Artikel 1.1. Froggio, G. (2007). Strain and juvenile delinquency: A critical review of Agnew's
General Strain Theory. Journal of Loss and Trauma, 12(4), 383-418
1.0. Introductie
De afgelopen jaren is er binnen criminologie een verschuiving geweest van een structurele
verklaring naar een sociaal psychologische verklaring. De theorie van sociaal psychologische
mechanismes van self- protection dat de oorzaak en het behoud is van afwijkend gedrag,
heeft veel betrouwbaarheid gekregen. De protection mechanismes zijn strategieën die
zorgen voor een coping in stressvolle gebeurtenissen. De traditionele/klassieke strain theorie
heeft als kernidee dat geblokkeerde kansen om succesvolle doelen te behalen voor een druk
zorgen die kan leiden naar crimineel gedrag. Deze druk (of frustratie) is structureel
geproduceerd maar niet op een individueel level. In 1970 verdween de invloed van de
klassieke strain theorie vanwege onvoldoende bewijs, echter hebben sommige ideeën van
de theorie nog steeds invloed. Onder andere op:
- Relative deprivation theory (Box)
- Theory of crime and the American dream (Messner & Rosenveld)
- Agenew’s general strain theory (Hencefort, GST)
Van deze drie heft de general strain theory (GST) het meeste wetenschappelijke bewijs, en
dit is vandaag de dag een solide theorie welke naaste verklaringen binnen crimineel gedrag
ook verklaringen geeft voor andere velden zoals eetstoornissen. Het is nog onbekend of de
GST ook buiten Amerika toepasbaar is, en wat de aard van het bewijs is. Dit artikel gaat eerst
in op de aspecten van de klassieke en de ‘nieuwe’ strain theory, en een kritische analyse van
het bewijs.
2.0. Traditional strain theorie (Merton, 1968)
De traditionele strain theorie stelt dat sommige individuen aangetrokken worden tot
crimineel gedrag wanneer ze tegengehouden worden van het behalen van culturele doelen
zoals het behalen van financiële succes of een middenklasse status, er wordt gesteld dat
iedereen de motivatie heeft om deze doelen te behalen. Echter zal de lagere klassen deze
doelen niet kunnen behalen via legitieme kanalen, ouders van deze kinderen zouden bijv.
niet voorzien in de nodige vaardigheden om succesvol te zijn op school, en ze gaan eerder
naar lage instituties en groeien op in slechte wijken. Individuen met deze beperkingen voor
hun doelen zouden staan onder druk of ‘strain’ waardoor zij reageren met crimineel gedrag
zoals geweld, diefstal of drugshandel. Hierdoor worden de conventionele doelen van
financieel succes en middenklasse status afgewezen en vervangen met gemakkelijk te
behalen doelen. Mensen die strain ervaren zouden niet direct crimineel gedrag vertonen,
tenzij ze afkomstig zijn of deel worden van een crimineel subcultuur waarvan de normen en
waarden leiden naar crimineel gedrag. De conditie waaronder een individu die onder strain
staat kans hebben om een crimineel subcultuur te vormen worden beschreven, en deze
beschrijving presenteerde de verklaring van de afkomstig en behoud van antisociaal en
afwijkende subcultuur.
De klassieke strain theorie ontvang veel kritiek en er is gebrek aan wetenschappelijk bewijs,
echter hebben veel van deze studies een methodologische error. De theorie werd getest
door disjunction (het meten van de afstand van)
- Aspirations: de doelen dat een individu in de gewenste situatie wil behalen
- Expectations: de doelen die een individu rationeel verwacht te behalen
,Op basis van de theory zouden we dan verwachten dat individuen met een hoge aspriations
en een lage expectations het meeste crimineel gedrag zouden vertonen. Echter laten studies
zien dat crimineel gedrag meer voorkomt onder mensen met zowel een lage aspriations en
een lage expectations. Cullen en Agnews stellen dat strain beter gemeten kan worden dan
met disjunction. Het falen van het behalen van doelen zal niet een belangrijke oorzaak zijn
van strain. Studies hebben geprobeerd om direct strain te meten door individuen te vragen
naar hoe tevreden ze zijn met hun financiële omstandigheden. In de laatste jaren is de
theorie gesplist in twee verschillende paden, de eerste de theorie van crime en de american
dream welke een meer macro-structureel perspectief heeft en de analyse uitbreidt naar
verschillende instituties binnen de sociale structuur. De tweede is de sociaal psychologische
strain theorie, hieronder valt de relative deprivation theorie en de general strain theory.
3.0. De theorie van crime en de American Dream (Messner & Rosenfeld, 2001)
De American dream theorie wordt ook wel de institutional anomie theorie genoemd, het is
een structureel level theorie die als doel heeft om te gelden voor processen op
maatschappelijk niveau. De theorie ziet net zoals de klassieke strain theorie dat specifieke
culturele waarden zorgen voor anomie druk, oftewel dat mensen georiënteerd zijn in het
behalen van waarden zoals materiële succes. De American Dream theory verlengen de
klassieke theorie, ze stellen dat het culturele belang dat gelegd wordt op financieel succes
grotendeels afhangt van het feit dat economische factoren dominant zijn aan de meer
belangrijke instituties in Amerika zoals familie, school en politiek. De dominantie van
economie komt tussen effectief functie van deze en andere instituties. Als een resultaat zijn
ze onvoldoende in staat om individuen effectief en sociaal te trainen wat bijdraagt aan
ontwikkeling van afwijkend gedrag, en daarbij crimineel gedrag.
Er is weinig wetenschappelijk bewijs voor deze theorie, er wordt later nog toegevoegd dat
de effecten van economische condities op financieel voordelige criminele gedragingen
afhankelijk is van de sterkte van niet-economische instituties. Er is een onderzoekt dat een
non-linear model laat zien met indirect bewijs voor de theorie, het laat zien dat de effecten
van armoede op vermogensdelicten afhankelijk zijn van niet economische instituties die
proberen de criminele impact te verbeteren van economische deprivation.
Savolain ging verder op de inzichten van de institutional anomie theorie, hij voorspelde dat
de positieve effecten van economische ongelijkheid van het level van dodelijk geweld was
gelimiteerd aan de eigenschapen van de landen met relatieve zwakke collectieve instituties
van sociale bescherming. Deze hypothese werd getest, en faalde om een negatief effect aan
te tonen. Echter in Oost-Europese landen met opkomende economieën, was wel het effect
van inkomen ongelijkheid op moord, het was lager in samenlevingen die grotere
bescherming bieden voor leden.
4.0. De sociaal psychologische strain theorieën. Relative deprivation (Box, 1981), en
general strain theorie (Agnew’s)
De eerste theorie is de relative deprivation theorie (Box), welke stelt dat structurele bronnen
van ongelijkheid zorgen voor gevoelens van deprivation, wat kan zorgen voor agressieve
gedragingen die wellicht leiden naar crimineel gedrag. Gevoelens van vijandigheid en
boosheid kunnen afkomstig zijn van structurele levels bronnen van ongelijkheid. In
tegenstelling met de traditionele strain theorie, wordt gesteld dat iemand level van strain
,niet afhankelijk is van de hoeveelheid geld dat iemand heeft, maar afhankelijk van hoeveel
geld iemand heeft relatief aan anderen in iemand ‘reference groep’. Als gevolg kunnen bijv.
rijke mensen veel strain ervaren als ze zichzelf vergelijken met nog rijkere mensen om zich
heen. Verschillende studies testen het idee van relative deprivation, allen faalde om
gevoelens van woede, status van frustratie, en wrok (die de kern zijn van de relative
deprivation theorie) aan te tonen.
Agnew’s general strain theorie verlegt de grenzen van zowel de klassieke strain theorie en
traditionele criminologie. GST is een sociaal psychologische theorie van jeugdcriminaliteit
dat een sterke conceptuele fundatie heeft en wetenschappelijk bewijs.
5.0. Basisconcept van de general strain theorie (Agnews, 1992)
Het kernidee van de GST is de overtuiging dat als je mensen (met name jonge mensen)
slecht behandeld, ze overstuur raken en reageren met agressie, crimineel en ander
afwijkend gedrag. Deze negatieve relaties wordt een strain genoemd, een strain refereert
dus naar de relatie waarin andere een individu niet behandelen zoals hij/zij behandeld wil
worden. GST is de grootste criminologische theorie die focust expliciet op de negatieve
relatie, of strain, en dat adolescenten en jonge mensen onder druk gezet worden naar delict
gedrag door een negatief effect, met name door boosheid als resultaat van deze relaties.
Volgens de psychologie van stress zijn er twee types strains.
- Objective strain: gaat over gebeurtenissen of condities die door de meeste leden van
een groep afgewezen worden. Bijv. fysieke mishandeling, gebrek aan voedsel en
onderdak, gebrek aan bescherming etc.
- Subjective strain: gaat over gebeurtenissen die afgewezen worden door de
individuen die het doormaken.
De literatuur over stress laat zien dat individuen verschillen in de subjectieve evaluatie van
dezelfde objective strains zoals bijv. het falen op school, scheiden of dood van een familie
lid. De subjectieve evaluatie van een objective strains is een functie van verschillende
factoren zoals individuele eigenschappen, persoonlijke en sociale bronnen (zelfvertrouwen,
self-efficacy, doel, overtuigingen, sociale steun), en verschillende leefomstandigheden.
GST identificeert drie categorieën van strain. Strain zal voorkomen wanneer
- (1) Wanneer andere voorkomen of bedreigen dat de individu zijn positief
gewaardeerde doelen kan halen. Volgens de traditionele theorie zijn dit financiële
middelen en status. We hebben drie sub categorieën
o Strain als de disjunction tussen aspirations en expectations
o Strain als de disjunction tussen expectations en daadwerkelijke achievements
o Strain als de disjunction tussen just/fair outcomes en daadwerkelijke
outcomes
- In tegenstelling met de traditionele theorie, stelt GST dat de doelen van jonge
mensen existentially gebaseerd zijn, en dat het er veel en gevarieerd zijn. De meest
belangrijke zijn status, respect voor andere en autonomie (macht over jezelf, en de
vaardigheid om de eisen van andere te weerstaan en in actie komen zonder de
toestemming van anderen).
- (2) Wanneer de positieve stimuli die een individu bezit verwijderd wordt of bedreigd
wordt om te verwijderen. Bijv. het verlies van een partner, diefstal van gewaardeerde
eigendommen.
, - (3) Aanwezigheid of bedreiging van blootstelling van noxious (schadelijke) of
negatieve gewaardeerde stimuli. Bijv. verbale of fysieke mishandelingen.
Recent is GST uitgebreid om vicarious en atnicipated strains mee te nemen.
- Vicarious strain: strain ervaren door mensen rondom de individu zoals vrienden en
familie
- Anticipated strain: individu zijn verwachting dat de huidige strain zal blijven bestaan
in de toekomst, of dat nieuwe strains zullen komen
Ieder type van subjectieve strain verhoogt de kans dat een individuen negatieve emoties zal
ervaren. Volgens de GST zijn er verschillende definities van emoties, maar in het algemeen
wordt gesteld dat het centrale component van een emotie de evaluatie van of een affectieve
response op een idee of gedrag. De een kan depressief reageren op een bepaalde strain
waar de ander juist angst ervaart, en er zijn ook verschillen in de mate van ervaren van een
emotie. De drie emoties die het meeste verbonden zijn aan de drie types strain zijn
teleurstelling, depressie en angst. Echter is woede de meeste kritische emotionele reactie
voor het doel van de GST. Woede komt voort wanneer een jong persoon de schuld geeft van
een eigen tegenslag aan anderen, en het is een bedrieglijke emotie. Woede verhoogt het
level van waargenomen schade, creëert een verlangen voor wraak, motiveert acties en
verminderd remmingen. Woede is een sleutel emotie omdat individuen geloven dat andere
hun agressie gegrond vinden.
De ervaring van woede zorgt voor een verlangen om beschermende of corrigerende stappen
te nemen, waarvan crimineel gedrag een mogelijkheid is. De focus op woede is het grootse
verschil tussen GST en stress literatuur. Jeugdcriminaliteit zal een methode zijn voor het
verlichten van een strain. Volgens de coping strategie theorie zal crimineel gedrag een
adoptie strategie zijn op strains. Er zijn verschillende manier om om te gaan met
stress/strain, zoals cognitieve, gedrag en emotionele coping strategieën. Volgens GST kan
crimineel gedrag een coping strategie zijn. Het is belangrijk om de factoren te specificeren
die invloed hebben op de keuze van crimineel gedrag als coping, en niet crimineel gedrag als
coping. Hiervoor is literatuur van agressie, stress en eigen vermogen bestudeerd. Adversity
(tegenslagen) zal een algemene staat van arousal produceren, die verschillende gedragingen
kan faciliteren. Of deze aurosal zorgt voor agressie en vervolgens in crimineel gedrag is
bepaald door een aantal factoren. Met name door
- De constraints (beperkingen) van niet crimineel en criminele coping
- De dispositions om te engage in crimineel gedrag vs. criminele coping
6.0. Jeugdcriminaliteit als copingstrategie
Ondanks dat er vele aanpassingen zijn voor objective strains, zijn deze niet gemakkelijk
beschikbaar voor iedereen. Met name jonge mensen zijn beperk aan interne en externe
factoren.
- Als de objective strains invloed heeft op een doel die hoog is in absolut en relatief
belangrijk, en als de individu weinig alternatieve doelen of waarden om te bepalen
heeft, zal de strain verplaatsen naar een onbelangrijk gebied in iemand leven
- Individuele coping bronnen zijn de tweede belangrijke factor, zoals intelligentie,
temperament, probleemoplossend vermogen, self-efficacy, en zelfvertrouwen. Deze
traits bepalen de coping strategie door invloed te hebben op iemands zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sunlight_muijsson. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.