100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Gedragswetenschappen Samenvatting Periode 1.1 HBO-Verpleegkunde $5.42   Add to cart

Summary

Gedragswetenschappen Samenvatting Periode 1.1 HBO-Verpleegkunde

1 review
 31 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting bevat alle literatuur + hoorcolleges van periode 1 van gedragswetenschappen. De samenvatting is 9 pagina's lang. Ik heb met deze samenvatting een 10.o gehaald!

Preview 2 out of 9  pages

  • May 27, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: s1167300 • 3 year ago

avatar-seller
Gedragswetenschappen
Week 1
Sociologie  gedrag van (groepen) mensen, nadruk op invloed van omgeving, maakt gebruik van
maatschappelijke vraagstukken
Psychologie  gedrag van de individuele mens, nadruk op emoties, denken en gedrag

Economie, pedagogiek, sociologie en psychologie zijn allemaal gedragswetenschappen.

Nature  gedrag is aangeboren
Nurture  gedrag wordt bepaald door omgeving en ervaring, is aangeleerd

Gedrag is een mix van nature en nurture

Stromingen in de gedragswetenschappen:
1. Psychoanalyse (vroege jeugd)
2. Behaviorisme
3. Humanistische psychologie
4. Cognitieve psychologie (Hoe (werkt het)?)
5. Systeembenadering (gezin, vriendengroep)
6. Biologische benadering
7. Integratieve psychologie

PDF Menswetenschappen ELO
Psychologie is de wetenschap die zich bezighoudt met menselijk gedrag en de achtergronden
hiervan.
Als professioneel verpleegkundige reageer je niet op grond van je eigen eerste impulsen maar op
grond van kennis en ervaring die je in de loop van de opleiding opdoet.

De wetenschap psychologie bestudeert op een systematische manier het menselijk gedrag en de
achtergronden daarvan.

Frenologie is de leer van de vorm van de schedel, in het bijzonder de schedelknobbels. Aan het
voorkomen of ontbreken van knobbels op de schedel meende men te kunnen zien of iemand
bijvoorbeeld vernielzuchtig was of aan verzamelwoede leed. In ons taalgebruik zit hierdoor tot op de
dag van vandaag nog woorden als ‘talenknobbel’ of ‘wiskundeknobbel’. Inmiddels is echter allang
bewezen dat schedelknobbels niets zeggen over de genoemde eigenschappen van personen, en de
frenologie maakt dan ook geen deel meer uit van de wetenschappelijke psychologie.

Week 2
Sigmund Freud  Lichamelijke symptomen : psychische symptomen
Er zit een verborgen wereld, het onderbewustzijn. Dat onderbewust was volgens Freud dat waar
problemen vaak uit voort kwamen. Het onderbewuste liet zich ‘zien’ door:
 Dromen en versprekingen
De uitwerking: Het driftmodel
Levensdrift ‘Eros’  staat voor alles wat lekker is en wat genot geeft
Doodsdrift ‘Thanatos’  verlangen naar niks, verlangen naar rust. Tegenhanger van Eros.
1. Id  onze driften, puur gericht op lust of op direct dingen willen
2. Ego  houdt rekening met de buitenwereld
3. Superego  voegt nog een soort schuldgevoel, geweten en normen en waarden eraan toe
Levensfasen:
 Orale fase = id (baby en peuter)
 Anale fase (koppigheid) = ego (peuter, zindelijkheid)

,  Fallische fase (oedipus complex) = superego (kleutertijd, moeder claimen)
 Latentiefase (basisschoolleeftijd)
 Genitale fase (puberteit)
Je omgeving is cruciaal of je een fase succesvol doorloopt. Als je een fase niet succesvol doorloopt,
kun je daar later nog last van houden.

‘Zes psychologische stromingen en één cliënt’ hoofdstuk 3, de paragrafen 3.1, 3.2, 3.4. 3.10 en 3.11
De psychodynamische benaderingen stammen af van de theorie van Sigmund Freud. Hij ontwikkelde
de psychoanalyse. Het gaat er vaak van uit dat problemen vaak stammen uit de vroege kindertijd,
hoewel ook latere gebeurtenissen sporen kunnen achterlaten. Problemen worden gezien als een
stagnatie in de ontwikkeling. Het herhalen van vroegere gedragspatronen en problemen bij personen
die daar niets mee te maken hebben, wordt ‘overdracht’ genoemd. We dragen iets van vroeger over
op de situatie waarin we nu leven. Het gaat erom dat de patiënt leert beangstigende en onbekende
gevoelens toe te laten, ze te benoemen, te begrijpen en te hanteren. Dit wordt ook wel
‘affectregulering’ of ‘mentaliseren’ genoemd. Een psychodynamische therapie geeft je meer zicht op
je gevoelens, je leert er beter mee om te gaan en je leert het verschil tussen jezelf en de ander beter
te zien en te hanteren.
Freud behandelde patiënten die bijvoorbeeld verlamd, blind of doof waren zonder dat daar een
lichamelijke verklaring voor was. We noemen dat nu een conversiestoornis. Freud gebruikte eerst
hypnose om de onbewust conflicten boven water te halen. Later gebruikte hij de techniek van de
‘vrije associatie’. Vier modellen:
1. Driftmodel  legt accent op verdrongen problemen uit de kindertijd
2. Objectrelatiemodel  eerste relaties in vroege kindertijd
3. Zelfpsychologisch model  aandacht gaat naar tekorten
4. Interactioneel model  legt nadruk op problematische conflicten tussen mensen

Het driftmodel: id, ego en superego. Het driftmodel stelt dat de mens wordt voortgedreven door
seksuele en agressieve driften. Id is onbepaald, we hebben het allemaal, maar bij de een is het wat
sterker dan bij de ander. Het bepaalt ons temperament. Freud onderscheidde de volgende vijf fasen:
 De orale fase  babytijd
 De anale fase  periode van zindelijkheidstraining, het ego ontwikkelt zich hier en
koppigheid ontwikkelt zich ook
 De fallische fase  kleutertijd, hierin staat het geslachtsverschil centraal
 Latentiefase  rustigere tijd
 Genitale fase  puberteit en adolescentieperiode
Om gevoelens van angst onder de oppervlakte te houden, ontwikkelen we afweermechanismen. Het
heeft als voordeel dat je je minder angstig voelt, maar het kost wel veel energie.
- Verdringing
- Ontkenning
- Reactieformatie  angstwekkende impuls wordt onschadelijk gemaakt door het
omgekeerde ervan
- Isolering  gevoel is uitgeschakeld
- Intellectualisering  wordt met ingewikkelde taal overdekt
- Projectie  je ziet bij anderen zaken waar je zelf bang voor bent
- Splitsing
- Rationalisatie  impuls wordt goedgepraat
- Verplaatsing
- Sublimatie  dit raadde Freud aan, je zet behoefte om in maatschappelijk gedrag
Afweer heeft te maken met het afweren van de gevoelens van de patiënt zelf. Weerstand is verzet
tegen therapie of tegen een gesprek over je eigen functioneren.
Abstinentieregel voor therapeut = neutraal opstellen, geen persoonlijke mededelingen, niet té
vriendschappelijk.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller demispoolder. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.42  2x  sold
  • (1)
  Add to cart