INHOUDSOPGAVE
2. Prolegomena 4
2.1 Theorie en paradigma’s 4
2.1.1 Paradigmatische strijd 4
2.1.2 COM-wetenschappelijke theorievorming 6
2.2 Centrale thema’s in de communicatiewetenschappen 8
2.2.1 Macht 8
2.2.2 Sociale integratie 9
2.2.3 Sociale verandering 10
2.2.4 Ruimte en tijd 10
3. Bouwstenen 11
3.1 Teken en betekenisvol communiceren 11
3.2 Elementen van het communicatieproces 11
3.2.1 Basisconcepten 11
3.2.2 Tekensystemen 12
3.2.3 Tekenindelingen 14
3.3 Visies en vormen van communicatie 15
3.3.1 Bouwstenen 15
3.3.2 Procesmodel Oomkes 18
3.4 Visies en vormen van communicatie 19
3.4.1 Vier visies van McQuail 19
3.4.2 Twee theoretische scholen van Fiske 20
3.4.3 Vier vormen van communicatie 21
4. Mediageschiedenis 23
4.1 COM en media: een beknopte geschiedenis 23
4.1.1 Vooraf 23
4.1.2 Overzicht soorten taal Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
4.2 Ontstaansgeschiedenis van COM wetenschappen 30
4.2.1 Vooraf 30
4.2.2 Voorlopers 30
4.2.3 Verdere verloop 31
5. Coming of age 32
5.1 Massamaatschappij 32
5.1.1 Algemene visies 32
5.1.2 Sociologische benaderingen 33
5.1.3 Psychologische benaderingen 33
5.2 Massamaatschappijtheorie 33
5.3 Propaganda 35
5.3.1 Propagandatheorie van Harold Lasswell 35
5.3.2 Kritische propagandastudies 36
5.3.3 Paradigmatische strijd 37
5.4 Institutionalisering CW 37
5.4.1 Administratief onderzoek 37
5.4.2 Kritisch onderzoek 38
5.5 Communicatiemodellen 38
5.5.1 Model van Lasswell (1948) 38
5.5.2 Model van Shannon & Weaver (1949) 39
6. Mainstreamparadigma 40
6.1 Mosterd van CW 40
6.1.1 Functionalisme 40
6.1.2 Actiegerichte benaderingen 42
6.1.3 Psychologie 44
,Samenvatting COM-wetenschap 2
6.1.4 Sociolinguïstiek 44
6.2 Communicatiemodellen 46
6.2.1 Balansmodel van Newcomb 47
6.2.2 Model van Schramm 47
6.2.3 Model van gerbner 47
6.2.4 Model van Jakobson 49
6.3 Relatie media en publiek 49
6.3.1 Evolutie effectonderzoek 49
7. Alternatieve paradigma 54
7.1 Marxistische benaderingen 54
7.2 Kritische theorie en Frankfurter Schule 56
7.2.1 1. Culturele dimensie 56
7.2.2 2. Politieke dimensie 57
7.3 Politieke economie 57
7.4 Cultural Studies 58
7.4.1 Structuralisme 59
7.4.2 Culturalisme (!!) 59
7.5 Post-benaderingen 60
7.5.1 Poststructuralisme 60
7.5.2 Creatieve consumptie 61
7.5.3 Postmodernisme 61
8. NIeuwe tijden, nieuwe theorieën 63
8.1 Inleiding 63
8.2 Media en ICT 63
8.2.1 Kenmerken van de populatie 64
8.2.2 Kenmerken van de innovatie 65
8.2.3 Fasen van het adoptieproces 65
8.3 Mediumtechnologische benaderingen 65
8.4 Informatiemaatschappijtheorie 66
8.5 Nieuwe mediatheorieën 67
8.5.1 New media theory 67
8.5.2 Practice theory 68
8.5.3 Mediatization 68
9. Sociaalwetenschappelijke mediatheorieën: krachtlijnen 69
9.1 Four things you didn’t know about (media) theory 69
9.2 Sociaalwetenschappelijke mediatheorieën: overzicht 69
9.2.1 Massamaatschappijtheorie 70
9.2.2 Functionalistische mediatheorie 70
9.2.3 Frankfurter Schule 70
9.2.4 Politieke economie van COM 71
9.2.5 Cultural studies 72
9.2.6 Postmodernisme 72
9.2.7 Mediumtechnologische theorieën 73
9.2.8 Informatiemaatschappijtheorie 73
9.2.9 Practice theory 73
9.2.10 New media theory 74
9.2.11 Mediatization 74
9.2.12 Vier golven in het denken over media en ontvanger 74
9.3 Slotbedenking: 3 assen van mediatheorieën 75
10. De communicator 76
10.1 Mediasociologie 76
10.2 Communicatorstudies 78
10.3 Gatekeeping en gatewatching 80
10.3.1 8 universele factoren 81
10.3.2 4 cultuurspecifieke factoren 81
,Samenvatting COM-wetenschap 3
10.4 beroepsrol 82
11. Media-economie 83
11.1 Inleiding 83
11.2 Economische basisprincipes 83
11.2.1 Gebruikswaarde & ruilwaarde 83
11.2.2 Tweezijdige markt 84
11.2.3 Marktfalen en publieke goederen 85
11.2.4 Risky business 85
11.2.5 Economies of scale and scope 85
11.3 Risky media business 86
11.3.1 Publieksmaximalisering 86
11.3.2 Artificiële schaarste 86
11.3.3 Controle over distributie 86
11.3.4 Concentratie en integratie 87
11.4 Nieuwe media-economie 88
11.4.1 Wet van Moore 88
11.4.2 Wet van Metcalfe 88
11.5 Krachtlijnen 89
12. Media, normativiteit en beleid 90
12.1 Normatieve modellen 90
12.1.1 Autoritair model 90
12.1.2 Sovjetcommunistische model 90
12.1.3 Vrije persmodel 91
12.1.4 Sociale verantwoordelijkheidsmodel 91
12.1.5 Revolutionaire concept 92
12.1.6 Ontwikkelingsconcept 92
12.1.7 Democratisch-participatorisch concept 92
12.2 Mediabeleid 93
12.2.1 VRM 93
12.3 Normatieve aspecten van media 94
13. Mediaboodschap en representatie 95
13.1 Inhoudsanalyse 95
13.2 representatie en beeldvorming 95
13.3 Vormen van media-inhoud 98
13.4 CUltuur 99
14. De ontvanger 100
14.1 Ontvanger 100
14.2 Publieksonderzoek 100
14.2.1 Media-effectparadigma 100
14.2.2 Culturalistische benadering 101
14.3 Persuasieve communicatie 101
14.3.1 Hovland, Janis & Kelly 101
14.3.2 Willem McGuire (1973) 102
14.3.3 Herbert Kelman (1958) 102
14.3.4 Elaboration Likelihood Model (ELM) 102
14.3.5 Limited Capacity Model (LCM) 103
15. Info examen en leerstof 104
, Samenvatting COM-wetenschap 4
2. PROLEGOMENA
EX gastspreker Wouter Vandenhaute (visie over concentratie, divergentie, in mediawereld B)
Structuur:
1) Theorie en paradigma’s
a. Paradigmatische strijd
b. Communicatiewetenschappelijke theorievorming
2) Centrale thema’s
a. Macht
b. Sociale integratie
c. Sociale verandering
d. Ruimte en tijd
2.1 THEORIE EN PARADIGMA’S
2.1.1 PARADIGMATISCHE STRIJD
Paradigma = samenhangend geheel (logisch, coherent) van modellen en theorieën dat
• Universeel gedeeld wordt
• Kader biedt om werkelijkheid te analyseren
• Richting biedt aan wetenschappelijk onderzoek
Vanuit bepaalde blik en zienswijze naar de realiteit kijken om zo op zoek te gaan naar bepaalde antwoorden op
bepaalde vragen.
Multidisciplinariteit: vanuit zo’n perspectief (wat heeft com geleerd van psychologie en filosofie?)
Kuhn ontwikkelde de theorie “structure of scientific revolutions”. Gaat uit van het idee dat science cyclical is à
YouTube filmpje “introduction to kuhn”
Adhv paradigma’s oplossingen vinden. Er zijn bepaalde uitzonderingen (anomalieën). Zij zijn heel klein maar
bevestigen de regel. Na verloop van tijd zijn er zodanig veel uitzonderingen dat je niet meer van uitzondering
kan spreken maar een samenhangend geheel dat het dominant kader tegenspreekt (= crisis). Er is een tijd van
grote tegenstellingen waarna een revolutie komt: het ene paradigma wordt ingewisseld voor het ander.
VB: “aarde is plat” à meer en meer signalen dat de aarde niet plat is à “aarde is een bol” = revolutie
Relevantie voor sociale wetenschappen is beperkt: evolutie ipv revolutie à andere definitie van paradigma;
iets aangepaster.
Nuances
• Wereldbeschouwing, achterliggend mens- en maatschappijbeeld. Meer zien als een algemeen
wereldbeeld (welk beeld heb je van de MS, mens, wereld, …). Minder samenhangend geheel maar
meer abstract
• Cumulatief: geen lineaire vooruitgang en concurrerende paradigma’s. Paradigma 1 bestaat, maar ook
B. A heeft bepaald wereldbeeld en B een ander. Zijn moeilijk verzoenbaar à keuze maken tussen de
2. Ene zal wel dominanter zijn, maar er zijn nog andere
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulieneetesonne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.