Capita Selecta Europees En Internationaal Belastingrecht (695236M6)
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
European Tax Law
Dit document bevat een uitgebreide uitwerking van de werkcolleges ofwel interactieve colleges van het vak Capita selecta Europees en internationaal belastingrecht.
Gebaseerd op collegejaar 2020/2021.
Gebaseerd op het jaar 2020/2021.
Capita Selecta Europees En Internationaal Belastingrecht (695236M6)
All documents for this subject (5)
8
reviews
By: boerkampsaskia • 6 months ago
By: juliebisessar • 1 year ago
By: mariaesmee • 2 year ago
By: a-bosna • 2 year ago
By: sametmuzak • 2 year ago
By: stuvia02 • 3 year ago
By: Benatia • 3 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
Jamy13a
Reviews received
Content preview
WERKCOLLEGE 1 (bij hoorcollege 1): Opfrissen van fundamenten van Europees en Internationaal
belastingrecht
Te bestuderen verplichte literatuur:
• C. van Raad, G. Jansen, F. Pötgens, Studenteneditie Cursus Belastingrecht (Internationaal Belastingrecht),
Kluwer, Deventer, laatste druk (2018-2019), hoofdstuk 0
• P.J. Wattel, O. Marres, H. Vermeulen (eds.), Terra/Wattel European Tax Law. Volume 1: General topics and
direct taxation (student edition), 7e druk, 2018, blz. 35-66 (par. 3.2 t/m 3.3)
• R.A. Bosman, Stand van zaken MLI en positie Nederland, MBB 2017/7-8, blz. 259-265
CASUS 1.1
Karel de Kleine woont met zijn echtgenote in Loon op Zand en is werkzaam voor een Nederlands bedrijf
uitgeoefend door een in Nederland gevestigde vennootschap, A BV. Dit bedrijf is actief op het gebied van
export van melk, ten behoeve van de productie van kaas in Frankrijk. Karel verbleef vorig jaar voor het
uitoefenen van zijn dienstbetrekking jaarlijks vijf maanden en één week in Frankrijk. Karel ontvangt zijn salaris
van A BV. Dit salaris is gelijk aan € 125.000. Hiervan is € 35.000 toerekenbaar aan zijn in Frankrijk vervulde
dienstbetrekking.
Vraag 1:
Geef gemotiveerd aan wat de fiscale gevolgen zijn voor Karel de Kleine voor de inkomstenbelasting (u dient
daarbij geen rekening te houden met de belastingtarieven en de heffingskortingen) volgens
a. het nationale recht;
KAN Nederland heffen op basis van nationale wetgeving?
Subject → Karel de Kleine woont in Nederland (gegeven) en is dus op grond van artikel 2.1, lid 1, sub a Wet
IB 2001 binnenlands belastingplichtig.
Object → Karel de Kleine is werkzaam voor een Nederlands bedrijf uitgeoefend door een in Nederland
gevestigde vennootschap. In totaal heeft Karel de Kleine €125.000 verdiend met zijn werkzaamheden,
waarvan €35.000 toerekenbaar is aan zijn in Frankrijk vervulde dienstbetrekking. Karel de Kleine is op basis
van artikel 2.3, sub a Wet IB 2001 belastingplichtig voor zijn wereldinkomen. Hij verdient ex artikel 3.80 en 3.81
Wet IB (of noemen: 3.80 e.v.) loon uit dienstbetrekking. Nederland kan dus heffen over €125.000.
→ Let op: niet teveel hoofdstuk 7 Wet IB erbij halen! Hoofdstuk 7 gaat juist om het object van een buitenlands
belastingplichtige en hier is sprake van een binnenlands belastingplichtige.
b. het OESO-modelverdrag.
MAG Nederland heffen op grond van het OESO-modelverdrag?
Subject → Karel de Kleine is inwoner van Nederland en dus is er op grond van artikel 1 en 4 OMV toegang tot
het OESO-modelverdrag.
Object → Op grond van artikel 15, lid 1 OMV wordt niet-zelfstandige arbeid (loon uit dienstbetrekking) belast in
de woonstaat (Nederland), tenzij de dienstbetrekking wordt uitgeoefend in de werkstaat (Frankrijk) en dus zou
NL in beginsel over die 35.000 niet heffingsbevoegd zijn. Lid 2 van dit artikel vormt hier een uitzondering op,
namelijk indien sprake is van de volgende omstandigheden wordt het salaris belast in de woonstaat
(Nederland).
- Karel de Kleine verblijft minder dan 183 dagen in de werkstaat (Frankrijk)
- Het salaris wordt betaald door of namens een werkgever die geen inwoner is van Frankrijk
- De beloning komt niet ten laste van een VI in Frankrijk
Van de voorwaarden gesteld in artikel 15, lid 2 OMV is sprake omdat Karel de Kleine gedurende zijn
werkzaamheden slechts 5 maanden en één week (157 dagen, dus minder dan 183 dagen), zijn salaris werd
uitbetaald door de werkgever gevestigd in Nederland en er geen sprake was van een VI. De uitzondering
, gesteld in het tweede lid is dus van toepassing, waardoor Nederland exclusief het heffingsrecht krijgt over
€125.000. Dus dan val je weer terug op de hoofdregel. Dus NL mag heffen.
Als NL exclusief heffingsbevoegd is, moet NL dan voorkoming geven? Nee. Juist als je exclusief
heffingsbevoegd bent, betekent dat de werkstaat (Frankrijk) niet mag heffen. Dan gaat NL ook geen
voorkoming geven. Als het voorkoming zou zijn, gaat het om de belastingvrijstelling. Dus voor inkomsten uit
arbeid, of in zijn algemeenheid ‘actief inkomen’ gaat het om de belastingvrijstelling. Maar die hoef je hier niet
toe te passen omdat Frankrijk niet mag heffen.
Karel de Kleine gaat dit jaar meer in Frankrijk werken. In overleg met zijn werkgever, A BV, wordt afgesproken
dat dan een deel van zijn salaris dat betrekking heeft op zijn werkzaamheden in Frankrijk, uitbetaald zal
worden door de dochtervennootschap van A BV: X SA (gevestigd in Frankrijk). De echtgenote van Karel de
Kleine vindt dat zij haar echtgenoot te weinig ziet, en in “goede harmonie” wordt besloten om van elkaar te
scheiden. In het echtscheidingsconvenant is bepaald dat Karel in het echtelijk huis mag blijven wonen. Voorts
is in het echtscheidingsconvenant bepaald dat Karel vanaf het moment van scheiding een jaarlijkse
alimentatieverplichting van € 30.000 heeft. Karel de Kleine verblijft dit jaar negen maanden in Frankrijk. Hij
ontvangt in dit jaar aan salaris van A BV € 40.000 en van X SA € 120.000.
Vraag 2:
Geef gemotiveerd aan wat de fiscale gevolgen zijn voor Karel de Kleine voor de inkomstenbelasting
(behoudens de belastingtarieven en de heffingskortingen) volgens
a. het nationale recht;
KAN Nederland heffen op basis van nationale wetgeving?
Subject → Karel de Kleine is (nog steeds) inwoner van Nederland en dus binnenlands belastingplichtig voor
de Inkomstenbelasting ex artikel 2.1, lid 1, sub a Wet IB 2001.
Object → Karel de Kleine verdient loon uit dienstbetrekking ex artikel 3.80 en 3.81 Wet IB 2001, waarvan hij
€40.000 ontvangt van de in Nederland gevestigde BV en €120.000 ontvangt van de in Frankrijk gevestigde BV.
Karel is belastingplichtig voor zijn wereldinkomen ex artikel 2.3 sub a Wet IB 2001 en dus kan Nederland in
beginsel heffen over €160.000. Bij belastbaar inkomen uit box 1 hebben we ook nog te maken met
persoonsgebonden aftrekposten. Een binnenlands belastingplichtige heeft recht op aftrek van
persoonsgebonden aftrekposten die in H6 Wet IB staan. De jaarlijkse alimentatieverplichting vormt echter een
kostenpost (art. 6.3 lid 1 sub a IB) en dus mag Karel de Kleine deze €30.000 van zijn box 1 inkomen in
mindering brengen, er blijft dan een heffingsgrondslag van €130.000 over.
b. het OESO-modelverdrag;
MAG Nederland heffen op grond van het OESO-modelverdrag?
Subject → Karel de Kleine is inwoner van Nederland en dus is er op grond van artikel 1 en 4 OMV toegang tot
het OESO-modelverdrag.
Object → Op grond van artikel 15, lid 1 OMV is het salaris uit de dienstbetrekking in de woonstaat belast
(Nederland), tenzij de dienstbetrekking in de werkstaat wordt uitgeoefend (Frankrijk). Lid 2 van dit artikel vormt
een uitzondering op de hoofdregel, indien voldaan is aan de voorwaarden gesteld in lid 2 dan geldt er een
exclusief heffingsrecht voor de woonstaat (Nederland). Aangezien Karel de Kleine echter gedurende een
periode van 9 maanden (meer dan 183 dagen) in Frankrijk verblijft en het salaris wordt uitbetaald door X SA
gevestigd in Frankrijk, gaat de uitzondering van lid 2 niet op en keert men terug naar de hoofdregel. Frankrijk is
dus heffingsbevoegd voor het inkomen van €120.000.
Belastingvrijstelling = buitenlands inkomen / wereldinkomen x IB over wereldinkomen of belastbaar inkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jamy13a. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.