Dit is een zeer goede samenvatting van WKPV2 volgens het toetsmatrijs (=punten die in je toets komen, staat voorin je boek). Het staat een Jip en Janneke taal uitgelegd. Ik ben zelf niet de slimste maar ben met behulp van deze samenvatting geslaagd.
1. Handhaving
De definitie van handhaving luidt als volgt: alle activiteiten die gericht zijn op het doen
naleven van wettelijke regels door burgers, bedrijven en overheden.
Handhaven betekent dan uiteindelijk ook: het dwingen tot de naleving van wettelijke
voorschriften.
De kandidaat kan benoemen waar de bevoegdheid om als toezichthouder te mogen
optreden is vastgelegd.
De kandidaat kan aan de hand van een voorbeeld vaststellen wat de bevoegdheden
zijn van de opsporingsambtenaar of de toezichthouder.
Artikel 132a van het Wetboek van Strafvordering
Onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare feiten onder gezag
van de officier van justitie met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
Artikel 132a WvSv zegt dus dat een opsporingsonderzoek:
o Een verband moet hebben met een strafbaar feit, dit betekent dat er een redelijk
vermoeden moet bestaan dat er een strafbaar feit is of wordt gepleegd;
o Altijd onder het gezag van de officier van justitie staat;
o Steeds een strafvorderlijk doel moet hebben, dit betekent dat het uiteindelijke doel
vervolging en strafrechtelijke bestraffing moet zijn.
Opsporingsbevoegdheden moeten niet alleen een strafvorderlijk doel hebben. Ze mogen
alleen worden toegepast als er een minstens redelijk vermoeden bestaat dat er een
strafbaar feit is of wordt gepleegd. Sommige opsporingsbevoegdheden kennen hun eigen
verdenkingscriterium zoals: heterdaad, ernstige bezwaren of een verdenking van een feit
waarvoor voorlopige hechtenis mogelijk is.
De opsporingsambtenaar kan bij een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is of wordt
gepleegd, of bij een andere verdenkingwanneer die bevoegdheid dat vereist,
opsporingsbevoegdheden uit het WvSv toepassen zoals:
o Staande houden
o In beslag nemen
, o Eventueel aanhouden
o Eventueel een onderzoek aan de kleding in het kader van de waarheidsvinding
o Een ambtsedig proces-verbaal opmaken van zijn verrichtingen en bevindingen
De opsporingsambtenaar is bij het onderzoek naar een economisch delict bevoegd om, in
het belang van de opsporing en voor zover dat redelijkerwijs voor de invulling van hun
taak nodig is:
o Vatbare voorwerpen in beslag te nemen en de uitlevering daarvan te vorderen
o Inzage te vorderen van gegevens en bescheiden, daarvan kopieën te maken en met
dat doel die zaken voor korte tijd mee te nemen
o Toegang tot elke plaats te hebben
o Zaken te onderzoeken, monsters te nemen en verpakkingen te openen
o Vervoermiddelen en hun lading te onderzoeken
o Van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk
voorgeschreven bescheiden
o Van een ieder te vorderen medewerking te verlenen ter uitvoering van deze
bevoegdheden
o Door feitelijk handelen op kosten van de overtreder op te treden tegen het niet
meewerken aan de gevorderde medewerking
De Wet op de economische delicten (Wed) geeft niet de eis dat er eerst een redelijk
vermoeden moet zijn dat er een strafbaar feit is of wordt gepleegd. Een aanwijzing
dat een economisch delict is of wordt gepleegd is, is voldoende.
De opsporingsambtenaar mag opsporingsbevoegdheden echter alleen maar toepassen als
hij ook het doel heeft om proces-verbaal op te maken van het strafbare feit. Hij moet daarbij
het doel hebben de zaak door het Openbaar Ministerie te laten vervolgen om deze zaak voor
te leggen aan de strafrechter. Mocht hij dit strafvorderlijk doel niet voor ogen hebben omdat
de overtreder alleen een bestuurlijke sanctie krijgt opgelegd, dan mag hij de
opsporingsbevoegdheden niet toepassen met enkel dit bestuurlijke doel.
Toezichthoudende bevoegdheden mogen alleen maar worden toegepast door de persoon
die bij wettelijk voorschrift of bestuursbesluit is aangewezen. Toezichthoudende
bevoegdheden kunnen worden toegepast als er geen enkel vermoeden bestaat dat er een
strafbaar feit is of wordt gepleegd.
Dee toezichthouder is bevoegd om:
o Met zijn benodigde apparatuur alle plaatsen te betreden m.u.v. de woning zonder
toestemming van de bewoner
o Inlichtingen te vorderen
o Inzage van een identiteitsbewijs te vorderen
o Inzage van zakelijke gegevens en bescheiden te vorderen, daarvan kopieën te maken
en met dat doel die zaken voor korte tijd mee te nemen
o Zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te
nemen en hij mag verpakkingen openen om dit te kunnen doen
o Vervoermiddelen te onderzoeken die betrekking hebben op zijn toezichthoudende
taak
, o Van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk
voorgeschreven bescheiden met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak
heeft
o Vervoermiddelen waarmee naar zijn redelijk oordeel zaken worden vervoerd met
betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft, op hun lading te
onderzoeken
o Met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een
voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel
stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt
o Van een ieder de medewerking te vorderen die hij voor zijn toezichthoudende taak
nodig heeft en een ieder is verplicht om hem die gevorderde medewerking te
verlenen
Een annexe vordering van medewerking houdt in dat de toezichthouder elke medewerking
kan vorderen zolang maar duidelijk is dat die medewerking noodzakelijk is voor het
verrichten van de toezichthoudende taak.
Een strafbaar feit kan ook bestuurlijk en tegelijkertijd strafrechtelijk worden gehandhaafd. In
dat geval zal het bestuursorgaan (dreigen) met het opleggen van een bestuurlijke sanctie
zoals een last onder dwangsom of bestuursdwang, met als doel de overtreding ongedaan te
(laten) maken (bestuurlijk doel).En daarnaast maakt de handhaver een proces-verbaal ten
behoeve van een strafrechtelijke afdoening van het strafbare feit (een strafvorderlijk doel).
Als een toezichthouder die tevens opsporingsambtenaar is aanwijzingen krijgt dat er een
strafbaar feit is of wordt gepleegd, kan hij via een zogenaamde 'sfeerovergang' naar
opsporing gaan. Hij schakelt dus door van toezichthoudende bevoegdheden naar
opsporingsbevoegdheden.
De kandidaat kan uitleggen dat naast de natuurlijke persoon, ook de rechtspersoon,
de daaraan gelijkgestelde rechtsvorm en de functionele dader als dader of als
overtreder kan worden aangemerkt.
Het Burgerlijk Wetboek kent de volgende rechtspersonen:
- publiekrechtelijke rechtspersonen
o de staat
o de provincies
o de gemeenten
o de waterschappen
- privaatrechtelijke rechtspersonen
o verenigingen
o besloten vennootschappen (BV)
o naamloze vennootschappen (NV)
o coöperaties
o stichtingen
- kerkgenootschappen (verder buiten beschouwing).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hendrikkuipers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.