Alle stoornissen die je behoord te kennen uit de DSM-V!
43 views 1 purchase
Course
Psychopathologie (421001B5)
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
Fundamentals of Abnormal Psychology
Ik heb een documentje samengesteld waarbij alle stoornissen die besproken worden in het boek/de hoorcolleges worden besproken. Let wel; dit zijn voornamelijk de stoornissen uit de DSM-V. De Ziekte van Alzheimer wordt bijvoorbeeld niet besproken.
Begrippen psychotische symptomen:
Positieve symptomen: symptomen van schizofrenie die excessen lijken te zijn van
bizarre toevoegingen aan gedachten, emoties of gedrag.
o Wanen: een vreemde valse overtuiging, ondanks bewijs van het tegendeel.
o Hallucinaties: het ervaren van dingen zien, geluiden horen of andere
percepties zonder externe prikkels.
o Formele denkstoornis: een stoornis in de productie en organisatie van gedrag.
o Chaotisch gedrag
Negatieve symptomen: symptomen die schizofrenie die een tekort lijken te zijn aan
normale gedachten
o Sociale terugtrekking
o Gebrek aan aandrift en initiatief
o Anhedonie: gebrek aan het ervaren van plezier.
o Affektvervlakking: geen/weinig emoties ervaren
Psychose: een toestand waarin een persoon het contact met de realiteit in
belangrijkste manieren verliest.
DSM-5 – Schizofrenie: een psychotische stoornis waarbij het functioneren verslechtert als
gevolg van ongebruikelijke waarnemingen, gedachten, verstoorde emoties en motorische
afwijkingen.
A. Symptomen
o Wanen*
o Hallucinaties*
o Chaotische spraak: alogia, losse associatie, neologisme, clang en volharding.
o Gedesorganiseerd/catatoon gedrag*
o Negatief symptoom
o * = minimaal één van deze drie
B. Duur: de stoornis moet minstens 6 maanden continu aanwezig zijn in de vorm van
negatieve symptomen en/of twee van de eerdergenoemde symptomen in
afgezwakte vorm.
C. Disfunctioneren:
o Op belangrijk maatschappelijk gebied
o Op sociaal gebied
o Zelfzorg dient voor betreffende periode substantieel in het geding te zijn
D. Excluderen:
a. Stemmingsstoornis
b. Stoornis als gevolg van algemene lichamelijke ziekte
c. Stoornis als gevolg van middelengebruik
d. Pervasieve ontwikkelingsstoornis
Begrippen schizofrenie classificatie:
Alogia: een afname van spraak of spraakinhoud, ook wel bekend als spraakarmoede.
Losse associatie (loose association): van het ene onderwerp op het andere overgaan,
denkende dat dit logisch is.
2
, Neologisme: verzonnen woorden die alleen voor de persoon zelf betekenis hebben.
Clang: rijmen.
Catatoon: typisch/bizar/vreemd motorisch gedrag. Een patroon van extreme
psychomotorische symptomen gevonden in een vorm van schizofrenie.
DSM-5 – Schizofreniforme Stoornis: schizofrenie die meer dan 1 maand aanhoudt, maar
minder dan 6 maanden. Voor de rest dezelfde criteria op de duur (criteria B) na.
DSM-5 – Schizoaffectieve Stoornis: ononderbroken ziekteperiode waarin op bepaalde tijd
wordt voldaan aan zowel stemmingsepisode (grootste deel van de tijd) als criterium A
symptomen van schizofrenie.
- Gedurende zelfde periode zijn er wanen of hallucinaties geweest zonder centraal
staande stemmingsklachten.
Specificatie in twee typen
o Bipolaire type: één keer een hypomane of manische episodische gehad naast
affectieve episodes.
o Depressieve type: alleen maar depressie episodes. Dezelfde affectieve
problemen zoals met een depressie.
DSM-5 – Waanstoornis: een waan die gedurende 1 maand aanhoudt.
A. Criterium A van schizofrenie is hier niet aan de orde, want dan kan het geen
waanstoornis zijn.
B. Duur: langer of gelijk aan 1 maand.
C. Disfunctioneren: (maatschappelijk) disfunctioneren niet aanmerkelijk en gedrag niet
vreemd of bizar.
D. Excluderen:
o Ingebeelde lelijkheid (body dysmorphic disorder)
o Obsessieve compulsieve stoornis met slecht inzicht in de stoornis die de
patiënt ervaart.
E. Specificatie: zie typen waanstoornissen.
Tactiele/olfactorische (tast/reuk) hallucinaties gerelateerd aan waanthema
“toegestaan” als wanen.
Bevat een bepaald waanthema
Verschillende typen waanstoornis:
Erotomanische type: iemand heeft de waan dat een ander (vaak een hoger geplaats
iemand) verliefd is op de patiënt in kwestie.
o Bijvoorbeeld: Iemand ziet steeds als ze Mark Rutte ziet zogenaamd signalen
oppikt dat hij haar leuk vindt. Door bijvoorbeeld bepaalde gebaren, of er
staan bloemen bij hem in de buurt die de patiënt ook mooi vindt.
Grandiose type: mensen hebben de overtuiging dat zij zelf een heel erg belangrijk
zijn.
Jaloerse type: er is sprake van irreële jaloerse overtuigingen.
Achtervolgingstype (paranoïde type): ze denken dat ze in de gaten worden gehouden
door anderen, camera’s of dat iemand hun achtervolgt.
o Vervolgingswaan: denken dat anderen erop uit zijn om jou te pakken, dat er
een complot of bedreiging is.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willigersiris. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.