Concept
o = algemeen aanvaarde collectie van
betekenissen/karakteristieken van gebeurtenissen, objecten,
situaties en gedrag concreet begrip in woorden
o Bv ‘tafel’
o Concepten kunnen op 2 assen gaan variëren
Concreet waarneembaar ↔ abstract (theoriegebonden)
Complexiteit binnen het concept: 1 kenmerk/component in definitie ↔
meerdere kenmerken/componenten in de definitie
Concepten verschillen in mate van abstractie
o Tastbaar ↔ abstract
o Construct
= meer abstracte concepten bestaat enkel in onze verbeelding en zijn niet
onmiddellijk tastbaar abstract begrip
Bv ‘motivatie’
Conceptuele definitie
o = omschrijven wat er nu onder een bepaald concept/construct valt
o Helder omschrijven/afbakenen over hoe concepten gedefinieerd zijn in jouw
onderzoek
o Terug te vinden onder theoretisch kader of conceptueel kader
Operationele definitie
o vast leggen hoe je een concept/construct meetbaar maakt in jouw onderzoek
o Operationaliseren
= Het vertalen van een (abstract) concept in de wijze waarop je het wenst
vast te stellen/te meten
= het vertalen van een concept in ‘metingen’
o Eenvoudige concepten operationaliseren
o Complexe concepten operationaliseren
1
,1.2 Meten als breed begrip
Meten: vanuit een vaststelling een waarde aan iets toekennen
Metingen die resulteren in variabelen van concept naar variabelen
1.3 Wanneer meten we goed?
Wanneer is een concept goed gemeten? kwaliteitscriteria: betrouwbaarheid, validiteit
1.3.1 Validiteit
Validiteit als kenmerk van een instrument/methode
o Validiteit = mate waarin een onderzoek meet wat het beoogt te meten
o Interne (causale) validiteit = mate waarin verklaringen voor een fenomeen
ondersteunt worden door de data en niet kunnen toegeschreven worden aan
onderzoeksartefacten (storende variabelen)
o Externe validiteit = mate waarin inhoudelijk kan gegeneraliseerd/getransfereerd
worden
o Constructvaliditeit = mate waarin je instrument meet wat je wil meten
Argument-gebaseerde benadering (Kane)
o Validiteit als kenmerk van interpretatie en conclusies op basis van
instrumenten/methode
Niet instrumenten op zich zijn valide wel interpretatie van de resultaten
en de conclusies die we obv dat instrument trekken zijn in meer of mindere
mate valide
o Validiteit is geen kenmerk van instrument/test/methode
o Als onderzoeker moet je evidentie verzamelen dat de link tussen meting en conclusie
of gebruik van de resultaten steek houdt
Empirische evidentie (bewijs gebaseerd op feiten en vaststellingen)
Logische evidentie
Evidentie uit eerder onderzoek
1.3.2 Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid = herhaalbaarheid
o mate waarin een onderzoek juist, accuraat en correct meet
o mate waarin na hermeting van hetzelfde object met hetzelfde instrument je al dan
niet dezelfde resultaten krijgt
o als je onder gelijkaardige omstandigheden tot zeer vergelijkbare scores zou komen
2
, Betrouwbaarheid is een noodzakelijke voorwaarde voor validiteit
Betrouwbaarheid gaat om de hele procedure achter meten
Herhaalbaarheid over tijd, overheen beoordelaars of overheen verschillende taken
1.4 Welke tools tot meten hebben we?
Meetmethoden om concepten te operationaliseren
3 vaak gehanteerde methoden:
o Observeren
o Toetsen
o Vragenlijsten
Andere meetmethodes: logboeken, eye-tracking, fysiologische metingen, sociometric badge
Trianguleren van metingen = combineren van meerdere meetmethoden
o Zorgt voor rijkere informatie + zwaktes van ene methode worden gecompenseerd
door sterktes van andere methode
3
, H2: Observeren
2.1 Waarom observeren?
Onderzoek naar gedrag en processen
o Directe manier: data verzamelen in ‘live’ situaties door observaties
o Indirecte manier: interviews/vragenlijsten zelfrapportage
Vertekende factoren: interpretatieproblemen, onvolledigheidsprobleem,
geheugenprobleem, sociaal wenselijk antwoordgedrag,
vraagstellingseffecten, interviewer-effecten, inconsistentie tussen verklaard
en vertoont gedrag
bedreiging voor validiteit
2.2 Vormen van observeren
Categorieën:
Gestructureerde of systematische observatie
o Op voorhand vastgelegde regels voor observator richting in wat en hoe er
geobserveerd dient te worden
o Gebruik van observatieschema legt precies vast wat observatoren dienen te
observeren
o Resultaat: set variabelen die gedrag van respondent operationaliseren
kwantitatief onderzoek
Ongestructureerde observatie
o Geen observatieschema
o Zoveel mogelijk in detail het gedrag van respondenten vastleggen narratieve
weergave van gedrag
o In diepte fenomenen beschrijven kwalitatief onderzoek
Participerende observatie
o Observatoren infiltreren in en maken (al dan niet incognito) deel uit van een sociaal
systeem waarbinnen ze gedrag wensen te observeren
o Sociale fenomenen beschrijven
o Geen observatieschema wel: logboek, veldnotities
Niet-participerende observatie
o Observator legt zich volledig toe op rol van observator
o Meer systematische wijze gedrag observeren observatieschema
Natuurlijke observatie
o Gedrag en processen in natuurlijke omgeving dagdagelijkse situaties
o Onderzoeker grijpt niet in en heeft geen invloed op gedrag
Gecontroleerde of gemanipuleerde observatie
o Uitlokken van het te observeren gedrag observator stimuleert bepaalde
situatie/setting om te zien hoe participanten zich er in gedrag
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller struyfe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $18.70. You're not tied to anything after your purchase.