100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 1.5 Developemental Psychology (FSWPE1-050) $5.42   Add to cart

Summary

Samenvatting 1.5 Developemental Psychology (FSWPE1-050)

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Het is een samenvatting van de 8 problemen van blok 1.5 developmental psychology.

Preview 4 out of 64  pages

  • June 1, 2021
  • 64
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting 1.5 Developmental Psychology


Probleem 1. The birds and the bees 1
Probleem 2. It’s just emotions taking me over... 11
Probleem 3. Attachment (not) included 19
Probleem 4. The sun is tired 27
Probleem 5. Shakespeare to be 37
Probleem 6. And now the morality of the story 46
Probleem 7. Kim or Kanye 51
Probleem 8. When puberty hits... 58

, 1




PROBLEEM 1. THE BIRDS AND THE BEES

BRONNEN
• Leman, P., Bremner, A., Parke, R.D., & Gauvain, M. (2012). Developmental
Psychology (1st Ed.). Maidenhead: McGraw-Hill Education. Hoofdstuk 4 en 5
• Shaffer, D.R., & Kipp, K. (2014). Developmental Psychology: Childhood and
Adolescence (9th Ed.). USA: Cengage Learning. Hoofdstuk 3


LEERDOELEN
• Wat is DNA? (kopiëren)
• Hoe werkt celdeling? (meiose/mitose)
• Hoe werkt erfelijkheid? (overdracht, dominant, recessief)
• Wat zijn de fases van zwangerschap? (ontwikkeling per fase)
• Wat zijn de invloeden op zwangerschap? (intern/extern)(vignet)
• Wat zijn de genetische afwijkingen die kunnen ontstaan?


SAMENVATTING
Meiose en mitose
Chromosomen en genen zitten in de celkern. Chromosomen(draadstructuur) dragen de genen
die coderen voor hetgeen van onszelf dat wij erven (genetische informatie). De meeste cellen
bevatten 46 chromosomen(23 chromosomenparen). De geslachtscellen bevatten 23
chromosomen. Meiose: (alle chromosomen in de cel kopiëren(replicatie) zichzelf eerst) het
proces waarbij een cel zich splitst → 23 chromosomenparen worden gesplitst in 23 losse
chromosomen (ovum/eicel en sperma). 23 chromosomen moeder + 23 chromosomen vader →
46 chromosomen voor kind (23 chromosomenparen). Meiose gebeurt random, waardoor er 8
miljoen verschillende chromosomenparen kunnen worden geproduceerd. Crossing over: het
proces waarbij gelijkwaardige secties van homologe chromosomen random van plaats
verwisselen, waardoor de genetische informatie (nog meer) wordt verwisselt. Zygote: een
enkele cel gevormd bij de bevruchting van een spermacel en een eicel. Stappen meiose:

, 2




1. replicatie
2. crossing over
3. cel splitst zich( 2 chromosomenparen → 1 chromosomenparen) (bij vrouw 1 cel niet
functioneel)
4. de chromosomenparen splitsen (1 chromosomenpaar → 1 chromosoom)
5. sperma bevrucht eicel
6. Zygote (23 chromosomenparen en dus 46 chromosomen)

Door mitose wordt een enkele cel een levend
wezen. Mitose: het proces waarbij een
lichaamscel zich na duplicatie splitst zodat er
nieuwe dochtercellen ontstaan die er
hetzelfde uitzien als de moeder cellen.
Mitose stappen:
1. chromosomen in een lichaamscel
dupliceren zich
2. chromosomenparen splitsen in twee
3. chromosomen gaan uit elkaar
4. 2 dochtercellen (46 chromosomen)



DNA
DNA (desoxyribonucleïnezuur): een ladder achtig
molecuul die genetische informatie in cellen
bewaart en deze informatie doorgeeft tijdens
reproductie. Het is bestaat uit nucleotiden die bij
elkaar worden gehouden door twee lange parallel
gedraaide onderdelen. Nucleotide: een onderdeel
die bestaat uit een (nitrogen)base, een suiker en een
fosfaatgroep. 2 van de basen samen vormen samen
de ‘traptreden’ van het DNA. Basen die samen
gaan zijn Adenine & Thymine en Cytosine &
Guanine (ATCG).

, 3


Genen en mRNA
Genen: een deel van DNA wat zich bevindt op bepaalde kanten van het chromosoom waar ze
coderen voor de productie van bepaalde soorten eiwitten. De genetische code wordt bepaald
door de volgorde van de basen. Van DNA naar eiwit:
1. Genen triggeren de productie van eiwitten als een signaal van buitenaf ze activeert
2. Het DNA splitst zich
3. losse nucleotiden binden aan het DNA (transcriptie)
4. kopie van DNA gemaakt (deze kopie heet mRNA of messenger ribonucleïnezuur)
5. deze kopie gaat van de celkern naar het ‘lichaam’ van de cel
6. eiwitsynthese vindt plaats (translatie)
7. drie basen samen coderen voor een aminozuur.
8. aminozuren samen vormen samen eiwitten. (Er zijn veel eiwitten die allemaal op een
andere manier kunnen werken in het lichaam.)

Gen expressie
Sommige genen komen tot uiting/worden gebruikt(fenotype) en andere genen worden
eigenlijk nooit gebruikt door: tegenwerking van andere genen of als de omgeving ze nooit
‘roept’. Genen werken nooit in isolatie, maar altijd in combinatie met een ander gen en met
invloeden vanuit de omgeving (Turkheimer). De manier hoe een gen wordt geuit hangt af van
de context. De studie van hoe genen worden geuit wordt epigenetica genoemd. 2% van ons
DNA codeert voor eiwitten en 98% van ons DNA reguleert in hoeverre de eiwit codering
wordt geuit. Een manier waarop dit reguleerbare DNA werkt is door transcriptie te remmen
totdat een substantie in de omgeving(regulatie factor) deze rem ‘uitzet’.

De transmissie van trekken
Er kan bij een bepaald gen op twee homologe chromosomen meer dan één vorm van dat gen
zijn, alternatieve vormen van een gen (allelen (a/A)). Één allel van de moeder en één allel van
de vader. Homozygoot: staat van een individu waarbij de allelen van beide ouders hetzelfde
zijn voor een bepaalde trek (aa/AA) → kind dit ook. Heterozygoot: staat van een individu
waarbij de allelen van beide ouders verschillend zijn voor een bepaalde trek (Aa/aA) → kind:
• uitkomst zit tussen a en A in
• beiden worden (evenveel en tegelijkertijd) geuit (bloed) (codominantie)
• maar een van de twee genen wordt geuit (simpele dominante-recessieve nalatenschap)
• (Een gen kan ook aan een geslachtschromosoom zijn gelinkt (Xa/XA))
Dominant: het krachtigste allel van de twee in een heterozygote combinatie. Recessief: het
zwakste allel van de twee in een heterozygote combinatie. Veel afwijkingen zijn recessief.


Genen op de geslachtschromosomen
22 paar van je chromosomenparen zijn autosoom. 1 (23e) paar van je chromosomenparen zijn
geslachtschromosomen, deze bepalen je geslacht. Vrouw: XX, man: XY. De moeder geeft
altijd een X aan haar kind, de vader een X of Y. De vader bepaalt dus het geslacht (Y is
dominant). Het X chromosoom is langer dan het Y chromosoom. X gelinkte genen zijn genen
die worden gedragen op het X chromosoom en die bij mannen geen vergelijkbare genen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elsvanbroekhoven. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.42
  • (0)
  Add to cart