Lecture 4 -- Human Development -- Endocrine System
Lecture 3 -- Human Development -- Female reproductive System
Lecture 2 -- Human Development -- Male reproductive System
All for this textbook (3)
Written for
Hogeschool Windesheim (HW)
Verpleegkunde
Medische Kennis
All documents for this subject (117)
Seller
Follow
deboraklarenbeekx
Reviews received
Content preview
Hematologie en spijsvertering aantekeningen
Hoorcollege 1 week 7 – 12 februari 2020
Hematologie en hematologie aandoeningen
Hematologie
Haem molecuul: groot eiwit molecuul in de rode bloedcel
Emie: iets in het bloed (anemie (bloedarmoede), leukemie)
5 functies van bloed
1. Transport: zuurstof, koolstofdioxide, glucose, vetten, hormonen, afvalstoffen
2. Stolling: enzymen in bloed die stolling activeren
3. Afweer: leukocyten (infecties bestrijden/ afvalstoffen verwijderen)
4. Stabilisering pH en ion samenstelling: via diffusie tussen interstitiële vloeistoffen en bloed
5. Stabiliseringen lichaamstemperatuur: hoge lichaamstemperatuur meer bloed naar
huidoppervlak
Bloed = gespecialiseerd type bindweefsel
Stabiliseren PH: via diffusie tussen interstitiele vloeistoffen en bloed. Calcium/ Kalium ionen
Absorberen/ neurtraliseren zuren die door actieve weefsels worden gevormd (melk zuur)
Stolling: bloed bevalt enzymen en factoren die het proces van bloedstolling in gang zetten
Afweer: bloed vervoert leukocyten (infectie bestrijden) / afvalstoffen verwijderen) Bloed vervoert
ook antistoffen
Temperatuur: bloed neemt warmte op die door actieve spieren wordt gevormd.
Lichaamstemperatuur hoog = bloed naar huidppervlak.
Samenstelling van bloed
55% plasma (lijkt op interstitiële vloeistof)
- Plasma eiwitten 7%
- Andere opgeloste stoffen 1%
- Water 92%
Hematocriet
Percentage dat wordt ingenomen door erytrocyten
Mannen: 46%
Vrouwen: 42%
Verschil in hormonen
Wat zorgt voor een verandering in hematocriet?
Toename hematocriet: uitdroging/ stimulering EPO
EPO: maakt meer rode bloedcellen aan, is een hormoon (doping, wielrenners)
Afname hematocriet: inwendige bloeding
90% van de plasma eiwitten wordt in lever gesynthetiseerd
Overige 10% door plasmacellen
Erytroctyen
Bevat hemoglobine (Hb): verantwoordelijk voor vermogen cel om O2 en Co2 te vervoeren
Druppel bloed: 260 miljoen erytrocyten
Biconcaaf schijfje:
1. Groot diffusie oppervlak (makkelijk zuurstof opnemen, en koolstofdioxide afnemen)
2. Flexibel (door nauwe capillairen)
Hemoglobine en de erytrocyt
De erytrocyt zit vol met hemoglobine moleculen
In elke keten is een haem-molecuul aanwezig
In elk haem-molecuul is een ijzer-atoom aanwezig
Aan het ijzer-atoom kan 02 en co2 binden
Erytropoëse (ontwikkeling rode bloedcellen)
Feitjes op een rij:
- Levensduur erytrocyt: -/+ 120 dagen
- Dagelijks 1% van alle erytrocyten vervangen
- Per seconden circa 3 miljoen nieuwe erytrocyten in de bloedsomloop
Hergebruik van hemoglobine
Na fagocytose erytrocyt door macrogaaf heeft elk onderdeel van hemoglobine ander bestemming
1. 4 globulaire eiwitten aminozuren
2. Heammolecuul (via ijzer ontdaan, ijzer wordt eruit gehaald) bilirubine
3. Ijzer opgeslagen in macrofaag/ aan bloed afgegeven
hergebruik van hemoglobine
- aanmaak erytrocyten in beenmerg
- erytrocyten bezitten geen kern of mitochondirën beperkte levensduur 120 dagen
- milt, lever, beenmerg macrofagen eten deze oude erytrocyten op
globulaire eiwitten aminozuren
haemmolecuul billirubine
ijzer-atoom opslag in macrofaag, of transsport via bloed met transferrine
erytropoëse (ontwikkeling rode bloedcellen)
- waar worden de erytrocyten gevormd?
Rode beenmerg (onder andere wervels, bekken, proximale pijpbeenderen)
- wat is hemoglobine?
Een molecuul bestaande uit 2 paar eiwitketens die in totaal 4 ijzer-moleculen in de haem-
groep hebben gebonden
, - waar worden leucocyen (witte bloedcellen) gevormd?
Rode beenmerg
- waar worden trombocyten (bloedplaatjes) gevormd?
Rode beenmerg
Hemocytoblast en vormen myleoide stamcellen rijpingsprocessen erytrocyten
Erytrocyt aandoeningen
Thalassemie
- probleem in productie eiwit ketens (onderdeel van hemoglobine)
- zorgt voor anemie (bloedarmoede)
- bloedtransfusie nodig
- rond de middellandse zee tot 30% van de bevolking drager
sikkelcelanemie
- abnormaal hemoglobine molecuul
- bij weinig zuurstof sikkelen
reageren met aangrenzende hemoglobine moleculen
- makkelijker beschadigen door vorm
leukocyten (witte bloedcellen)
niet-specifieke afweer
- reageert op verschillende prikkels, maar altijd hetzelfde (geen onderscheid is type
bedreiging)
- neutrofielen, eosinofielen, basofielen en monocyten
specifieke afweer
- vermogen lichaam om binnendringende ziekteverwekkers/ lichaamsvreemde eiwitten aan te
vallen op specifieke, individuele basis
- lymfocyten
leukocyten (witte bloedcellen)
- slechts tijdelijk in de bloedbaan
- hebben wel een celkern
- onder andere verdedigen bij binnendringende ziekteverwekkers
- bij problemen verlaten ze de bloedstroom en gaan ze beschadigde gebied binnen
4 kenmerken leukocyten:
1. amoeboïde bewegingen (glijdende bewegingen)
verplaatsen door omliggende weefsels
2. diapedese (het verlaten van de bloedbaan tussen epitheelcellen door)
3. positieve chemotaxis (worden aangetrokken door chemische signalen)
4. sommige leucocyten (neutrofielen, eosinofielen en monocyten/ macrofagen) fagocytose
leucodiff / differentiële telling
- de differentiële telling van leucocyten
- verschillende aandoeningen (infecties, ontstekingen) veroorzaken verandering in verdeling
van leukocyten in bloed
- meer eosinofielen zou kunnen duiden op een parasitaire infectie (bijv. worminfectie)
, leukopenie?
- Te weinig leucoyten
Leukocytose?
- Te veel leucocyten
Wanneer zou er sprake kunnen zijn van een leucocytose?
- Infectie, sommige vormen van leukemie
trombocyten (bloedplaatjes)
- Geen celkernen
- Initiëren het stollingsproces/ helpen beschadigde bloedvaten afsluiten
Stolling: hemostase
3 fasen:
- Vasculaire fase vaatplasma (plaatselijke contractie)
- Trombocytaire fase/ bloedplaatjesfase klonteren van trombocyten aan de wond
- Coagulatie fase fibrinogeen wordt omgezet in fibrine
Intrinsieke en extrinsieke keten hoeven jullie niet te weten wel de gemeenschappelijke keten
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deboraklarenbeekx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.