1 Wat is politiek?
Politiek = de manier waarop een land wordt bestuurd.
└> maken van keuzes.
Onderwerpen - heeft iedereen mee te maken
- voor een bepaalde groep mensen van belang
└> Belangrijk dat iedereen meedenkt > bemoei met politiek.
Politieke macht
In ieder land moeten politieke besluiten worden genomen. Maar de manier waarop dat
gebeurt is niet in alle landen hetzelfde.
> alle macht rust bij één persoon/klein groepje: dictatuur.
Nederland:
Representatieve ofwel vertegenwoordigende democratie > ‘het volk regeert’ :
alle burgers vanaf een bepaalde leeftijd hebben evenveel recht om betrokken te zijn bij de
oplossingen van belangrijke problemen in hun samenleving. Zij hebben dan politieke macht:
de mogelijkheid om invloed en controle uit te oefenen op politieke besluiten.
We kunnen ons niet iedere dag met het bestuur van ons land bemoeien, dus kiezen we
vertegenwoordigers die in onze naam het land besturen. Vandaar: ‘representatieve
democratie’.
Landelijk niveau > de volksvertegenwoordigers vormen het parlement. Daarom:
‘parlementaire democratie’.
Dictatuur
Basiskenmerk van de meeste dictaturen:
De wetgevende, uitvoerende en de rechterlijke macht is in handen van een kleine groep
mensen.
Andere kenmerken van een dictatuur:
* Beperking van individuele vrijheid;
* Beperking van politieke vrijheid;
* Veel overheidsgeweld;
* Er is geen onafhankelijke rechtspraak;
* Censuur;
Niet alle dictaturen zien er hetzelfde uit. We maken onderscheid tussen autocratische en
totalitaire dictaturen.
Autocratische dictaturen:
- één leidersfiguur heerst;
- meestal een hoge militair, die door een staatsgreep aan de macht is gekomen;
- vormt eigenmachtig een regering of junta, die ook grotendeels uit militairen bestaat;
- volk komt er niet aan te pas;
Veel autocraten rechtvaardigen hun machtsovername door aan te geven dat hun land in een
politieke en economische chaos verkeert en dat het nodig is om met krachtige hand orde op
zaken te stellen. Zij beloven dat er in de toekomst een overgang naar democratische
verhoudingen zal plaatsvinden. De weg naar een goed functionerende democratie blijkt
echter moeizaam. Vaak is het voornaamste doel van een militaire dictatuur om een kleine,
machtige elite te beschermen, die meestal bestaat uit een paar rijke families en de militaire
top.
,De bevolking wordt onderdrukt, maar omdat er geen ideologie aanwezig is, bestaat er in
meer of minder mate wel godsdienstvrijheid en economische speelruimte.
In de voormalige koloniën ontstonden na de Tweede Wereldoorlog veel autocratiën, zoals in
Indonesië en op de Filippijnen. Veel van deze landen zijn inmiddels geleidelijk aan
democratischer geworden.
Tegenwoordig zien we de autocratische dictatuurvorm in Noord-Korea (Kom Jong II), Syrië
(familie Assad), Libië (Muammar Khadaffi) en Zimbabwe (Robert Mugabe). De laatste twee
waren vroeger koloniën van westerse landen.
Totalitaire dictatuur:
- macht meestal door een grotere groep mensen uitgeoefend;
- aan de macht gekomen na een ideologische revolutie;
- één grote partij die een bepaalde ideologie uitdraagt;
- staatsgrepen komen nauwelijks voor, omdat de ervaren groep machthebbers elkaar sterk
controleert en elke afwijking van de ideologie afstraft;
In tegenstelling tot autocratische dictaturen beheerst de staat in een totalitaire dictatuur het
leven van de bevolking volledig.
pers, radio, onderwijs, etc. > strenge staatcontrole en censuur of in handen van de
regering;
Sterke vorm van indringende geestelijke beïnvloeding die we indoctrinatie noemen en
plaatsvindt via de massamedia.
Historische voorbeelden van totalitaire dictaturen:
- Nazi-Duitsland
- fascistisch Italië (Mussolini)
communistische dictaturen: Sovjet-Unie, het voormalige Oostblok en China waren/zijn de
belangen van het individu ondergeschikt aan de ideologie van de staat.
Theocratie
└> speciale vorm van totalitaire dictatuur.
└> de godsdienst is verheven tot staatsideologie.
In landen als Sudan en Iran is dat de islam … > grote invloed op de regering;
└> de Koran en de sharia vormen de grondslag voor alle wetgeving en de islam is in deze
landen sterk fundamentalistisch.
Fundamentalistisch = extreme rechtzinnigheid in godsdienstig opzicht.
De geestelijk leiders leggen het volk een strenge leefwijze op en voorschriften uit de Koran
moeten letterlijk worden nageleefd.
Democratie
Tegenover de macht van één (autocratie) of enkelen (totalitaire dictatuur) staat de macht
van velen (democratie). Om te garanderen dat burgers invloed kunnen uitoefenen op de
wijze waarop hun land wordt geregeerd, is de macht van de bestuurders in een democratie
beperkt. Gekozen politici moeten met een zekere regelmaat bij verkiezingen verantwoording
afleggen aan de bevolking over hun beleid.
Algemene kenmerken van een democratie zijn:
* burgers hebben individuele vrijheid;
* er zijn politieke grondrechten;
* politie en leger hebben beperkte bevoegdheden;
* er is sprake van een machtenscheiding, ook wel trias politica genoemd;
- Directe democratie -
Democratie vinden we praktisch nergens meer terug. Het zou tot chaotische situaties leiden
, als we allemaal mee zouden mogen praten bij het nemen van besluiten.
In sommige landen bestaat als overblijfsel van de directe democratie (vroeger > Athene >
volksstemmingen op stadspleinen.): het referendum.
Referendum = een volksstemming over een bepaald wetsvoorstel.
Ook in Nederland gaan er stemmen op het referendum een grotere plaats toe te kennen.
- Indirecte democratie -
Tegenwoordig zien we vrijwel overal vormen van indirecte democratie.
└> het volk kiest de vertegenwoordigers die de belangrijkste beslissingen nemen.
De burgers schenken dus door het uitbrengen van hun stem vertrouwen aan een persoon of
een partij, die zich zal inzetten om zijn verkiezingsbeloften waar te maken.
Binnen landen met een indirecte democratie maken we onderscheid tussen het
parlementaire stelsel en het presidentiële stelsel.
Parlementair stelsel
- burgers kiezen de leden van het parlement;
- samenstelling parlement > kabinet geformeerd;
- ministers blijven voortdurend verantwoording verschuldigd aan het parlement. Ze kunnen
ook naar huis worden gestuurd wanneer de meerderheid van de parlementsleden geen
vertrouwen meer in hen heeft;
- landen met parlement > meestal een niet-gekozen staatshoofd van wie de macht beperkt
wordt door een grondwet (v.b.: Nederland);
- staatshoofd = koning constitutionele monarchie. In landen waar de macht van de koning
niet door wetten wordt beperkt bestaat het parlement in feite alleen op papier en kun je
niet spreken van een echt parlementair stelsel.
Presidentieel stelsel
- in sommige landen wordt niet alleen het parlement gekozen, maar ook de president.
└> in Duitsland en Israël heeft dit gekozen staatshoofd slechts een ceremoniële rol
(staatsbezoeken en lintjes knippen);
- politiek > ligt nog steeds bij het parlement.
- In andere landen (zoals de VS) > de president heeft als staatshoofd veel politieke macht.
We spreken dan van een presidentieel stelsel.
- president staat aan het hoofd van de regering, en kan naar eigen keuze ministers
benoemen en ontslaan. Ministers zijn in eerste instantie aan de president verantwoording
schuldig en niet, zoals bij ons, aan het parlement;
- parlement heeft niet de bevoegdheid om ministers naar huis te sturen;
Om de macht van de president enigszins te beperken mist hij in de meeste landen het
zogenaamde ontbindingsrecht en moet hij zijn plannen altijd ter goedkeuring aan het
parlement voorleggen.
Ontbindingsrecht = het recht om het parlement te ontbinden.
Ook de Amerikaanse president heeft geen ontbindingsrecht, maar hij kan wel zijn vetorecht
gebruiken bij parlementsbesluiten.
- behalve staatshoofd ook bevelhebber van het leger;
Kenmerken Nederlandse democratie
1848 Nederland een parlementair stelsel (daarvoor > politieke macht van de koning);
1919+1922 algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht grondwettelijk vastgesteld;
└> laten zien hoe belangrijk de waarden vrijheid en gelijkheid voor een democratie zijn:
iedereen mag meedoen en je mag zelf bepalen op welke manier je gebruikmaakt van je
politieke rechten;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meike0920. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.