Blok 2.3 Economie, interne communicatie, politiek en organisatiekunde (COVB15CSC2)
Summary
Complete samenvatting Blok 2.3 Communicatiekunde en Onderzoek 2
8 views 1 purchase
Course
Blok 2.3 Economie, interne communicatie, politiek en organisatiekunde (COVB15CSC2)
Institution
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Book
Handboek Organisatie en Management. Een praktijkgerichte benadering
Een complete, zeer uitgebreide samenvatting voor het tentamen Communicatiekunde en onderzoek 2. De samenvatting bestaat uit alle werk- en hoorcollege's, aangevuld met de theorie uit de verschillende boeken. Bevat onderdelen: politiek, economie, organisatiekunde en interne communicatie. Zelf heb ik ...
Bevat onderdelen: politiek, economie, organisatiekunde en interne communicatie.
May 26, 2021
89
2020/2021
Summary
Subjects
economie
marketing
organisatiekunde
interne communicatie
michels
communicatiehandboek
reijnders
hanzehogeschool
handboek organisatie en management
tentamen communicatiekunde en onderzoek 2
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Communicatie
Blok 2.3 Economie, interne communicatie, politiek en organisatiekunde (COVB15CSC2)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
maureenhalbersma
Content preview
Economie
Hoorcollege 1
Hoe meet je rijkdom van mensen? De waarden van hun bezittingen, waaronder bankrekeningen,
huizen, aandelen etc. Des te meer mensen verdienen, des te welvarender ze zijn, des te groter de
rijkdom
Welvaart: meet je door naar het inkomen te kijken. Welvaart meet je door te kijken naar BBP per
hoofd van de bevolking.
4 sectoren in de economie: Bestedingen:
1. Consumenten/gezinnen Consumptie
2. Bedrijven/producenten Investeren
3. Overheid Overheidsbestedingen
4. Buitenland Export - import
Economische groei
Het Bruto Binnenlands Product (BBP) wordt bepaald door consumptie, investeringen,
overheidsuitgaven, export en import.
Het BBP is dus wat wij met zijn allen in Nederland produceren aan goederen en diensten. Bij de
stijging van het BBP is er dus sprake van economische groei.
Conclusie: economische groei wordt dus bepaald door consumptie, investeringen,
overheidsuitgaven, export en import.
Hogere economische groei leidt tot:
- Hogere productie, meer mensen aan het werk
- Dus meer verdienen, hogere welvaart
- Overheid meer belasting, dus meer geld voor…
Internationale handel: bedrijven uit het ene land verkopen producten/diensten aan bedrijven in een
ander land ( = export)
Export: goederen of diensten gaan van land A naar land B, het geld gaat van land B naar land A
Vakantie naar Spanje = import (Spanjaarden profiteren van jouw geld)
Totale export van alle landen in de wereld = totale import van alle landen in de wereld
,Voordelen van vrije internationale handel:
1. Producten uit ander land goedkoper of beter dan zelf maken. Of een land bezit die producten
niet of niet voldoende
NL: tropische producten, speelgoed, aardolie
2. Meer keuze voor de klant, meer concurrentie
Voordeel 1: prijzen blijven laag
Voordeel 2: bevordert technologische vernieuwingen, streven naar betere kwaliteit enz.
3. Wint een land de concurrentiestrijd: dan stijgt de export en daardoor het BBP
economische groei neemt toe
Conclusie: een land kan pas importeren als het land ook wat te exporteren heeft. Je hebt geld nodig
door export om je import te kunnen bekostigen
Ideale situatie voor een individueel land:
1. Vrij kunnen exporteren naar andere landen
2. Zelf de import reguleren (=protectie)
In deze situatie is geen vrije internationale handel.
4 manieren om je eigen economie te beschermen (door WHO):
1. Invoerheffingen (= invoerrechten)
2. Invoerquota
3. Subsidies
4. Productvoorschriften opstellen
,Werkcollege 1
Er is sprake van recessie, als de economische groei 2 kwartalen achter elkaar negatief is. Negatieve
groei is de afname van het BBP
Arbeidsproductiviteit: of gemiddelde arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid productie die per
tijdseenheid wordt geproduceerd door één arbeider. Vaak wordt het ook gemeten door per arbeider
de toegevoegde waarde te nemen. Is belangrijk om de lonen sneller te laten stijgen
Stijgen van lonen is afhankelijk van:
1. Stijging van de arbeidsproductiviteit (hogere arbeidsproductiviteit, hoger loon mogelijk)
2. Stijging van de inflatie (= stijging van de prijzen koopkrachtbehoud)
3. Loonaandeel (arbeidsintensief < > kapitaalintensief)
Welvaart kijk je naar BBP per capita (hoofd van de bevolking)
Je kijkt niet alleen naar het BBP per capita (welvaart), maar ook naar de levensverwachting en het
opleidingsniveau (welzijn). Je meet het met de Human Development Index.
Conjunctuur: de economie is een golfbeweging. Dus de schommelingen van de bestedingen rondom
de productiecapaciteit (trend).
CBS (Centraal Bureau van Statistiek): doet onderzoek naar dingen die al gebeurt zijn
CPB (Centraal Plan Bureau): doet voorspellingen naar de toekomst (prognoses)
Voorbeelden van consumptie (uitgaven door de huishoudens):
- Bestedingen bij supermarkt
- Bestedingen online
- Vakanties
- Theater- of bioscoopbezoek
- Restaurantbezoek
Voorbeelden van investeringen (daling in coronatijd):
- Het aanschaffen van kapitaalgoederen (zoals: panden, fabrieken, machines, boten,
vrachtwagens, voorraden etc.)
- Agrarische producten - Fietsen
- Chemische producten - Waterwerken (baggeren, aanleggen dijken etc.)
- Staal - Entertainment (Big Brother, The Voice of Holland)
Klaas Knot: directeur Nederlandse Bank
, Hoorcollege 2
WTO – World Trade Organisation: werd opgericht in 1995. De taken van de WTO zijn:
- Bevordering van internationale handel
- Beslechting van handelsconflicten
- Opheffing van handelsbarrières, ze willen vrijhandel
Nadelen van (te) vrije handel:
- Een land kan steeds afhankelijker wordt voor bepaalde producten van andere landen. Voor
essentiële producten zoals voedsel of energie is dat niet wenselijk
- Wanneer bepaalde sectoren in de economie niet kunnen concurreren met het buitenland,
gaan die bedrijven failliet. Dat kan veel banen kosten.
- De productieregels zijn niet in alle landen gelijk. Zo mogen boeren in de VS genetisch
gemanipuleerde gewassen gebruiken, wat wij in Europa gevaarlijk vinden
Door vrijhandel zouden die producten toch op de Europese markt komen
Er zijn 4 manieren om de eigen economie te beschermen:
1. Invoerheffingen (= invoerrechten)
Hierdoor wordt het product duurder en zijn mensen sneller geneigd lokale producten te
kopen. Voorbeeld: importeurs uit EU importeren zonnepanelen uit China. Landen EU heffen
invoerbelasting van 50% bij de importeur. Hierdoor worden de Chinese zonnepanelen
duurder. Hierdoor worden onze eigen zonnepanelen goedkoper en meer verkocht.
Nederlandse producenten van zonnepanelen kunnen hierdoor ook beter concurreren.
2. Invoerquota
Je beperkt de hoeveelheid die je invoert. Buitenlandse producten zijn goedkoper dan eigen
producten. Er zit een maximum op de te importeren hoeveelheid producten uit het
buitenland. Klanten zijn ook aangewezen op duurdere eigen producten. Anders: aanbod
producten wordt beperkt, daardoor blijft de prijs stabiel. Dat is in het voordeel van
binnenlandse producent.
3. Subsidies
Een binnenlands bedrijf ontvangt subsidie. Hierdoor kan het bedrijf goedkoper produceren.
Het bedrijf kan hierdoor beter concurreren met buitenlandse concurrenten.
4. Productvoorstellen opstellen
Een land stelt eisen aan producten op gebied van milieu, veiligheid, gezondheid.
Buitenlandse bedrijven kunnen niet aan die eisen voldoen. Binnenlandse bedrijven kunnen
hier wel aan voldoen, hierdoor hebben zij een voordeel. Voorbeeld: hormoonvlees
Wanneer eventueel wel protectionistische maatregelen toegestaan?
= markt corrigerend handelsbeleid)
1. Bescherming van werkgelegenheid: met behulp van protectionistische maatregelen kan de
overheid een industrie beschermen tegen buitenlandse concurrentie, zodat de
werkgelegenheid behoud blijft.
2. Bescherming van het milieu: stel dat een binnenlands bedrijf een veel minder grote vervuiler
van het milieu is dan haar buitenlandse concurrenten. Invoering van een importbeperkende
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maureenhalbersma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.01. You're not tied to anything after your purchase.