Samenvatting M19 Ondernemerschap - Creative Business - Begrippenlijst
49 views 5 purchases
Course
M19 Ondernemerschap (M19)
Institution
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Book
Ondernemerschap in hoofdlijnen
Begrippenlijst met alle begrippen voor het tentamen Ondernemerschap. Ondernemerschap wordt gegeven in het eerste jaar van de studie Creative Business aan de Hogeschool van Amsterdam.
Ook in een bundel beschikbaar met samenvatting en formuleblad.
Ook oefenvragen beschikbaar.
Actieve prijsstrategie = de prijs wordt bewust gebruikt om andere dan omzetdoelstellingen te
realiseren
Afroomprijsstrategie = bij de introductie van een product/dienst een hoge prijs vragen. Bij het
verschijnen van concurrenten wordt het lager. In snelle tijd veel investeringsgeld
terugverdienen. (Apple)
Aanloopkosten (horen ook bij vlottende activa)= kosten die gemaakt worden omdat hetgeen
waarvoor de kosten gemaakt worden nog in de kinderschoenen staat. Tot de aanloopkosten
van een consumentenproduct kunnen bijvoorbeeld de kosten voor een reclamecampagne
behoren die een product bekendheid moeten geven
Arbitrageant = een ondernemer koopt producten in en verkoopt deze met de bedoeling winst
te maken
B
Beginbalans = investeringsbegroting en financieringsplan
Business Model Canvas = bedacht door Osterwalder en Pigneur Beschrijft de waarde die een
bedrijf creëert, levert maar ook ontvangt van klantsegmenten
Brainstormen = met een groep ideeën bedenken
Bottom-upbenadering = de ondernemingsmissie wordt eerst bepaald door de domeinen te
bepalen met behulp van het model van Abell en van daaruit de visie van de ondernemer
opgesteld
Besloten vennootschap (bv) = een of meerdere ondernemers. Over de winst van de bv wordt
vennootschapsbelasting betaald
Balans = een overzicht van de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen van een
onderneming op een zeker moment.
- Momentopnamen
- Links en rechts moeten in evenwicht zijn
Boekwaarde = de waarde van activa zoals ze op de balans staan genoteerd. Aanschafwaarde –
afschrijvingen
Best-case = wanneer alles mee zit
Beheersingscrisis = Fase 3, groei door delegatie
- Ontstaan van verschillen door delegatie.
- Er ontstaan een beheersingscrisis: op welke manier worden de verschillende
onderdelen van het ene bedrijf bijeengehouden?
, C
Competenties op persoonsniveau
- Doorzettingsvermogen hebben
- Zelfopgelegde standaarden nastreven
- Omgaan met tegenslagen
- Zelfvertrouwen hebben
- Risico’s nemen
- Initiatief nemen
- Ambitieus en energiek zijn
Competenties op uitvoerend niveau
(Vaardigheden en het kennisniveau van ondernemers)
- Doelen stellen
- Interpersoonlijke vaardigheden
- Communicatieve vaardigheden
- Vaardig in het denken
- Externe partijen gebruiken
- Kennis vergaren
- Financiële vaardigheden
- Bedrijfskundige kennis
Competenties op strategisch niveau
(Specifieke ondernemerschapskennis)
- Een ondernemer weet hoe hij winstgevende kansen kan ontdekken
- Een ondernemer weet hoe hij de meest aantrekkelijke markten kan identificeren
- Een ondernemer weet op welke manier hij (materiele en immateriële) bezittingen kan
gebruiken om volledig nieuwe ondernemingen te starten.
- Een ondernemer weet op welke manier hij concurrentievoordeel kan creëren.
Commercieel plan = commerciële mogelijkheden onderzocht (gaat in op de vraag aan wie en
op welke manier de onderneming het product of de dienst gaat verkopen)
- Wie zijn de klanten?
- Wat willen de klanten?
- Hoe kan de ondernemer deze klanten het beste benaderen?
Customer segments = beschrijving van de problemen en behoeften van klanten
Channels = manier waarop het bedrijf communiceert, het product distribueert en waar de
klant het kan kopen
Customer relationship = de relatie en klantsegmeneten die een bedrijf wil opbouwen
Cost structure = de kosten als gevolg van de vorige acht keuzen
Commanditaire vennootschap (cv) = naast beherende vennoten ook eigenaren inde
onderneming die niet betrokken zijn bij de operationele gang van zaken. (Brengen het geld in)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Babettevb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.