Samenvatting De Geo bovenbouw Globalisering leeropdrachtenboek vwo, ISBN: 9789006619294 Aardrijkskunde
18 views 1 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
VWO / Gymnasium
Book
De Geo bovenbouw Globalisering leeropdrachtenboek vwo
In dit document vind je een hele samenvatting van Globalisering van De Geo. Ik had zelf een 7,9 voor m'n SE over dit boek aan de hand van deze samenvatting. Veel succes met leren!
H1 De wereld: een mozaïek van regio’s
1.1 De wereld indelen
Er is een global village = gebied dat steeds meer met andere gebieden overal ter wereld te
maken heeft via allerlei sociale netwerken, ontstaan doordat tijd en afstand geen
belemmering meer zijn door ICT. Dit leidde tot
globalisering = het doorgaande proces van politieke, sociale en culturele samenhang
tussen bedrijven, gebieden of landen over de hele wereld, waardoor landsgrenzen vervagen.
Je kan de wereld indelen in regio’s aan de hand van soortgelijke kenmerken in een gebied,
bijvoorbeeld ahv cultuurgebieden = regio’s met een gemeenschappelijke cultuur. Cultuur is
alle door de menselijke geest voortgebrachte elementen (taal, religie etc.) De grenzen zijn
niet hard. Er zijn 4 overgangszones:
● Noord-Amerika - Latijns-Amerika
● Noord-Afrika - Sub-Sahara-Afrika
● Europa - voormalige Sovjet-Unie
● Rusland, Oost-Azië en Zuid-Azië
Langzamerhand is er een eigen cultureel bepaalde identiteit ontwikkeld, vaak ahv taal en
religie (bepaalt grotendeels normen en waarden). lingua franca = een derde taal die nodig
is wanneer verschillende culturele groepen niet direct in hun eigen taal met elkaar kunnen
communiceren.
De wereld kan ook worden ingedeeld ahv politieke kenmerken:
● politieke macht (zeggenschap over eigen leven)
● democratisch gehalte → democratie-index en mensenrechten
→ NL staat in top 10 in democratisch opzicht
De wereld kan ook ingedeeld worden aan de hand van economische kenmerken; bruto
binnenlands product per inwoner = de totale geldwaarde van alle in een land
geproduceerde goederen en diensten per jaar per hoofd van de bevolking. De
betrouwbaarheid van de cijfers is echter niet altijd even groot, er kan sprake zijn van een
informele sector en zelfvoorziening (geen officiële registratie) en er wordt geen rekening
gehouden met de koopkracht. Daarnaast kan een regionale ongelijkheid verborgen
worden door het landelijk gemiddelde, wat bv kan komen door
sociale ongelijkheid = grote inkomensverschillen tussen sociale groepen binnen de
bevolking van een land.
De economische ontwikkeling kan ook worden bepaald ahv de samenstelling van de
beroepsbevolking. Het aandeel dat in de landbouw werkt (primaire sector) is vooral een
goede indicator. De tertiaire sector is in rijke landen vaak het hoogst, doordat er sprake is
van hoge lonen bij diensten, maar deze kan ook hoog zijn in arme landen ivm de informele
sector.
De bevolkingsspreiding is ongelijkmatig; de bevolkingsdichtheid verschilt sterk. De
verstedelijkingsgraad ligt wereldwijd hoog. Het verstedelijkingstempo (snelheid waarmee
het % stadsbewoners toeneemt) ligt vaak hoog in armere gebieden.
, 1.2 Scheidslijnen in Europa
De scheiding tussen Europa en Azië is moeilijk aan te geven (geen duidelijke cultuur- of
natuurgrens).
De geleidelijke overgang bestaat al 1000en jaren, wat je bv kan zien aan de spreiding van
Indo-europese talen; diffusie = verspreiding van een verschijnsel van gebied tot gebied
(ruimtelijke diffusie) of binnen bevolkingsgroepen (sociale diffusie) en de grens kan dus niet
worden aangegeven ahv taal.
Geopolitiek = machtsverhoudingen tussen landen of gebieden in de wereld. Eind jaren ‘80
verminderde de geopolitieke invloed van Sovjet-Unie en Oost-Europa en er ontstonden
nieuwe landen door het uiteenvallen van Joegoslavië en Tsjecho-Slowakije. Dit leidde tot
een verandering van de machtsverhoudingen, wat deels ging met gewelddadige conflicten
- Oekraïne is nieuw conflictgebied (Krim)
Daarnaast is er geen staatkundige stabiliteit, door de culturele verscheidenheid. De
bevolking is vaak erg heterogeen en natievorming heeft, zeker bij jonge staten, nog geen tijd
gehad. Dit kan leiden tot regionalisme = het streven naar een vorm van zelfbestuur of eigen
soevereine staat. Als dit gebeurt is er separatisme. Dit zie je overigens ook in oudere staten.
- Spanje: Catalonië en Baskenland
Ook zorgen economische factoren voor nieuwe scheidslijnen; hoogte van inkomen en grote
economische groeiverschillen.
Er is niet alleen sprake van verbrokkeling, maar ook van eenwording en
blokvorming = organisatie van landen, vooral op economisch en/of politiek gebied (EU). De
globalisering in dit samenwerkingsverband is door de snelle uitbreiding van de EU sterk
toegenomen. De economische blokvorming is krachtiger dan de politieke, want landen willen
hun politieke soevereiniteit vaak niet kwijt. Dit kan leiden tot problemen met
lidmaatschappen (Brexit, Griekenland).
De jaarlijkse natuurlijke bevolkingsgroei is klein en bevinden zich in de laatste fase van de
demografische transitie; overgang van een hoog (schommelend) geboorte-en sterftecijfer
naar een laag (stabiel) geboorte- en sterftecijfer.
1. leven van landbouw + ambacht, hoge geboorte- en sterftecijfers, slechte hygiëne
2. hoog geboortecijfer, dalend sterftecijfer door betere bestrijding epidemieën +
hongersnoden & betere drinkwatervoorziening en hygiëne
3. dalend geboortecijfer, afnemende sociale en kerkelijke invloed op gezinsgrootte
(door verstedelijking → woningen te klein) + duurdere opvoeding/onderwijs, daling
vruchtbaarheid en dalend sterftecijfer door dalend kindersterfte
4. geboorte-en sterftecijfers laag, stagnerende bevolkingsgroei, lage vruchtbaarheid
5. vergrijzing → stijgend sterftecijfer, laag geboortecijfer = sterfteoverschot
Dit begon in de 18e eeuw (industrialisatie). Totale bevolkingsgroei hangt ook af van sociale
bevolkingsgroei; emigratie- of immigratie saldo.
Leeftijdsopbouw is belangrijk demografisch kenmerk; elke fase van demografische transitie
heeft typerende vorm bevolkingsdiagram. Hieraan kan je de groei/krimp van de bevolking
zien en de actieve en niet-actieve bevolkingsgroepen (20-65 is actief).
Demografische druk = verhouding tussen de productieve leeftijdsgroep en niet-productieve
leeftijdsgroep.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller myrthevandenberg3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.58. You're not tied to anything after your purchase.