100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding in de psychologie voor criminologie $9.44
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding in de psychologie voor criminologie

2 reviews
 199 views  12 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Het hele boek inclusief experimentenlijst in een document, wat wil je nog meer?

Preview 4 out of 109  pages

  • No
  • Unknown
  • May 29, 2021
  • 109
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: sandernieruch • 2 year ago

review-writer-avatar

By: thejc24112000 • 2 year ago

avatar-seller
HOOFDSTUK 1: OM TE BEGINNEN

What’s in a name?

 Voortdurend met psychologie geconfronteerd
o Talkshows, kranten, tv, tijdschriften, …
o Hebben weinig of niets te maken met wetenschap
 Wetenschappelijke psychologie van psychologen over- en onderschat
 Zeer algemene abstracte definities en zeer gelijkend
o Roediger: “Psychologie is wetenschappelijke studie van mentale processen en
gedrag”
o Zimbardo: “Empirische studie van gedrag en mentale processen”
 Domein psychologie zeer breed
o 48 disciplines
 Psychologie niet enige wetenschappelijke discipline die gedrag bestudeert
o Wel vanuit ander gezichtspunt + verschillende methoden

Belang van kritisch denken

 Wetenschappelijke psychologie onderscheiden van andere kennis
o -> pseudowetenschap = elke poging om fenomenen uit de natuurlijke wereld te
verklaren die niet gebaseerd is op empirische observatie of op de wetenschappelijke
methode

Freud en psychologie

 Minder dan 10% leden van APA (American Psychology Association) steunt ideeën van
psychoanalyse
o Freuds methode niet representatief
 Associatie psychologie met psychoanalyse = Freudprobleem

Beknopt historisch overzicht

 Psychologie jonge wetenschappelijke discipline
o In 1878: Wundt opent eerste laboratorium voor experimentele psychologie
 Wetenschappelijke psychologie wortels in filosofie en fysiologie/neurologie
o Filosofische traditie: psychologie associëren met studie geest/psyche
 Twee strekkingen: rationalisme en empirisme
 Rationalisme: ratio enige toelaatbare criterium voor kennis, lichaam
en geest gescheiden (dualisme)
 Empirisme: kennis verkregen via zintuiglijke kennis
o Fysiologie/neurologie: ontmaskering dualisme
 Onderwerp niet hetzelfde gebleven
o Bewustzijn en onbewuste principale object psychologie (rond eeuwwisseling naar 20 e
eeuw)
o Na Tweede Wereldoorlog: psychologie = gedragswetenschap, enkel objectief
waarneembaar gedrag bestuderen (behaviorisme)
 Dierengedrag bestuderen en uitgaan dat menselijk gedrag niet veel verschilt
o Sinds jaren 1960: informatieverwerkingsmogelijkheden centraal (cognitieve
psychologie)

,Methodologische eisen voor wetenschappelijk onderzoek

 Drie belangrijke kenmerken
o Systematisch empirisme
 Wetenschappelijke kennis laat zich leiden door systematisch waarnemen van
de werkelijkheid
 Geen gezagsargumenten voor kennis
 Hoe populair wetenschapper ook is, kan wetenschappelijke gemeenschap
niet overtuigen zonder empirisch verzamelde evidentie
 Gebrek kan leiden tot wetenschappelijke dwalingen
o Verifieerbare kennis
 Kennis moet repliceerbaar zijn
 Bevinding wetenschappelijk wanneer anderen observaties kunnen
nadoen na toepassen dezelfde procedure
 Peer review om het te bereiken
 Voor publiceren bevindingen, publicatie laten beoordelen door
aantal collega’s werkzaam in hetzelfde onderzoeksdomein
o Toetsbare theorieën en uitspraken
 Falsifieerbaar: moet mogelijk zijn aantonen dat uitspraak foutief is
 Wat wel of niet onderzoekbaar is kan door tijd heen veranderen

Van kennis tot wetenschappelijke wet

 Theorie = relatie tussen set concepten gebruikt om data of gegevens te verklaren en
predicties maken over resultaat
 Hypothese = specifieke predictie afgeleid van theorie
 Wetenschappelijke wet = relatie tussen verschillende variabelen frequent geconfirmeerd

Onderzoeksmethoden

 Naturalistische observatie = observatiestudie buiten laboratorium in natuurlijke situatie
o Nadeel: gedrag wijzigen wanneer mensen bewust van observatie
 Gevalsstudie = een persoon of een voorbeeld van fenomeen zeer gedetailleerd onderzocht
o Voor sommige onderzoeksvragen blijft gevalstudie enige mogelijke alternatief
 Interviews = respondenten op directe manier bevragen
o Training om neutrale bevraging mogelijk te maken
o Kunnen niets besluiten over causale richting van verband
 Surveys = verzamelen van steekproef van opinies over een of meerdere onderwerpen
waarvan onderzoeker besluit trekt over hele populatie
o Kwaliteit valt of staat met representativiteit van getrokken steekproef
 Zeer homogene steekproef zorgt voor vertekende resultaten
o Cruciaal belang of respondenten waarheidsgetrouw antwoorden
 Tests = voor meten van allerlei variabelen, beantwoorden aan aantal vereisten
o Standaardisatie: test op steeds dezelfde manier afgenomen
o Betrouwbare test: nauwkeurig en meetresultaat niet varieert met de tijd
o Validiteitseis: test daadwerkelijk meet wat test beoogt te meten
 Betrouwbare test niet noodzakelijke valide test
 Correlationeel onderzoek = nagaan of er verband is tussen karakteristieken
o Correlatiecoëfficiënt geeft mate weer waarin er rechtlijnig verband tussen twee
variabelen

,  +1,0: perfect lineair verband, waarde ene variabele perfect voorspelbaar
gegeven waarde andere variabele
 -1,0: perfect omgekeerd verband, waarde ene variabele hoger dan andere
 0,0: geen (rechtlijnig) verband
o Nooit causaal (oorzakelijk) verband
o Mogelijk twee variabelen correleren terwijl geen van twee oorzakelijk inwerkt op
andere
 Derde variabele kan oorzakelijk effect hebben
o Correlatie kan ook gevolg zijn van gebruiken selecte steekproef
 Experimentele studie = situaties creëren die gecontroleerde observatie toelaten, gebruik
representatieve steekproef
o Steekproef in twee groepen delen, beide groepen krijgen verschillende behandeling
 Behandeling verschilt enkel in systematisch manipuleren van een kritische
variabele
 Systematische verschillen toeschrijven aan gemanipuleerde
variabele(n)
o Onafhankelijke variabele = variabele die gemanipuleerd
wordt
o Afhankelijke variabele = variabele waarop gemanipuleerde
variabele mogelijk effect heeft
o Metingen verstoord door foutencomponent
 Nooit perfect betrouwbaar
 Resultaat baseren op gemiddelde waarden
o Nagaan of verschillen statistisch significant/betekenisvol zijn
o Goed experiment hoge interne en externe validiteit
 Interne validiteit = experiment foutloos opgezet en uitgevoerd
 Externe of ecologische validiteit = resultaten kunnen veralgemeend worden

Enkele exemplarische voorbeelden

Zie experimentenlijst

Ethische kwesties in onderzoek met mensen en dieren

 Deontologische code
 Informed consent: deelname op vrijwillige basis
o Altijd ingelicht worden over procedure, potentiële risico’s en doel
 Vooraf meedelen vaak niet mogelijk door kans op vertekening resultaten,
van cruciaal belang nadien volledig op de hoogte te brengen
 Belangrijkste redenen voor gebruik proefdieren
o Bestuderen effect erfelijke vs. omgevingsfactoren
o Onderzoeken ontwikkelingsprocessen
o Gelijkaardigheid van processen
 Minimaliseren van pijn en gebrek aan comfort van proefdieren

, Experimenten
Hoofdstuk 1
Soort studie + onderzoekers Beschrijving studie Verklaringen/uitkomsten/conclusies/…
Gevalstudie (Warrington & McCarthy, 1987) Patiënten met herpes simplex encephalitis, effect op 1. Semantische kennis opgebouwd als domein
semantische kennis specifieke kennis: concepten onderscheiden
 Kennis van niet-levende objecten of in niet-levende en levende concepten
artefacten intact en sterk gestoorde kennis (levende worden nog verder
van levende concepten onderverdeeld). Semantische stoornissen
 Drie jaar later omgekeerd patroon tot stand doordat deel hiërarchische
boomstructuur aftakelt.
Kennis over levende en niet-levende dingen
onafhankelijk ontwikkeld door verschillend
belang dingen bij overlevingsstrategieën
Plaats waar informatie verwerken/bewaren
over levenloze dingen verschillen van
informatie over natuurlijke concepten
2. Uitval modaliteit specifieke kennis:
bepaalde concepten steunen op kennis
perceptuele eigenschappen en andere
functionele. Aantasting perceptuele kennis
veel groter effect op semantische kennis
natuurlijke dingen (gebaseerd op
perceptuele eigenschappen) en aantasting
functionele kennis groter effect op
artefacten
Persoonlijkheidsvragenlijst (Claeys et al., 1985) Drie verschillende procedures om 1. Vragenlijsten in staat om 2%-9% in
- Correlationeel onderzoek persoonlijkheidstrekken te meten gedragsscores te voorspellen op basis van
 Eerste methode: klassieke vragenlijst resultaten van zelfbevragingen
waarbij vijf persoonlijkheidsfactoren Zwakke voorspelling te maken met feit dat
gemeten. Iedere factor gemeten via gedrag weinig stabiel is door tijd heen en in
subschaal die uit 14 vragen bestond en verschillende situaties

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annegielen1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.44  12x  sold
  • (2)
Add to cart
Added