100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Evolutie - VUB $9.63
Add to cart

Summary

Samenvatting Evolutie - VUB

2 reviews
 385 views  16 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit document omvat een samenvatting van de hoorcolleges van het vak Evolutie, gegeven door prof. Franky Bossuyt op de VUB.

Last document update: 3 year ago

Preview 3 out of 26  pages

  • No
  • Unknown
  • May 27, 2021
  • June 21, 2021
  • 26
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: colettevereecken93 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: cursusdienst • 3 year ago

avatar-seller
Evolutie
Inleiding
Wat is biologische evolutie?
- Veranderingen in de eigenschappen van populaties van organismen die de levensduur van een individueel
organismen overstijgen (m.a.w. individuele organismen “evolueren niet”)
- Veranderingen in populaties die als evolutie beschouwd worden, zij die verschillen die via het genetisch
materiaal van de ene op de andere generatie overgeërfd kunnen worden
- Verwijst naar de afstamming van alle levende organismen (soorten) van een gemeenschappelijke voorouder

- Voorbeeld uit epigenetica: sperma die herinneringen doorgeeft aan nakomelingen via epigenetische
overdraging (zit niet in DNA, maar histonen) → CH3-groepen (methyl) die op histonen komen door een
bepaalde levenswijze → zo een levenswijze overdragen
 Weten dat epigenetica bestaat, de rest van overerving gaat over “via DNA”!

Biologische evolutie of niet?
- Mensen worden elk jaar gemiddeld groter omdat ze meer eten
 NEE: we eten steeds vetter = soort gedrag en niet overerfbaar
- De padden die Australië veroveren, hebben elk jaar gemiddeld langere poten
 JA: wordt van generatie op generatie overgebracht
- Ik krijg een mutatie in mijn oog waardoor ik beter kan zien
 NEE: een mutatie kan niet overgedragen worden, behalve als die in een geslachtscel zit

Hoofdstuk 1: De bewijzen voor evolutie
(Alternatieve) theorieën voor de geschiedenis van het leven
Elke lijn vertegenwoordigt een soort in de tijd.

a) Evolutie b) Transformisme c) Creationisme
Er is een Er is geen Er was opeens iets door bv. een god. Dit
gemeenschappelijke gemeenschappelijke moet niet op hetzelfde moment gebeuren
voorouder waaruit soorten voorouder, meerdere (bv e)). De soort blijft constant (verticaal) en
van vorm kunnen oorsprongen. Doorheen de verandert niet
veranderen (afbuiging tijd kunnen de soorten wel
lijnen) veranderen, maar het is geen “Intelligent design” = modern creationisme:
evolutie (afbuigingen) “bepaalde karakteristieken van heelal en
organismen worden het best verklaard als
het werk van een intelligente “ontwerper””

Wetenschappelijk creationisme is
wetenschappelijk onhoudbaar. Wetenschap
en religie kunnen naast elkaar bestaan.




Evolutie kan waargenomen worden
Bv. op een tijdschaal van dagen: fylogenetische boom van HIV-virus

➔ Als patiënt in contact kwam met zijn tandarts, zal daar het virus overgedragen zijn,
etc.
➔ Voorbeeld van evolutie, maar transformisme kan ook…




1
Luna Willems Biologie – VUB 2020-2021

, Evolutie kan experimenteel aangetoond worden (binnen soorten)
Bv. productie van koeien die het meest melk geven waardoor nakomelingen ook meer melk gaan beginnen geven

➔ Evolutie, maar ook transformisme

Bv. sommige muizen hebben snel tandbederf. Selectie op muizen die resistent zijn voor tandbederf → nakomelingen
gaan doorheen tijd meer resistentie vertonen

➔ Evolutie, maar ook transformisme

Bv. met kunstmatige selectie. 1 allel (IGF1, ook bij ons) maakt hond groot of klein

➔ Evolutie want overdraagbaar gen

Van veranderingen in populaties tot soortvorming (dieper in de evolutie: het individu)
- Evolutie vaak voorgesteld als fylogenetische bomen
- Lijnen met soortvorming die ontstaan door veranderingen in
populaties
 Lijnen zijn hoe wij het denken: in werkelijkheid gaat
soortvorming niet monofyletisch (dus geen gemeensch.
voorouder)

Verandering binnen een soort kan tot soortvorming leiden
- Ringsoorten
 Soort die bestaat uit meerdere variëteiten die geografisch een ring of cirkel vormen, waarbij ten minste
twee variëteiten onderling niet meer kunnen voortplanten.
 Bv. Longloze salamanders: een barrière (berg) kwam tussen de soort waardoor bep. salamanders enkel
konden voortplanten met die van dezelfde plaats
→ °verschillende soorten: aanpassing aan hun omgeving: genetische veranderingen (geen tussensoorten
meer, maar twee nieuwe, onafh soorten)
→ kunnen niet meer met elkaar voortplanten als de berg bv. ooit zou verdwijnen


Organismen vertonen gelijkenissen
Morfologische gelijkenissen: organismen vertonen gelijkenissen die je niet zou verwachten als ze onafh. ontstaan
zouden zijn

 Bv. voorpoten van Tetrapoden: hebben van 5 vingers
→ wel niet zo’n sterk argument voor evolutie

Organismen vertonen soms overblijfselen van gelijkenissen
Dingen bij dieren aanwezig die ze eigenlijk niet meer nodig hebben
→ sterker argument: kan overblijfsel zijn en dus evolutie betekenen

- Bv. walvis: overblijfselen van bekkengordel
- Bv. slang: overblijfselen van achterpoten

Fossielen als bewijs voor de evolutie van soorten
- Soms is er voldoende fossiel bewijs voor evolutie (bv. bewijs van slang met poten)
- Volgorde waarin fossielen verschijnen = voorspeld door evolutie (bv. stamt af uit Precambrium, etc. →
geologische successie waardoor ze boven komen) → sterk argument




2

Luna Willems Biologie – VUB 2020-2021

, Organismen vertonen moleculaire gelijkenissen
- Soorten die meer gelijkaardig zijn in één eiwit, zijn dat ook in andere, wat aantoont dat ze een gemeensch
voorouder hadden
- Minder sterk argument: zouden ze dat niet ook hebben als ze niet verwant zijn?



Fylogenie werkt (studie van de afstammingsgeschiedenis)
- Waarschijnlijk beste argument om evolutie te bewijzen
- Fylogenetische bomen bv. uit DNA van kikkers
 > 10100 bomen mogelijk als je bv. DNA van 80 soorten hebt
 Niet o.b.v. geologie info: toch gaat boom zich vormen volgens geologie
→ bv. alle Afrikaanse soorten tezamen
→ bewijs van evolutie!

Hoofdstuk 2: Reconstructie van fylogenie
Voorstelling van evolutieve verwantschappen (examen!)
Fylogenie toont ancestrale (voorouderlijke) verwantschappen tussen soorten


(a) = (b), maar (c) en (d) verschillen

(d) = (e)




a) Bv. soort A en B hebben de recentste voorouder dat ze delen in vergelijking met soort C en D
b) De nodes zijn veranderd van plaats, soort A en B hebben nog steeds de recentste voorouder dat ze delen
c) De nodes en de soorten zijn veranderd van plaats, dus hebben bv. soort A en B niet meer de meest recente
voorouder samen
d) Soort A en B hebben een voorouder van dezelfde tijd als soort C en D
e) De boom kan ook met rechte lijnen voorgesteld worden, dus gelijk aan (d)

Waar zit de evolutie?

d) 6 takken
e) 6 takken want horizontale strepen zijn GEEN evolutiestrepen, maar verbindingsstrepen!

Fylogenie wordt geschat o.b.v. kenmerken
- Hoe een boom het makkelijkste opstellen? → als het op elkaar lijkt, zet ik het bij elkaar
- Probleem: als twee soorten al lang niet meer evolueerden, ga je ze waarschijnlijk bij elkaar zetten omdat je
ervan uitgaat dat evolutie een bepaalde snelheid heeft
- DNA als kenmerk kan ook, maar uiterlijke kenmerken vaker gebruikt
 Kenmerk “veren” zijn belangrijker dan een bepaalde letter in DNA code
 DNA = sterk, want veel kenmerken zijn te halen uit DNA: beter 10 000 kenmerken uit DNA dan 200 uit
morfologie → maar grotere kans op fouten
- Verschillende kenmerken kunnen conflicterende informatie geven
- Cladisme – cladistiek : fylogenetische analysemethode o.b.v. gemeenschappelijk afgeleide kenmerken
(synapomorfieën → een gemeens. eigenschap van de leden van een taxon, die ze geërfd hebben van de
laatste gemeens. voorouder van dat taxon)

Onderscheid tussen homologie en homoplasie
Homologie: betrouwbaar bewijs → gemeen kenmerk, ook aanwezig bij voorouder

Homoplasie: onbetrouwbaar bewijs → gemeen kenmerk, maar niet bij voorouder aanwezig
bv. vleugels van vogels en vleermuizen: maar hebben beiden bv. geen veren!

Veel kenmerken in boom = grote kans op homoplasie!


3

Luna Willems Biologie – VUB 2020-2021

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lunawillems1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.63. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.63  16x  sold
  • (2)
Add to cart
Added