100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
MOB samenvatting $18.21
Add to cart

Summary

MOB samenvatting

 59 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting cursus, ppt's, lessen, videolessen Behaald resultaat: 19/20

Preview 4 out of 76  pages

  • June 1, 2021
  • 76
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting MOB


H1: operationaliseren


1.1 Wat verstaan we onder operationaliseren?

 Concept
o = algemeen aanvaarde collectie van
betekenissen/karakteristieken van gebeurtenissen, objecten,
situaties en gedrag  concreet begrip in woorden
o Bv ‘tafel’
o Concepten kunnen op 2 assen gaan variëren
 Concreet waarneembaar ↔ abstract (theoriegebonden)
 Complexiteit binnen het concept: 1 kenmerk/component in definitie ↔
meerdere kenmerken/componenten in de definitie
 Concepten verschillen in mate van abstractie
o Tastbaar ↔ abstract
o Construct
 = meer abstracte concepten  bestaat enkel in onze verbeelding en zijn niet
onmiddellijk tastbaar  abstract begrip
 Bv ‘motivatie’
 Conceptuele definitie
o = omschrijven wat er nu onder een bepaald concept/construct valt
o Helder omschrijven/afbakenen over hoe concepten gedefinieerd zijn in jouw
onderzoek
o Terug te vinden onder theoretisch kader of conceptueel kader
 Operationele definitie
o vast leggen hoe je een concept/construct meetbaar maakt in jouw onderzoek
o Operationaliseren
 = Het vertalen van een (abstract) concept in de wijze waarop je het wenst
vast te stellen/te meten
 = het vertalen van een concept in ‘metingen’
o Eenvoudige concepten operationaliseren




o Complexe concepten operationaliseren




1

,1.2 Meten als breed begrip

 Meten: vanuit een vaststelling een waarde aan iets toekennen
 Metingen die resulteren in variabelen  van concept naar variabelen

1.3 Wanneer meten we goed?

 Wanneer is een concept goed gemeten?  kwaliteitscriteria: betrouwbaarheid, validiteit

1.3.1 Validiteit

 Validiteit als kenmerk van een instrument/methode
o Validiteit = mate waarin een onderzoek meet wat het beoogt te meten
o Interne (causale) validiteit = mate waarin verklaringen voor een fenomeen
ondersteunt worden door de data en niet kunnen toegeschreven worden aan
onderzoeksartefacten (storende variabelen)
o Externe validiteit = mate waarin inhoudelijk kan gegeneraliseerd/getransfereerd
worden
o Constructvaliditeit = mate waarin je instrument meet wat je wil meten
 Argument-gebaseerde benadering (Kane)
o Validiteit als kenmerk van interpretatie en conclusies op basis van
instrumenten/methode
 Niet instrumenten op zich zijn valide  wel interpretatie van de resultaten
en de conclusies die we obv dat instrument trekken zijn in meer of mindere
mate valide
o Validiteit is geen kenmerk van instrument/test/methode
o Als onderzoeker moet je evidentie verzamelen dat de link tussen meting en conclusie
of gebruik van de resultaten steek houdt
 Empirische evidentie (bewijs gebaseerd op feiten en vaststellingen)
 Logische evidentie
 Evidentie uit eerder onderzoek

1.3.2 Betrouwbaarheid

 Betrouwbaarheid = herhaalbaarheid
o mate waarin een onderzoek juist, accuraat en correct meet
o mate waarin na hermeting van hetzelfde object met hetzelfde instrument je al dan
niet dezelfde resultaten krijgt
o als je onder gelijkaardige omstandigheden tot zeer vergelijkbare scores zou komen

2

,  Betrouwbaarheid is een noodzakelijke voorwaarde voor validiteit
 Betrouwbaarheid gaat om de hele procedure achter meten
 Herhaalbaarheid  over tijd, overheen beoordelaars of overheen verschillende taken

1.4 Welke tools tot meten hebben we?

 Meetmethoden om concepten te operationaliseren
 3 vaak gehanteerde methoden:
o Observeren
o Toetsen
o Vragenlijsten
 Andere meetmethodes: logboeken, eye-tracking, fysiologische metingen, sociometric badge
 Trianguleren van metingen = combineren van meerdere meetmethoden
o Zorgt voor rijkere informatie + zwaktes van ene methode worden gecompenseerd
door sterktes van andere methode




3

, H2: Observeren


2.1 Waarom observeren?

 Onderzoek naar gedrag en processen
o Directe manier: data verzamelen in ‘live’ situaties door observaties
o Indirecte manier: interviews/vragenlijsten  zelfrapportage
 Vertekende factoren: interpretatieproblemen, onvolledigheidsprobleem,
geheugenprobleem, sociaal wenselijk antwoordgedrag,
vraagstellingseffecten, interviewer-effecten, inconsistentie tussen verklaard
en vertoont gedrag
 bedreiging voor validiteit

2.2 Vormen van observeren

Categorieën:

 Gestructureerde of systematische observatie
o Op voorhand vastgelegde regels voor observator  richting in wat en hoe er
geobserveerd dient te worden
o Gebruik van observatieschema  legt precies vast wat observatoren dienen te
observeren
o Resultaat: set variabelen die gedrag van respondent operationaliseren 
kwantitatief onderzoek
 Ongestructureerde observatie
o Geen observatieschema
o Zoveel mogelijk in detail het gedrag van respondenten vastleggen  narratieve
weergave van gedrag
o In diepte fenomenen beschrijven  kwalitatief onderzoek
 Participerende observatie
o Observatoren infiltreren in en maken (al dan niet incognito) deel uit van een sociaal
systeem waarbinnen ze gedrag wensen te observeren
o Sociale fenomenen beschrijven
o Geen observatieschema  wel: logboek, veldnotities
 Niet-participerende observatie
o Observator legt zich volledig toe op rol van observator
o Meer systematische wijze gedrag observeren  observatieschema
 Natuurlijke observatie
o Gedrag en processen in natuurlijke omgeving  dagdagelijkse situaties
o Onderzoeker grijpt niet in en heeft geen invloed op gedrag
 Gecontroleerde of gemanipuleerde observatie
o Uitlokken van het te observeren gedrag  observator stimuleert bepaalde
situatie/setting om te zien hoe participanten zich er in gedrag

Soorten observatiestudies naargelang onderzoekstraditie

Ethnografische traditie (kwal) Positivistische traditie (kwan)
Open (ongestructureerd) observeren Gestructureerd observeren
Participerende observatie (observator neemt Niet-participerende observatie (observator


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller struyfe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $18.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$18.21  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added