(dikgedrukt zijn belangrijke termen/ standaard antwoorden die vaak gevraagd worden)
(Op laatste blz van samenvatting is een lijst met opgaven die slim zijn om te oefenen!)
Hoofdstuk 1.1
● Ethogram: Lijst met gedragseenheden
● Gedrag
○ Is alles wat dieren/mensen doen/laten
○ Is een aanpassing aan de leefomstandigheden
● Inwendige prikkels zijn prikkels van binnenuit
■ Ex: hormonen, honger- en dorstgevoel
● Uitwendige prikkels komen van buitenaf
■ Ex: geluiden, licht, omgevingstemperatuur
● Motiverende factoren: Inwendige + uitwendige prikkels
Gedrag is opgebouwd uit gedragssystemen en gedragseenheden. De verschillende aparte
handelingen zijn gedragseenheden. Vaste volgorde van gedragseenheden vormen
gedragsketens.
Gedrag Voedingsgedrag
Gedragssystemen zoeken eten drinken
Gedragseenheden afbijten kauwen slikken
● Protocol: Een lijst met geobserveerde handelingen op met tijdsaanduiding(GEEN
gevoelens of karakteristieken) ← gebeurt object, zonder oordeel vooraf
● Functies van gedrag: het overleven van het individu, het overleven van de soort
Hoofdstuk 1.2
● Input: welke prikkels een dier ontvangt
● Output: welke gedrag er vervolgens optreedt
● Antropomorf: (subjectieve benadering) dierlijk gedrag beschrijven met begrippen die bij
ons eigen gedrag horen
■ Ex: hond laat zijn tanden zien → boos
■ Ex: staart tussen benen → bang
● Sleutelprikkel: essentiële prikkel die steeds eenzelfde gedrag oproept
■ Ex: jonge zilvermeeuwen pikken naar de rode plek op snavel
● Supernormale prikkel: versterkte sleutelprikkel
● Gevoelige periode: Periode waarin een bepaald gedrag gemakkelijk kan worden
aangeleerd
, ● Inprenting: vorm van leren die beperkt is tot een korte gevoelige periode.
○ Bij inprenting lijkt er een zekere aangeboren voorprogrammering aanwezig te
zijn, die erfelijk vastligt.
Hoofdstuk 1.3
● Signalen: een “taal” die bestaat uit prikkels waarmee dieren het gedrag van
soortgenoten willen beïnvloeden.
● Rituelen: Bestaan uit een serie gedragseenheden die van tevoren vaststaan. Dieren
vertonen ritueel gedrag, dat ze vaak nog verduidelijken door overdrijven of accentueren.
Ritueel gedrag bij dieren berust op het geven van signalen die als sleutelprikkels dienen.
Rituelen zijn belangrijk bij ontmoeting van soortgenoten. Door rituelen komen ze er
achter of ze vriend of vijand zijn. Herkennen van de soortgenoten waarop de rituele
handelingen gericht zijn, kan een gevolg zijn van inprenting.
● Voortplanting van belang bij instandhouding en genetische variatie
● Conflict gedrag: ontstaat bij een innerlijk conflict tussen twee tegengestelde
gedragssystemen
● Overspronggedrag: gedrag dat niet bij de situatie past
■ Ex: hoofd krabben als je niet weet wat je moet doen
● Ambivalent gedrag: gedrag dat elementen van twee tegengestelde gedragssystemen
afwisselt. Om de beurt ‘wint’ een van beide gedragssystemen het.
● Omgericht gedrag: de agressiviteit richt zich op iets anders.
■ Ex: een deur dichtsmijten na een flinke ruzie
[zorg dat je de verschillende gedragen kent en dat je ze kan toepassen]
Misverstanden in communicatie
Hangt af van zowel de zender als de ontvanger. Ontstaan wanneer de zender een onjuist
signaal afgeeft of de ontvangers zintuigen de signalen niet opvangen of hersencentra de info
dput verweken of interpreteren→ ruis uit de omgeving, dan moeilijk te begrijpen.
Zintuigen en hersencentra vormen in het communicatiesysteem filters waar de info doorheen
gaat. Oren en ogen kunnen door een onjuiste filterwerking signalen verkeerd of niet opvangen.
oren→ bepaalde toonhoogte, ogen→ ergens anders gericht
Hoofdstuk 1.4
● Aangeboren: geërfd van je ouders, gedrag is al bij de geboorte aanwezig
● Gewenning (habituatie): een leerproces type. Een bepaalde reactie op een prikkel wordt
afgeleerd bij herhaling van die prikkel.
■ Ex: vogels die niet meer weg vliegen voor een vogelschrikker
● Aangeleerd: ontwikkeld door een leerproces, door omgevingsfactoren
○ Zang van vogels is aangeboren en aangeleerd. De basispatroon is aangeboren
en door te imiteren leren ze van hun soortgenoten. Mensen en dieren leren door
inprenting, gewenning en ook door te spelen→ ontwikkelen sociaal gedrag
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller faizakashif. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.27. You're not tied to anything after your purchase.