Sociale filosofie
Bij een samenleving zijn er afspraken aanwezig.
- Hoe ziet de ideale samenleving er uit?
Utopische denken:
- Streven naar een perfecte samenleving. (wens)
De maatschappij als standpunt:
-Thomas More (1478-1538)
1516: Utopia; uitgewerkt plan over de samenleving. Eiland waar altijd overvloed heerst en alles tot in
puntjes geregeld is.
Utopie —> eutopia (:goede plaats) / outopia (:plaats die niet bestaat):
1. ideale samenleving
2. Het onmogelijke te bereiken paradijs.
- Francis Bacon
1627: Het nieuwe Atlantis; een gelukkig maatschappij die gekenmerkt wordt door technologische
vooruitgang. utopia + technologische vooruitgang
Het individu mens als standpunt:
- Jean-Jacques Rousseau (1712 - 1778)
Utopia + der middel van de Algemene Wil.
- Thomas Hobbes (1588 - 1679)
1651: Leviathan (pessimistisch mensbeeld)
Niet utopische denken:
1. Anti-utopisch:
Kritiek op utopische denkers. (realiteit)
-George Orwell
1948; 1984
Anti-utopie (onderdrukkend regime). De Partij heeft het volk in greep
Kritiek op de totalitaire staat van Francis Bacon.
2. Dystopisch:
Kritiek op utopische denkers (angst)
Na de Tweede Wereldoorlog en het instorten van het communisme is het einde van de utopie in
zicht.
Karl Popper: ‘De poging om de hemel op aarde te verwezenlijken, brengt steeds de hel voort.’
Maatschappelijk contract/sociaal contract: symbolische overeenstemming van een groep mensen
om zicht te onderwerpen aan een staat. De mens doet dit zonder God. Het volkt stemt zelf in.
Natuurtoestand: het idee van de toestand voor het sociaal contract.
- Hoe leefden we toen er nog geen regels waren?
- Is de mens van nature goed?
Thomas Hobbes (1588-1679)
pessimistisch mensbeeld
De mens is gericht op zelfbehoud en handelt egoïstisch.
Iedereen is gelijk en mag doe wat hij wil.
Natuurtoestand: schaarste aan goederen -> strijd -> het leven wordt eenzaam -> vrede:
maatschappelijk verdrag -> staat: “De wil die als wil van allen geldt.”
De staat: Leviathan: een onoverwinnelijke macht.
De bestuurder is verantwoordelijk voor het welzijn van het volk.
De bestuurder is zelf ook egoïstisch. Toch is geregeerd worden door een slechte heerser beter dan
zonder heerser. Zonder heerser komen we namelijk weer in opstand.
, John Locke (1632-1704)
natuurtoestand—> morele toestand
Alle mensen maken een deel uit van Gods schepping en hebben daarom bepaalde rechten.
- Natuurrechten: recht op leven, gezondheid, vrijheid en bezit.
Natuurtoestand: toestand van overvloed en volmaakte vrijheid en gelijkheid.
- Morele plichten: niemand behoort een anders natuurrechten te schaden.
Bij het schaden van morele plichten verdient de persoon straf.
De staat moet recht op bezit garanderen. (natuurrechten)
Als de staat hierin faalt, mag het volk in opstand komen, want het sociaal contract is gebroken en
hoeven ze zich er niet meer aan te houden.
Scheiding tussen wetgevende macht en uitvoerende macht.
De wereld is van de mensheid als geheel.
Ons lichaam is onze enige natuurlijke eigendom. Werk verrichten met jouw lichaam maakt iets jouw
eigendom.
Jean-Jacques Rousseau (1712-1778)
Privébezit is de bron van kwaad.
Natuurtoestand: de mens is vrij. Je kan je gevoel vertrouwen en nadenken hoeft niet. (paradijs)
De mens leeft als een sterke eenling, daarna ontstaan primitieve maatschappelijke ordeningen.
Amour de soi: zelfliefde.
Amour propre: medeleven voor andere mensen.
Egoïsme: het invoeren van privé-eigendom maakt dat er verschillen in rijkdom ontstaan. Mensen
worden aangezet tot een concurrentietijd.
De ontwikkeling zorgt voor een onnatuurlijke levensstijl die mensen zwak en oneerlijk maakt.
Rede en wetenschap verzwakken het natuurlijke gevoel voor goed en kwaad.
De opvoeding moet vrij zijn en aan het kind aanpassen niet andersom.
Natuurlijke vrijheid is er niet meer door bezitsdrang,
Maatschappelijk contract: individuen moeten zich niet meer onderwerpen aan een leider, maar
zichzelf bestuderen: de algemene wil.
De ideale staat: kleine democratie om wetten makkelijker te overeenstemmen met de algemene wil.
Het algemeen belang, zo is het natuurlijke goedheid van de mens te zegevieren.
Algemene wil: wat het beste is voor de meeste mensen.
Hobbes: vrijheid is de afwezigheid van dwang, zodat je niet gehinderd wordt.
- Isaiah Berlin (1909-1997): er worden je geen hindernissen in de weg gelegd die je vrijheid
beperken. (negatieve vrijheid, negatief = afwezigheid)
Hobbes’ sociaal contract: mensen leveren een deel van hun vrijheid in door zich te onderwerpen
aan een hogere macht. De ruil levert een ander soort vrijheid op: de vrijheid om zonder angst en in
vrede te leven.
Rousseau: vrijheid is het gehoorzamen van wetten die de algemene wil van de gemeenschap
uitdrukken en verwoorden wat de burger wilt.
- Isaiah Berlin noemt dit positieve vrijheid, positief = aanwezigheid. De mogelijkheden om wat te
kunnen doen.
De twee soorten vrijheden komen in aanraking
- veel grenzen = weinig negatieve vrijheid
- weinig grenzen = veel negatieve vrijheid
- veel positieve vrijheid = veel mogelijkheden
- weinig positieve vrijheid = weinig mogelijkheden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller berkbilgin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.