VSNED2: JEUGDLITERATUUR
H1. DE ZIN OF ONZIN VAN JEUGDLITERATUUR(ONDERWIJS)
1.1 INLEIDING
De functies van jeugdliteratuur hangen af van de tijdsgeest van de periode waarin het boek geschreven is.
De visie op wat jeugdliteratuur moet zijn, wordt in hoge mate uitgemaakt door de contemporaine opvattingen
over kind en opvoeding.
à Het is de volwassene die uitmaakt welke functies een jeugdboek moet hebben.
Een leerkracht die met zijn klas een jeugdboek bespreekt, moet er zich van bewust zijn dat hij gegevens uit de
tekst selecteert die hij, als volwassene, interessant/belangrijk vindt.
1.2 WAAROM BEHANDELEN WE JEUGDLITERATUUR IN DE KLAS?
Heeft verschillende argumenten:
- Leeskilometers maken.
- Ontdekken dat een leesboek over voetbal net zo spannend kan zijn als het spel zelf.
- Jezelf in een boek herkennen.
- Verrijking van de woordenschat + achtergrondkennis.
- Jeugdliteratuur is een onderdeel van de eindtermen Nederlands.
1.3 DE DOELEN EN FUNCTIES VAN JEUGDLITERATUUR
1.3.1 DE ONTSPANNENDE FUNCTIE
In bijna alle periodes vanaf de 18E eeuw heeft de kind- en jeugdliteratuur een ontspannende functie.
Maar volledig ontspannend is deze echter nooit: werkt socialiserend, didactisch en esthetisch.
Tijdens de romantiek was de vlucht uit de realiteit belangrijk, terwijl jeugdliteratuur tijdens de verlichting
eerder opvoedend bedoeld was.
1.3.2 DE ESTHETISCHE FUNCTIE
De inhoudelijke en vormelijke kwaliteiten van het kinder- en jeugdboek zijn sinds de jaren 70 enorm
toegenomen.
De auteur verlaat meer het pad van triviaallectuur en wendt zich tot literatuur:
de taal is rijker - meer plotwendingen - het verhaal loopt niet noodzakelijk voorspelbaar af.
De auteur werpt zich op al taalvirtuoos, kiest zijn vertelperspectieven zorgvuldig + zorgt voor een
verwevenheid van thema’s, motieven en herhalingen die de lezer kan ontdekken.
Kritiek dat de jongeren te veel als jongvolwassenen gezien worden.
à De schrijvers houden te veel rekening met de volwassene die meeleest/mee beoordeelt/mee kiest wat in de
bib en boekenhandel terechtkomt.
Aan de andere kant blijkt uit het oog voor het esthetische, dat de schrijvers hun publiek niet enkel zien als
leespubliek, dat zich enkel willen ontspannen of opvoeden, maar als kritische lezers, die ook openstaan voor
artistieke ervaringen op verschillende niveaus.
à Koppeling esthetische functie – didactische functie:
= Eerste kennismaking met literaire procedés/kunstvormen en voeden zo op tot esthetisch-bewuste lezers.
-1-
,1OSO VSNED2 LIT FEBE DE WINNE 2020-2021
1.3.3 DE CREATIEVE FUNCTIE
Verhalen die ontstaan uit een ongebreidelde fantasie + uitvoerig uitgewerkte wereld gemeen.
De lezer wordt ondergedompeld in die wereld en gebruikt zijn eigen verbeelding om het verhaal mee vorm te
geven in mee te gaan in de creatieve, eigenzinnige elementen.
Bv. Alice in Wonderland, De Kleine Prins, Het ei van oom Trotter,…
1.3.4 DE DIDACTISCHE- INFORMATIEVE FUNCTIE
= De lezer leert iets bij over een onderwerp dat hem/haar al dat niet interesseert.
De grens tussen realiteit – fictie wordt vaak vaag + het is nodig dat jongeren deze twee kunnen onderscheiden
om geen foute gegevens te onthouden.
Bv. Kruistocht in spijkerbroek.
1.3.5 DE THERAPEUTISCHE FUNCTIE
Kinderen kunnen ontsnappen aan de werkelijkheid in een droomwereld waar alles mooi en idyllisch is.
Bv. sprookjes en fantasieverhalen.
Deze werkelijkheid bestaat uit problemen thuis, nieuwe gezinssamenstellingen, gebroken vriendschappen,
nieuwe schoolomgeving, negatief zelfbeeld,…
Jeugdliteratuur waarin deze problemen een (hoofd)rol spelen kunnen jongeren helpen om een nieuwe
situatie waarin ze terechtkomen, beter te plaatsen/begrijpen.
Probleemromans zijn therapeutisch omdat zij bepaalde taboe-onderwerpen bespreekbaar maken + aantonen
dat de lezer niet alleen staat in zijn situatie en er iets aan te doen is.
Bv. alle boeken van Dirk Bracke.
1.3.6 DE ESCAPISTISCHE FUNCTIE
Jeugdboeken kunnen jongeren de sleur en beslommeringen even doen vergeten.
à Aan bieden van geheel andere contexten (= de diepe rimboe) of door een herkenbare wereld te creëren
met andere problemen dan die van de lezer.
ð Grens tussen escapistische – ontspannende functie is niet ver te zoeken.
1.3.7 DE STABILISERENDE – DESTABILISERENDE FUNCTIE
STABILISERENDE – SOCIALISERENDE FUNCTIE:
- Bieden een oriëntatie aan het leven/de wereld/de MPY
- Geven normen en waarden door
- Ruimtelijke oriëntatie
- Kennis van de geschiedenis
- Verklaring van de eigen cultuur/andere culturen
- Uitleg bij emoties + wat de aanvaardbare manieren zijn om die gevoelens te uiten
- Nieuwe woorden/uitdrukkingen leren
DESTABILISERENDE FUNCTIE:
- Mensbeelden en wereldvisies doen wankelen.
- Andere vorm van samenleving ontwerpen.
- Ontsnappingsroute in het rijk van de fantasie bieden.
-2-
, 1OSO VSNED2 LIT FEBE DE WINNE 2020-2021
1.4 WERKEN AAN DE LITERAIRE COMPETENTIE
De Nederlander vakdidacticus Theo Witte stelde 6 competentieprofielen op.
Baseert zich op…
- Het kunnen van de leerling op een bepaalde leeftijd;
- De verwachtingen die het onderwijs stelt aan de leerlingen.
Hij omschrijft per vaardigheidsniveau het leesprofiel van de leerling + geeft voorbeelden van literaire werken
die aansluiten bij hun literaire competentie.
1. ZEER BEPERKTE LITERAIRE COMPETENTIE: BELEVEND LEZEN
PROFIEL:
De leerlingen…
- Hebben weinig ervaring met het lezen van fictie: moeite met het lezen/begrijpen/interpreteren en
waarderen van zeer eenvoudige literaire teksten.
- Vinden het moeilijk om over hun leeservaringen/smaak te communiceren.
- Staan afwijzend tegenover literatuur omdat de inhoud te ver van hen staat + stijl is te moeilijk.
- Hebben een geringe bereidheid om zich voor literatuur in te spannen.
à Omvang van het boek + de taak is een zwaarwegende factor bij deze lln.
ð Hun literatuuropvatting/leeshouding worden gekenmerkt door een behoefte aan spanning (actie) en
drama (emotie).
LITERATUUR:
De boeken die deze leerlingen aan kunnen…
- Zijn geschreven in eenvoudige, alledaagse taal + sluiten met de inhoud/personages aan bij de
belevingswereld van adolescenten.
- De verhaalstructuur = helder en eenvoudig
- Het tempo waarin spannende/dramatische gebeurtenissen elkaar opvolgen is hoog.
- Structuurelementen die de handelingen onderbreken (gedachten, beschrijvingen) = schaars.
Bv. Boeken van Yvonne Keuls’ – Het verrotte leven van Floortje Bloem
Bv. Carry Slees - Spijt
OPDRACHTEN:
De leerlingen…
- Zijn in staat om een belangrijk verhaalfragment samen te vatten + voor het tekstbegrip basale
structuurelementen te herkennen.
- Hebben een subjectieve respons op een tekst + is ondoordacht waarbij de aandacht vooral gaat naar
de sympathie/antipathie voor het hoofdpersonage + belevenissen.
- Hun waarderingsschema bestaat vooral uit emotieve criteria
à Het kost veel moeite om hun leeservaring/oordeel te onderbouwen + actief deel te nemen aan een
gesprek over het boek. Verder kunnen ze hun voorkeur moeilijk onder woorden brengen.
-3-
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Febedw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.