dus over van vader/moeder op kind.
,Verloren gaan Nederlanderschap, artikel 15 RWN
Het Nederlandse staatsburgerschap gaat verloren bij vrijwillige aanvaarding van een andere
nationaliteit (lid 1 sub a).
Hier bestaan 3 uitzonderingen op, artikel 15 lid 2 RWN (dus dan gaat het Nederlanderschap niét
verloren):
(a) in het land van die andere nationaliteit is geboren en daar ten tijde van de verkrijging zijn
hoofdverblijf heeft,
(b) voor het bereiken van de meerderjarige leeftijd gedurende een onafgebroken periode van
tenminste vijf jaren in het land van die andere nationaliteit zijn hoofdverblijf heeft gehad, of
(c) gehuwd is met een persoon die die andere nationaliteit bezit.
‘Land’ – ook toen Suriname nog geen zelfstandig land was, moet het voor uitleg van het RWN wel
zo gezien worden.
Europees staatsburgerschap
Artikel 9 VEU / Artikel 20 lid 1 VWEU: Burger van de EU is een ieder die de nationaliteit van een
lidstaat bezit. Burgerschap van de Unie komt naast het nationale burgerschap (aanvulling) en
treed niet in de plaats daarvan.
Rechten
Artikel 9 VEU: gelijke behandeling voor EU-instanties voor alle EU-burgers. Burger van de
Unie is een ieder die de nationaliteit van een lidstaat bezit het komt naast nationaal
burgerschap.
Artikel 10 VEU: recht op democratische representatie (lid 1) en participatie (lid 2):
rechtstreeks vertegenwoordigd in EP. En iedere burger heeft het recht aan democratisch
bestel van de Unie deel te nemen (participatie).
Artikel 20 lid 2 VWEU: vrij verkeer, actief en passief kiesrecht EP en gemeenteraden,
diplomatieke en consulaire bescherming en petitierecht, uitgewerkt in artikelen 21-23
VWEU (vergelijkbaar met artikelen 39-46 Handvest).
- Het actief en passief kiesrecht is er voor de gemeenteraadsverkiezingen in de lidstaat
waar zij verblijf houden (zelfde voorwaarden als onderdanen lidstaat): lid 2 sub b.
Staatloos
Dat is een persoon die door geen enkele staat krachtens diens wetgeving als onderdaan wordt
beschouwd, artikel 1 lid 1 Verdrag betreffende de status van staatlozen. Dit kan allerlei
problemen met zich meebrengen, zoals geen toegang hebben tot sommige rechten. In principe
willen we staatloosheid voorkomen en daarom zijn er ook 2 verdragen hieromtrent: het Verdrag
beperking staatloosheid en het EU-verdrag inzake nationaliteit.
Je mág wel iemand staatloos maken (zie rechtspraak hierna), als er maar getoetst wordt aan
evenredigheid (HvJ Rottmann). De verdragen kennen ook uitzonderingen als het gaat om het
ontnemen van de nationaliteit namelijk in het geval van bedrog (fraude).
HvJEU Eman & Sevinger / B&W Den Haag (ECLI:EU:C:2006:545)
Casus: Deze mannen waren woonachtig op Aruba, hadden wel de Nederlandse nationaliteit en
wilden deelnemen aan EU parlementsverkiezingen. Ze dienden een verzoek in om geregistreerd
te worden als kiesgerechtigd voor de verkiezing van de leden van het EP. De NL kieswet destijds
stond daaraan in de weg. Omdat werd bepaald dat degene die aan de verkiezingen van EU-
parlement konden deelnemen, dezelfde waren als aan Tweede Kamerverkiezingen deelnemen.
Kieswet bepaalde: dat leden Tweede Kamer gekozen werden door mensen die op de dag van
kandidaatstelling Nederlander zijn én op de dag van stemming 18+ was, m.u.v. degenen die op
de dag van de kandidaatstelling hun werkelijke woonplaats hebben op de Nederlandse Antillen
of Aruba. Dus die mensen mochten niet aan Tweede Kamerverkiezingen deelnemen en dus
daarom ook niet deelnemen aan de EU-verkiezingen (volgens Kieswet).
,Eman & Sevinger zeiden: wij zijn Unie-burger, ook al zijn we woonachtig op Aruba (omdat dat
deel is van Koninkrijk der Nederlanden). Dus vonden ze dat ze mee moesten kunnen doen aan
EU-parlementsverkiezingen. En dus dat de kieswet discriminatoir is.
ABRvS heeft behandeling zaak geschorste en prejudiciële vragen gesteld aan HvJEU.
Het gaat om de vraag of dat de bepalingen uit EU-verdragen ook van toepassing zijn op personen
die nationaliteit van lidstaat hebben (Nederlander zijn), maar ingezetene zijn van een LGO (land
op gebied overzee) en of die persoon dan ook het kiesrecht heeft voor EP.
HvJEU: Degenen die nationaliteit van een lidstaat hebben en dus ingezetene zijn van landen
of Overzeese gebieden kunnen zich beroepen op de VWEU toegekende rechten aan burgers
van de Unie. Het beginsel van gelijke behandeling staat er echter in aan de weg dat de
gekozen criteria meebrengen dat onderdanen die zich in vergelijkbare situaties bevinden
zonder objectieve rechtvaardiging ongelijk worden behandeld. Dat zou ongelijke
behandeling kunnen betekenen als er geen objectieve rechtvaardiging is.
Dit heeft er uiteindelijk voor gezorgd dat de Nederlandse Kieswet aan werd gepast en het
kiesrecht voor verkiezingen van de EP ook toegekend werd aan de Caribische burgers.
Samengevat: het beginsel van gelijke behandeling staat er evenwel aan in de
weg dat de gekozen criteria meebrengen dat onderdanen die zich in
vergelijkbare situaties bevinden, zonder objectieve rechtvaardiging ongelijk
worden behandeld.
HvJEU Rottmann (ECLI:EU:C:2010:104)
Casus: Rottmann was een Oostenrijkse man en werd verdacht vanwege fraude en er liep in
Oostenrijk een strafrechtelijk onderzoek naar hem. Hij besloot te emigreren naar Duitsland en
vroeg de Duitse nationaliteit aan. Een lopend strafrechtelijk onderzoek is naar Duits recht een
reden om iemand het staatsburgerschap te weigeren, maar dat had hij verzwegen bij het
aanvragen van de Duitse nationaliteit. Hem werd de Duitse nationaliteit toegekend
(genaturaliseerd). Gevolg van toekenning van andere nationaliteit op vrijwillige basis was dat
Oostenrijkse nationaliteit verloren ging. Op enig moment meldde het Oostenrijkse OM zich in
Beieren met mededeling dat strafrechtelijke procedure gestart zou worden tegen meneer
Rottmann. Dat was voor de Duitse autoriteit aanleiding om de naturalisatie met terugwerkende
kracht in te trekken.
Gevolg = de Duitse nationaliteit wordt met terugwerkende kracht ingetrokken.
Dus: géén Oostenrijks staatsburger, géén Duitse staatsburger en dus staatloos (en ook géén
Unie-burger).
De vraag die voor werd gelegd aan het HvJEU is, of dat wel kon en globaler gezegd: wat heeft et
Unierecht te zeggen over het verkrijgen en verlies van nationaliteit?
Het bleek een belangrijke uitspraak, want er waren 8 interveniërende staten in het proces.
Hof opent met: bepalen van voorwaarden tot verkrijgen van of verloren gaan van
staatsburgerschap, is een aangelegenheid bij uitsluiting aan de nationale lidstaten toekomt
(bevoegdheid van lidstaat zelf: verwijzing naar Micheletti-arrest). ‘Het Unierecht, met name
artikel 17 EG (=artikel 20 VWEU), verzet zich er niet tegen dat een lidstaat de door
naturalisatie verkregen nationaliteit van die lidstaat van een burger van de Unie intrekt
wanneer deze door bedrog werd verkregen, mits deze intrekkingsbeslissing in
overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel is.’
Richtlijnen evenredigheidstoets:
- Kijk naar ernst van aanleiding om nationaliteit in te trekken
- Kijk naar gevolgen van nationaliteit intrekken: unieburgerschap wordt afgenomen en dus
geen vrij verkeer in EU en ook van belang te kijken of er ook gezinsleden geraakt worden
hierdoor. kijk wat het verlies van Unierechten voor de burger betekent en of dit
gerechtvaardigd is gelet op de ernst van de inbreuk (het bedrog).
Bij Rottmann was het zo dat hij alsnog verblijfsrecht bleef houden in Duitsland omdat hij met
een Duitse getrouwd was en mede dat leidde er toe dat het ingetrokken kon worden.
, - Ook moet gelet worden op het tijdsverloop tussen de naturalisatiebeslissing en de intrekking
daarvan.
Bij Rottmann was er weinig tijd verstreken en kreeg hij tijd om opnieuw de Oostenrijkse
nationaliteit aan te vragen.
- Daarnaast moet gekeken worden naar de mogelijkheden om de ‘oude’ nationaliteit terug te
krijgen.
Samengevat: Als je een beslissing neemt als lidstaat waarbij nationaliteit wordt ingetrokken en
iemand daardoor ook unieburgerschap verliest, dan mag dat in beginsel. En dan mag je als
lidstaat ook de voorwaarden bepalen waaronder die intrekking geschiedt. Maar.. je moet wel
zorgen dat je aan het evenredigheidsbeginsel toetst.
Uitspraak afdeling bestuursrechtspraak 27 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2146
Casus: Het Nederlanderschap van deze man werd verlengd doordat hij zogenaamd een
Nederlandse partner had, maar dit bleek niet het geval. Het Nederlanderschap werd weer
ingetrokken, omdat er gegevens zijn verzwegen waarvan hij wist dat die van belang waren voor
verzoek verblijf/ naturalisatie. Hij had nooit toelating en verblijf in Nederland mogen verkrijgen
en had nooit aan voorwaarden kunnen voldoen voor naturalisatie.
De man betoogt dat de evenredigheidstoets (voorvloeiend uit HvJEU Rottmann) niet goed is
uitgevoerd door de Staatssecretaris.
Afdeling zegt dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat verlies rechten zo groot zijn dat
intrekken Nederlanderschap onevenredig zou zijn. Wat aangevoerd is legt niet voldoende
gewicht in de schaal om tot andere uitkomst te komen.
HvJEU Tjebbes (ECLI:EU:C:2019:189)
Casus: Het ging om een persoon die geboren was in Vancouver (Canada) sinds geboorte had ze
zowel Nederlandse als Canadese nationaliteit. In 9 mei 2003 is nog NL paspoort aan haar
afgegeven en was 5 jaar geldig (tot 2008). Op 25 april 2014 heeft Tjebbes bij Nederlands
consulaat een aanvraag voor NL paspoort gedaan, ruim 10 jaar ná verkrijgen van laatste
paspoort.
Volgens artikel 15 lid 1 sub c jo. artikel 16 lid 1 onder d RWN gaat het Nederlanderschap
verloren als je 2 nationaliteiten bezit maar je langer dan 10 jaar niet woonachtig bent in
Nederland of andere lidstaat EU. Omdat dan wordt geacht jouw band met Nederland verloren te
zijn gegaan en komt jouw NL nationaliteit van rechtswege te vervallen. Bij mevrouw Tjebbes
was dat zeker het geval.
Maar dat verval van die nationaliteit (10 jaar) kan je stuiten, door hetgeen is opgenomen in
artikel 15 lid 4 RWN: mevrouw Tjebbes had op 9 mei 2003 in elk geval vóór 9 mei 2013 een
nieuw NL paspoort moeten vragen als ze de nationaliteit wilde behouden, maar dat had ze niet
gedaan, dus NL nationaliteit is van rechtswege komen te vervallen dus ook haar
Unieburgerschap.
ABRvS zag noodzaak om prejudiciële vragen te stellen aan HvJEU: welke voorwaarden stelt het
EU-recht aan nationale regelgeving die er toe leidt dat nationaliteit komt te vervallen, maar die
tevens tot gevolg heeft dat Unieburgerschap verloren gaat? de nationaliteit gaat van
rechtswege verloren en de vraag is dan of de evenredigheidstoets ook dan (in gelijke mate)
geldt.
HvJEU:
a) Het is de bevoegdheid van de lidstaat zelf en het Hof vind het wel legitiem dat als iemand
na een verblijf van 10 jaar in een derde land er sprake is van nationaliteit verlies omdat
een effectieve band tussen de staat en de burger dan verloren gaat.
b) Er geldt wel een onderzoeksplicht t.a.v. de gevolgen van het nationaliteitsverlies (ook
mogelijkheid tot herkrijgen nationaliteit als er bewijs komt waaruit nationaliteit blijkt)
c) Ook wanneer het gaat om verval van nationaliteit, moet er incidenteel onderzoek kunnen
worden gedaan en een evenredigheidstoets plaatsvinden. Er moet ruimte zijn voor een
individueel evenredigheidsverzoek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller uvtannm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.