100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Service Management boek: Facility Management $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Service Management boek: Facility Management

 463 views  6 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting studieboek Facility Management van George W.A. Maas (Hoofdstuk 1, 2, 3, 4.7, 6.3, 11.3, 11.4, 13) - ISBN: 9789462151130, Druk: Eerste druk, Uitgavejaar: 2013

Preview 3 out of 18  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2, 3, 4.7, 6.3, 11.3, 11.4, 13
  • October 30, 2014
  • 18
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
Servicemanagement samenvatting: Facility Management

Hoofdstuk 1 Omgeving van Facility Management
Facilitaire organisaties worden beïnvloed door:
- Moederorganisatie
- Externe omgevingsfactoren
 zie figuur

Kondratiev-cyclus
Is gericht op de golfbewegingen in de economie op de lange termijn.
Golfbeweging bestaat uit 5- tot 60 jaar en bestaat uit 4 fasen:
- Lente (opbouwfase) 1- jaar, inflatie veroorzaakt groei.
- Zomer (consolidatiefase): versteviging van de economie.
- Herfst (plateaufase): inflatie neemt af.
- Winter (liquidatiefase): plotselinge afname van het vermogen, direct gevolgd
door deflatie van de prijzen. Is weer te geven in 4 fasen:
 Begin, bezorgdheid na financiële klap
 Midden, angst na meerdere crashes
 Midden, paniek na finale instorting van de economie
 Eind, gelatenheid en stabilisatie van de markten




 zie figuur: in periode dat nieuwe ontwikkelingen en innovaties tot stand
komen  sprake van economische groei. Wanneer groei stagneert 
wachten op nieuwe ontwikkelingen die de economie weer doet groeien.

Relevantie Kondratiev-cyclus voor de facilitaire organisatie: ook facilitaire organisatie
moet rekening houden met golfbewegingen in het primaire proces veroorzaakt door de
economie en de invloed van diezelfde golfbewegingen op de aanbieders op de facilitaire
markt.

Omgevingsontwikkelingen
Externe ontwikkelingen: DESTEP
- Demografische ontwikkelingen: beïnvloeden de behoeften van de consument.
Bijv: leeftijdsopbouw, groei, omvang bevolking, grootte huishoudens. Gevolgen:
nederlandse bevolking groeit gestaag en wordt ouder, waarmee de vraag van de
consument langzaam verandert.
- Economische ontwikkelingen: beïnvloeden de bestedingsruimte van de
consument. Bijv: conjunctuur, koopkracht, marktvormen, inkomensverdeling,
werkgelegenheid, internationalisering en globalisering. Gevolg: de krimpende
economie, dalende koopkracht en toenemende werkloosheid zorgen ervoor dat

, consument zuiniger leeft en daardoor minder geld uitgeeft. Geeft alleen nog geld
uit aan goede kwaliteit.
- Sociaal-culturele ontwikkelingen: generaties, normen en waarden,
opleidingsniveau, levensstijl, sociale netwerken, individualiseren en invloed van
media. Gevolg: verschillende culturen en generaties op werkvloeren, oude
generaties verlaten werkveld. Nieuwe generaties doen intrede hierdoor komt
er meer aandacht voor een vervagende scheiding tussen werk en privé,
duurzaamheid en een werkomgeving waarbij sociale en mobiele technologie
volledig worden benut. Ook zijn werkgevers verantwoordelijk voor gezonde
levensstijl van hun medewerkers.
- Technische ontwikkelingen: Informatietechnologie,
communicatiemogelijkheden, biotechnologie, milieutechnologie en
automatisering. Gevolg: het gebruik van social media kan facilitaire organisaties
meer kansen bieden om hun klanten nog beter te faciliteren. Technologie maakt
het mogelijk om kwaliteit en kwantiteit van de dienstverlening binnen de
facilitaire organisatie beter op de feitelijke behoefte van de klant af te stemmen
en daarmee de klanttevredenheid positief te beïnvloeden en daarmee kunnen
tegelijkertijd de kosten beter worden beheerst.
- Ecologische ontwikkelingen: consumenten vinden goede zorg voor natuur en
leefomgeving belangrijk en willen zich binden aan organisatie die hier oog voor
hebben. Bijv: klimaat, weer, natuur en landschap, energiebronnen, duurzaam en
MVO  factoren ecologische ontwikkelingen. Gevolg: consument is bewust dat
de druk op het milieu toeneemt en stelt hierdoor nieuwe eisen aan organisaties
waarvan zij producten willen afnemen. Organisatie dient te kijken naar aankoop
vd producten en diensten zoals materiaalgebruik, hoe product geproduceerd
wordt, wijze waarop schoonmaak of beveiliging is ingericht. Maar ook naar de
wijze waarop processen zijn ingericht (energieverbruik).
- Politieke ontwikkelingen: wetgeving (nationaal en internationaal),
overheidsbeleid, invloed belangenorganisaties, invloed overheidsorganisaties en
vertrouwen burgers in de politiek. Gevolg: door invloed van Europa moeten
facilitaire organisaties goed op de hoogte zijn van steeds veranderende wet- en
regelgeving. Minder vertrouwen zorgt ervoor dat consument terughoudender
wordt. Organisaties worden gedwongen kritisch te kijken naar producten en
diensten die zij aanbieden.
 hoe kunnen facilitaire organisaties hun toegevoegde waarde laten zien? Waarin uit
deze toegevoegde waarde zich? Facilitaire organisaties dienen zich flexibel op te stellen,
dient altijd in te kunnen spelen op de veranderingen in het primaire proces en de
daarbij horende verandering in de vraag van de klanten.

Hoofdstuk 2 Het ontstaan van facility management
Facility management is ontstaan in begin jaren 80 (Facility Influence on Productivity).
In 1982 verandert de naam in International Facility Management Association (IFMA).
Doelstellingen waren:
- Professionele ontwikkeling van haar leden bevorderen.
- Filosofie en een praktische aanpak van facility management verder uitdragen.
- Kennis ontwikkelen en erkenning verkrijgen voor de invloed van facilities op het
menselijk gedrag en de productiviteit.

, Centraal thema binnen facility management: het managen van veranderingen.
Kernvaardigheid van facility management: het integreren van people, process en place.
ORBIT-studies identificeerden een aantal problemen met betrekking tot het managen
van facilities:
- Crisismanagement: verantwoordelijkheid voor de facilities heeft een lage status
die slechts de agenda van het topmanagement bereikt op het moment dat de
zaken uit de hand lopen.
- Moeilijke beheersbaarheid: spaceplanning combineert uiterste numerieke
precisie met extreme onzekerheid. Tot het moment dat spaceplanning-
computersoftware op de markt kwam, waren er geen instrumenten voor
effectief facility management beschikbaar.
- Gedeelde verantwoordelijkheden: verantwoordelijkheid voor facility
management ligt veelal bij verschillende afdelingen of disciplines (administratie,
personeelszaken etc).
 ORBIT-studies concludeerden dat onmogelijk verwacht kan worden dat fm een
bijdrage kan leveren aan het managen van organisatieveranderingen.

F-MEX: het onafhankelijke platform dat gekwalificeerde studenten, facility managers en
hun organisaties samenbrengt. Belangrijkste doelstelling: talentontwikkeling.
EuroFM richt zich op onderzoek, opleiding en het in de praktijk brengen van facility
management. Doelstellingen:
- Samenbrengen van fmorganisaties en fmexperts van verschillende landen in een
Europees netwerk.
- Actief bevorderen van het ontwikkelen van FM-organisaties in landen waar deze
nog niet bestaan.
- Bevorderen van de samenwerking tussen de leden van EuroFM.
- Het initiëren van internationale symposia, conferenties op het gebied van facility
management.

Definitie facility management: Facility management is de functie die erop gericht is om
medewerkers binnen organisaties een geïntegreerde werkomgeving te bieden en
daarmee bij te dragen aan het succes van de organisatie.
- Geïntegreerde werkomgeving: het gaat zowel om de fysieke als virtuele
werkomgeving. Ook de ondersteunende services behoren tot de werkomgeving.
- Fysieke werkomgeving: kan kantoor zijn, ziekenhuis of onderwijsinstelling, of
thuiswerkplek.
- Virtuele werkomgeving: los van tijd en plaats, middelen om altijd en overal met
elkaar te kunnen werken (e-mail, telefonie, internet, video, cloud computing).
- Succes: facility management moet een dusdanige toegevoegde waarde leveren
dat de moederorganisatie haar doelen bereikt.

Hoofdstuk 3 Strategie voor facilitaire organisaties
Strategie is voor iedere organisatie anders: passend bij het type organisatie en de
mensen die er werkzaam zijn. Sommige organisaties kunnen hun strategie op de
achterkant van een bierviltje schrijven, andere organisaties stellen lange rapporten op
waar de strategie gedetailleerd wordt uitgeschreven.

Definitie strategie: de manier waarop een organisatie richtinggevende keuzes maakt
en implementeert.
- ‘De manier waarop’: de wijze waarop een organisatie het
strategievormingsproces inricht en de methode op basis waarvan ze dit doet.
- ‘De organisatie’: object van de strategie.
- ‘Richtinggevende keuzes’: geeft aan dat de organisatie een afgewogen keuze
kan maken voor een bepaalde focus of richting.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miloutjioe. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  6x  sold
  • (0)
  Add to cart