VBA Belastingrecht met resultaat 2019-2020 Theorieboek
Het examen VBA Belastingrecht wordt getoetst op basis van een aantal indicatoren. Alle indicatoren voor het examen VBA Belastingrecht zijn uitgewerkt in dit document. Wat wordt behandeld: Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, dividendbelasting, overdrachtsbelasting, AWR, AWB, winst uit ondern...
1. De financial kan bepalingen uit de Wet op de inkomstenbelasting 2001 toepassen.
1.1 De financial professional kan aan de hand van een concrete situatie omschrijven wie
belastingplichtig zijn voor de Wet op de inkomstenbelasting 2001.
Art. 1.1 Wet IB
Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke personen.
Art. 2.1 lid 1 letter a Wet IB
a. Alle inwoners van Nederland zijn belastingplichtig voor de inkomstenbelasting. Binnenlandse
belastingplichtigen moeten inkomstenbelasting betalen over hun inkomen waar ter wereld ze
dat ook hebben genoten.
b. Natuurlijke personen die niet in Nederland wonen, maar wel Nederlands inkomen genieten.
Art. 7.2 Wet IB
In art. 2.1 lid 1 letter b wordt gesproken over Nederlands inkomen. In art. 7.2 Wet IB wordt
uitgelegd wat daaronder verstaan wordt.
Fiscale woonplaats van natuurlijke persoon
De feitelijke omstandigheden zijn van belang zoals: inschrijving in de basisregistratie personen,
waar verblijft het gezin, waar gaan de kinderen naar school en waar is de persoon lid van
(sport)verenigingen. Het gaat erom waar voor de belastingplichtige het sociaal middelpunt van
zijn leven is. Art. 4 AWR.
Voorbeeld
Anton Bartels woont met zijn vrouw en twee kinderen in Breda. Voor zijn werk wordt hij voor 2
jaar uitgezonden naar Djakarta. Zijn gezin blijft in Nederland wonen. Anton huurt in Djakarta een
appartement. Hij reist eens per halfjaar terug naar Nederland en verblijft dan 2 weken bij zijn
gezin in Breda.
Waar woont Anton Bartels voor de heffing van de inkomstenbelasting?
Antwoord: Op grond van de feitelijke omstandigheden woont Anton in Breda. Zijn gezin blijft in
Nederland wonen, daar is het sociaal middelpunt van zijn leven.
Voorbeeld
Guus is fulltime werkzaam als sporttrainer in Nederland. Hij heeft een huis in Frankrijk. Zijn
vriendin woont in Almere. Guus verblijft een groot deel van de week in Almere en heeft zich hier
ook aangesloten bij een pentanquevereniging. Zijn kinderen zijn volwassen en uit huis.
Geef gemotiveerd aan waar Guus voor de inkomstenbelasting woonachtig is. Vermeld waar
mogelijk de van toepassing zijnde wetsartikelen.
, Antwoord: De feitelijke omstandigheden zijn van belang (art. 4 AWR). Het gaat erom waar voor
de belastingplichtige het sociaal middelpunt van zijn leven is. In het geval van Guus is dit in
Arnhem. Hij is immers fulltime werkzaam in Nederland, hij verblijft een groot deel van de week
in Almere en hij is hier ook aangesloten bij een vereniging. Daarnaast is hier art. 2.1 lid 1 letter a
van toepassing. Hij woont in Nederland en is in Nederland dus ook belastingplichtig voor de
inkomstenbelasting.
1.2 De financial professional kan de toerekeningsregels die voortvloeien uit de relatie van
belastingplichtigen met partners en kinderen in een concrete situatie toepassen.
Art. 2.14 Wet IB (tussen en binnen belastbare inkomens)
Lid 1: Als een voordeel op grond van meer dan een hoofdstuk, afdeling of paragraaf als
bestanddeel van een van de belastbare inkomens zou kunnen worden aangemerkt, dan wordt
het voordeel uitsluitend op grond van het als eerste opgenomen hoofdstuk of de als eerste
opgenomen afdeling of paragraaf aangemerkt als bestanddeel van het desbetreffende
belastbare inkomen. Hetgeen wat als eerst in de wet wordt genoemd, gaat voor.
Lid 2: Vermogensbestanddelen die inkomen genereren uit werk en woning of uit aanmerkelijk
belang, worden niet in aanmerking genomen voor de bepaling van het belastbare komen uit
sparen en beleggen.
Lid 3 letter b: Stel dat Piet Klaasen 150.000 Euro uitleent aan Klaasen BV waar Piet 100%
aandeelhouder is. Hij leent het geld uit op 25 december 2020 en de BV stort het geld weer terug
naar Piet op 10 januari 2021. Het uitgeleende geld behoorde vóór 25 december in box 3 en na
10 januari ook weer. Tussen 25 december en 10 januari 2021 valt het uitgeleende geld in box 1.
Omdat deze periode korter is dan drie maanden en omdat de periode vóór 25 december en de
periode na 10 januari het bedrag van 150.000 Euro in box 3 thuishoorde en omdat er een
peildatum in de periode zit wanneer het geld is uitgeleend, moet het bedrag ook aangegeven
worden in box 3.
Lid 3 letter c: Hetzelfde geldt voor een periode van 3 tot 6 maanden, tenzij de belastingplichtige
aannemelijk maakt dat hiervoor een zakelijke reden is. Dan geldt de santie niet en mag het
uitgeleende geld alleen belast worden in box 1.
Art. 2.15 Wet IB (Toerekening inkomen minderjarig kind)
Niet alle inkomensbestanddelen van minderjarigen worden bij minderjarigen belast. De
inkomensbestanddelen genoemd in lid 2 worden toegerekend aan de ouder die het gezag over
het kind uitoefent. De inkomsten uit arbeid, winst uit onderneming en inkomsten uit periodieke
uitkeringen worden wél rechtstreeks bij het minderjarige kind belast.
Art. 2.17 Wet IB (Toerekening tussen partners)
De vrijelijk te verdelen inkomensbestanddelen zijn:
1. Het belastbaar inkomen uit de eigen woning, art. 2.17 lid 5 Wet IB
2. Het inkomen uit aanmerkelijk belang, art. 2.17 lid 5 Wet IB
,3. De persoonsgebonden aftrek, art. 2.17 lid 5 Wet IB
4. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen, art. 2.17 lid 2 Wet IB
Bovenstaand is dus alleen mogelijk als sprake is van partnerschap. Partner op grond van AWR
(art. 5a AWR):
a. Gehuwden (en geregistreerde partners, art. 2 lid 6 AWR); en
b. Meerderjarige ongehuwden die
- een samenlevingscontract hebben afgesloten; en
- staan ingeschreven op hetzelfe woonadres in de basisregistratie personen.
Op grond van de Wet IB wordt conform art. 1.2 Wet IB mede als partner verstaan degene die op
hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen
EN
a. uit wiens relatie met de belastingplichtige een kind is geboren;
b. die een kind van de belastingplichtige heeft erkend dan wel van wie een kind door de
belastingplichtige is erkend;
c. die voor de toepassing van een pensioenregeling als partner van de belastingplichtige is
aangemeld;
d. die samen met de belastingplichtige een gezamenlijke eigen woning heeft die als hoofdverblijf
dient;
e. waarbij op dat woonadres tevens een minderjarig kind van ten minste een van beiden staat
ingeschreven; of
f. die in het aan het kalenderjaar voorafgaande kalenderjaar reeds partner van de
belastingplichtige was.
In art. 1.2 lid 2 Wet IB wordt nog genoemd dat degene die voor een deel van het kalenderjaar als
partner wordt aangemerkt, ook als partner in de voorafgaande periode van het kalenderjaar als
partner wordt aangemerkt, voor zover hij in die periode op hetzelfde adres in de basisregistratie
personen stond ingeschreven.
Verder wordt in art. 1.2 lid 4 letter a Wet IB nog genoemd dat indien de belastingplichtige
samenwoont met een bloed- of aanverwant in de eerste graad, men alleen partner is als beiden
bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt.
, 1.3 De financial professional kan het systeem van de bronnen van inkomen en de drie boxen
uitleggen en in een concrete situatie toepassen.
Het boxenstelsel is opgebouwd in drie boxen. Elke box bevat een bron van inkomen en in elke
box geldt een tarief voor de berekening van de belasting. Hieronder een schematisch overzicht
van de bronnen van inkomen in de drie verschillende boxen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ankiebanfi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.