In deze documenten vind je de werkgroep uitwerkingen van week 1 tot en met 8 en een samenvatting/stappenplan van alle stof gebaseerd op de werkgroepuitwerkingen, het boek en het hoorcollege.
WEEK 8 OBJECTVRIJSTELLING VOOR BUITENLANDSE ONDERNEMINGSWINSTEN,
BUITENLANDSE BELASTINGPLICHT EN INTERNATIONAAL BELASTINGRECHT
Literatuur: zie reader
Wettenbundel 2021
Vraag over vaste inrichting in combinatie met de vaste eenheid. Dit ging over een buitenlandse
vennootschap die gevestigd werd in een NL vestiging. (...)
Fiscale eenheid
- NL concern allemaal in Nl gevestigd, geheel kan fiscale eenheid zijn
- Opgericht naar belgisch recht, dat onderdeel kan er niet in0
- NL bv’s, feitelijk in nl bestuurd passen in een fiscale eenheid.
Bedenk als we het hebben over de fiscale eenheid dat het gaat om de NL belastingplicht. De NL Vpb
plicht, daar hebben we een fictie voor. Opgericht naar NL recht is NL belastingplichtig. Fictie art. 2 lid
4 niet aanwezig, maar is de hele onderneming in nl gevestigd dan is het ook NL belastingplichtig. Dan
kan het in de eenheid niet op grond van art. 2 lid 4 maar op grond van de hoofdregel.
Bekijk voor het tentamen goed welke landen deel zijn van de Europese Unie! Ook als je naar de oude
wg opdrachten kijkt zie je dat er een Ltd van de Vk in zit.
Deze week:
Internationaal belastingrecht.
OPGAVE 8.1 OBJECTVRIJSTELLING VOOR BUITENLANDSE ONDERNEMINGSWINSTEN
Globe BV is opgericht naar Nederlands recht en ook feitelijk in Nederland gevestigd. Vanuit Globe BV
wordt een computerhandel gedreven; de vennootschap verricht economische activiteiten in Nederland
en in Duitsland. In beide landen heeft Globe BV een winkel waar consumenten computers en
toebehoren kunnen kopen.
De wereldwinst bedraagt € 1 miljoen. Aan de Duitse winkel is een positief bedrag toerekenbaar van €
200.000.
Globe Bv, nederlandse BV feitelijk in NL gevestigd. Een onderdeel zit in Duitsland. Als je Nl
binnenlands belastingplichtig bent word je over je gehele wereldinkomen belast, dit is Globe Bv. Als
het zo is dat je ook iets doet in het buitenland, wil dat land ook een heffingsrecht. Zij hebben een
heffingsrecht in de Duitse Vpb. Als je iets in DL verdient bent je buitenlands belastingplichtig. Dit is het
equivalent van art. 3 Vpb. Er zijn twee landen met een heffingsrecht. Er wordt een belastingverdrags
gesloten tussen NL en DL waarin wordt verdeeld. Volgens de nationale bepalingen hebben we allebei
een heffingsrecht en dat moeten we verdelen. De verdragen lijken redelijk op elkaar. Art. 15e wet
Vpb, codificatie over hoe in het algemeen belastingverdragen in elkaar zitten.
A. Over welke grondslag wordt de Nederlandse vennootschapsbelasting berekend?
Motiveer uw antwoord.
1. Stel vast dat Globe Bv binnenlands belastingplichtig is. Globe BV is een Nl bv naar Nl recht
opgericht, dus fictie art. 2 lid 4, belastingplichtig over het hele wereldinkomen in beginsel.
2. Art. 15e Vpb, We hebben hier een objectvrijstelling.
Er is sprake van een vaste inrichting in DL. Een vaste inrichting is zoveel als een winkeltje of een
loods. Een vaste plaats in het buitenland waar vanuit enigszins structureel winst wordt gemaakt, een
object wordt gecreëerd. Art. 15e Vpb lid 2 sub a.
- ‘vaste inrichting’
, - ‘winst uit onroerende zaken’
- ‘overige voordelen’ (niet hele belangrijk)
dit zijn de drie onderdelen waar een objectvrijstelling plaats kan hebben.
Wereldwinst Globe BV: 1.000000
Positief bedrag van 200.000 toerekenbaar aan Duitse winkel.
Grondslag in Nederland is 1.000.000 - 200.000 = 800.000.
Dus: hoofdregel globe wordt vor de wereldwinst belast ex art. 2 Vpb, maar we hebben een art. 15e
Vpb. Daar staat als er sprake is van een vaste inrichting kan dat deel worden vrijgesteld. De winst
wordt verlaagd en daardoor is er uiteindelijk een lagere belastingdruk omdat er een lagere
heffingsgrondslag is. De heffingsgrondslag wordt verlaagd door art. 15e Vpb.
NB. art. 15e sub a Vpb, er zijn jurisdicties waar geen verdrag mee is gesloten. Die vinden we in art.
15e lid 2 sub b, dan is er toch een vrijstelling voor de vaste inrichting. Onder 1, 2 en 3 onderstrepen.
‘vaste inrichting en roerende zaken’.
Een jaar later behaalt Globe BV wederom een wereldwinst van € 1 miljoen. Aan de Duitse winkel is
een negatief bedrag toerekenbaar van € 200.000.
B. Over welke grondslag wordt de Nederlandse vennootschapsbelasting berekend?
Motiveer uw antwoord.
We hebben het hier over een verlies. In vraag a hadden we het over winst. In de duitse winkel is een
negatief bedrag toerekenbaar. De duitse winkel is een vaste inrichting. Art. 15e lid 1 Vpb.
Wereldwinst Globe BV: 1.000.000
Minus: buitenlandse winst toerekenbaar aan vaste inrichting in duitsland, art. 15e Vpb 200.000. De
heffingsgrondslag in NL is dan 1.200.000.
Negatief bedrag van 200.000 toerekenbaar aan Duitse winkel. Het totaal in nl en dl verdiend is
1.000.000 maar als in DL 200.000 verlies is gemaakt is hier dus 120000 verdiend want samen
1000000.
OPGAVE 8.2 BUITENLANDSE BELASTINGPLICHT
Möbel GmbH is feitelijk gevestigd in Keulen, Duitsland. Een GmbH is de Duitse variant van de
Nederlandse BV. Vanuit Möbel GmbH worden twee ondernemingen gedreven: een woonwinkel in
Arnhem (Nederland) en een woonwinkel in Bonn (Duitsland). De winst van het Nederlandse filiaal
bedraagt dit jaar € 250.000, de winst van het Duitse filiaal € 350.000.
Is Möbel GmbH belastingplichtig voor de Nederlandse Wet Vpb 1969? Motiveer uw antwoord.
Möbel Gmbh in Dl belasting pflichtig. NL vaste inrichting met een winst van 250.000. Dit is het
omgekeerde van het plaatje hiervoor.
Art. 3 Wet Vpb, buitenlands belastingplichtige voor de NL Vpb. Buitenlandse rechtspersonen die toch
in NL wat verdienend us daarom in NL buitenlands belastingplichtig zijn. Ze zijn belastingplichtig voor
het deel dat ze in NL verdienen. Art. 3 Vpb jo Hoofdstuk 3 in je wettenbundel zetten!! en art. 2 Vpb jo
Hoofdstuk 2. Het eerste art. van H3 is art. 17 Vpb. H3, voorwerp van belasting voor de buitenlands
belastingplichtige het gaat dus om het object in dit hoofdstuk. er staat een verwijzing naar H2, volgens
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annesolainekooijman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.