Iura in re = rechten op een zaak = zakelijke rechten
Iura in personam = rechten tegen een persoon = persoonlijke rechten
Actiones in rem = zakelijke rechtsvorderingen → vordering tegen iemand waarmee je niet op
grond van enige verbintenis bent verbonden, maar het gaat om een zaak waar jij eigenaar van
bent.
Actiones in personam = persoonlijke rechtsvorderingen → vordering tegen iemand waarmee
je bent verbonden krachtens een contract of uit delict, waarin je aanvoert dat de wederpartij
je iets moet geven, iets moet doen of nalaten.
Een persoonlijk recht heeft relatieve werking omdat het uitsluitend kan worden ingeroepen
tegen een of meer bepaalde personen.
Persoonlijke rechten zijn uit hun aard niet ‘voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke
objecten’ en daarom onlichamelijke zaken (=res incorporales). Zij kunnen daarom niet door
middel van bezitsverschaffing worden overgedragen. Na een lange tijd konden echter ook
vorderingsrechten door middel van de cessie worden overgedragen.
Een zakelijk recht heeft absolute werking omdat het kan worden ingeroepen tegen eenieder
die in het bezit is van die zaak of die zijn ongestoorde genot daarvan dreigt te schenden.
Een zakelijk gerechtigde heeft een bevoegdheid waaraan zaaksgevolg is verbonden (droite de
suite), dat kan worden ingeroepen tegen iedere nieuwe eigenaar van de zaak. Persoonlijke
rechten missen dit zaaksgevolg.
Een zakelijk gerechtigde is, omdat hij een recht heeft op de zaak die het object is van zijn recht,
tot de zaak gerechtigd niet als schuldeiser, maar als zakelijk gerechtigde. Een zakelijk
gerechtigde heeft hiermee de bevoegdheid om zich bij voorrang boven de overige crediteuren
uit de executoriale opbrengst van dat goed te verhalen. Hij heeft een recht van voorrang, een
droit de préférence.
Zakelijke rechten hebben een tastbaar object omdat het rechten op een zaak zijn. De
overdracht van zakelijke rechten zoals het eigendomsrecht geschieden daarom door middel
van de overgifte van het goed dat het object van dat recht vormt. Hierdoor is
bezitsverschaffing in het Romeinse recht de enige wijze van eigendomsoverdracht voor
roerende en onroerende zaken en de vestiging van beperkte rechten.
Het Romeinse recht kende slechts een beperkt aantal actiones in rem (= zakelijke
rechtsvorderingen):
, - Rei vindicatio → de rechtsvordering waarmee de eigenaar het bezit van zijn zaken op kan
vorderen van iedere willekeurige bezitter.
- Hereditatis petitio → de actie tot opvordering van een gehele of gedeeltelijke nalatenschap
- Actio Publiciana → de rechtsvordering waarmee degene die doende was door middel van
verkrijgende verjaring eigenaar te worden van een goed dat van iedere willekeurige bezitter
(uitgezonderd de eigenaar) kan opvorderen
- Actio confessoria → de rechtsvordering tegen een persoon die een vruchtgebruiker of
gerechtigde tot een erfdienstbaarheid stoorde in de uitoefening van zijn recht
- Vectigalis actio→ de rechtsvordering die toekomt aan degene aan wie een recht van erfpacht
was gegund
- Actio Serviana → de actie van degene met een zakelijk zekerheidsrecht waarmee hij het bezit
van de daarmee belaste goederen onder iedere willekeurige bezitter kan opvorderen
De beperkte zakelijke rechten zijn ofwel genotsrechten ofwel zekerheidsrechten.
De genotsrechten zijn:
- Vruchtgebruik
- Erfdienstbaarheid
- Erfpacht
- Opstal
De zekerheidsrechten zijn:
- Pand
- Hypotheek
Men kan over beperkte zakelijke rechten beschikken op dezelfde wijze als men kan beschikken
over het eigendomsrecht. Een erfpachter kan dus zijn beperkte zakelijke recht aan een ander
overdragen of zelfs in (onder)erfpacht geven en natuurlijk kan hij dit doen zonder daarvoor
de toestemming van de eigenaar te behoeven. Hij kan het belasten met een recht van
vruchtgebruik en hij kan het zelfs belasten met een zakelijk zekerheidsrecht. In het laatste
geval is het natuurlijk het recht van erfpacht en niet het land zelf dat is bezwaard met een
zekerheidsrecht.
Het Romeinse eigendomsbegrip is algemeen en absoluut van aard. Het is algemeen van aard
omdat het juridische karakter ervan niet verschilt naar gelang van de aard van de zaak waarop
het is gevestigd. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen het rechtskarakter van het
eigendomsrecht op een roerende zaak en dat op een onroerende zaak.
In het Romeinse recht is een eigendomsrecht niet alleen bestaanbaar op lichamelijke zaken,
maar ook op onlichamelijke zaken, dus vermogensrechten anders dan het eigendomsrecht.
Het begrip ‘zaak’ houdt daarom in het Romeinse recht niet alleen in ‘een voor menselijke
beheersing vatbare stoffelijke object’, maar ook een vermogensrecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nilyildiz. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.