Financiële planning heeft als doel om zoveel mogelijk onverwachte en
ongewenste verassingen in iemands persoonlijke financiële situatie uit te sluiten.
Ingespeeld op juridische en fiscale ontwikkelingen. Aan de hand van een
financieel plan worden huidige en toekomstige wensen geïnventariseerd
(momentopname).
Om goed te kunnen adviseren dient een financieel adviseur voldoende kennis te
hebben van de volgende vakgebieden: Fiscale aspecten, juridische aspecten en
het sociale zekerheidsstelsel. En tevens van de volgende financiële producten:
Hypotheken, consumptieve financieringen, spaarproducten, beleggingsproducten
en levensverzekeringen.
Hoofdstuk 2
Wet financieel toezicht (WFT). Degene die onder de WFT vallen: De financieel
adviseur, de gevolmachtigd agent, de vermogensbeheerder, de fiscalist, de
accountant, de notaris en branchevreemde adviseurs.
De WFT stelt eisen ten aanzien van:
- De deskundigheid van de dienstverlener en adviseur
- De integriteit / betrouwbaarheid van de dienstverlener en adviseur
- Een adequate informatieverstrekking over producten en diensten
- Financiële en juridische zekerheid ten aanzien van de afwikkeling en de
uitvoering van overeenkomsten.
- Een adequate organisatie van de bedrijfsvoering
Indien de financiële dienstverlener of bemiddelaar voldoet aan bovenstaande
eisen kan hij een vergunning aanvragen bij de AFM. Zonder deze vergunning mag
hij niet adviseren.
Onder een financiële dienst verstaat de WFT onder andere:
- Het aanbieden van een financieel product en het uitvoeren of beheren van een
financiële overeenkomst.
- Het bemiddelen bij het tot stand komen van een financiële overeenkomst door
een tussenpersoon/intermediair.
- Het adviseren van een specifiek product van een bepaalde aanbieder
- Het optreden als gevolmachtigd agent
Hoofdstuk 3
Zorgplicht: De adviseur is verplicht om de klant volledig en correct te
informeren, hij dient dit te doen op basis van een klantprofiel en er dient een
,klantenregeling te zijn.
2 vormen van advisering:- Execution only: De klant handelt voor eigen rekening
en risico
De adviseur is wel verplicht voldoende informatie te
verstrekken
- Advisering: De adviseur is verplicht na te gaan of het
product past bij het klantprofiel
Hoofdstuk 4
Netto Besteedbaar Inkomensberekening (NBI). Hierbij wordt het netto inkomen
berekend, dat na aftrek van hypotheeklasten bruikbaar is voor overige vaste
lasten, consumptie en besparingen. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt of
er een overschot of tekort is van de bestedingen.
Begroting is een overzicht van de inkomsten en uitgaven. Uitgaven kunnen in 3
groepen worden ingedeeld: vaste lasten, reserveringsuitgaven en huishoudelijke
uitgaven.
Vermogen is het verschil tussen de bezittingen en schulden op een bepaald
moment.
Hoofdstuk 5
Inventarisatie: Hierbij worden de inkomens- en vermogenspositie en de wensen
van de klant volledig in kaart gebracht. Vervolgens dient de kennis en ervaring
met financiële producten te worden getoetst en vastgelegd.
De geïnventariseerde gegevens zijn nodig voor het berekenen van het huidig en
het toekomstig netto besteedbaar inkomen.
Hoofdstuk 6
2 soorten banken: commerciële banken en investeringsbanken. Een
investeringsbank is een bank die bedrijven en overheden helpt in het aantrekken
van geld door middel van het uitgeven en verkopen van securities op de
kapitaalmarkten , zowel aandelen (bezit) als obligaties (schuld). Bij commerciële
banken staat het aantrekken en uitzetten van gelden centraal.
Het aantrekken van geld door banken heet funding.
Het verschil tussen rentebaten en rentelasten = rentemarge.
Het liquiditeitsrisico is dat een bank niet in staat is aan haar
betalingsverplichtingen te voldoen.
Vereiste liquiditeit: - Spaargeld moet voor 10% gedekt zijn
- Rekening-courantsaldi moet voor 20% gedekt zijn
- Onmiddellijk opeisbare tegoeden van andere banken, 100%
Wegwerken van liquiditeitstekorten:
- Liquiditeiten lenen van andere banken of niet-banken
- Verkopen van effecten
- Verkopen deel van kredietportefeuille (activasecurisatie)
Solvabiliteit: Hoeveelheid eigen vermogen in verhouding tot het VV en TV.
BIS-ratio volgens Basel 1: Aansprakelijk vermogen (eigen vermogen en
, achtergestelde leningen) / risico gewogen activa x 100% >/= 8%
Voor elke uitstaande lening moet 8% garantievermogen op de balans staan.
Basel 2: Hierbij wordt de 8% losgelaten en wordt het verplichte
garantievermogen mede afhankelijk van het risico op de lening.
Berust op 3 pijlers: - Minimum kapitaaleisen
- Solvabiliteit
- Marktwerking
Basel 3: Banken moeten 7% kapitaal aanhouden tegenover hun uitstaande
beleggingen, dit was 2%
Het rentetarief dat de banken moeten betalen aan de ECB heet:
herfinanciëringsrente of de refirente. Euribor is de rente die de banken elkaar
onderling in rekening brengen.
Hoofdstuk 7
Inkomstenbelasting wordt geheven bij natuurlijke personen, die in Nederland
woonachtig zijn, de binnenlands belastingplichtige. Daarnaast bij personen die
buiten Nederland wonen, maar wel een Nederlands inkomen genieten, de
buitenlands belastingplichtige.
Boxenstelsel: Box 1: Belastbaar inkomen uit werk en woning (progressief)
Box 2: Aanmerkelijk belang (25%)
Box 3: Sparen en beleggen (30%)
Eigenwoningforfait = meestal 0,55% van de WOZ-waarde
Indien de kapitaal verzekering eigen woning voldoet aan alle voorwaarden, is
deze volledig of gedeeltelijk vrijgesteld van belastingheffing. De uitkering moet
gebruikt worden voor aflossing van de hypotheek. De vrijstelling bedraagt in
2010 €34.100 als er max. 15 jaar premie betaald is. Is er 20 jaar premie betaald:
€150.500.
Alle rente en kosten, die te maken hebben met de financiering voor de werving
van de eerste eigen woning of met de financiering van een verbouwing of
verbetering zijn aftrekbaar.
Voorbeelden: Financieringsrente, afsluitprovisie, notariskosten hypotheekakte,
taxatiekosten en de kosten voor de Nationale Hypotheek Garantie. Ook bij bijv.
een doorlopend krediet.
Kosten die te maken hebben met de verwerving van de woning zelf zijn niet
aftrekbaar, makelaarskosten en overdrachtakte.
Bij verkoop eigen woning (hoofdverblijf) verkoopopbrengst onbelast. Wel dien je
de overwaarde op te geven. Vervreemdingssaldo de verkoopopbrengst –
eigenwoningschuld (hypotheek) en de verkoopkosten (makelaarscourtage). Deze
eigen woning reserve dient men verplicht in te brengen bij aankoop van een
nieuwe woning. Hypotheekrenteaftrek beperkt tot 30 jaar.
Heffingsvrij vermogen Box 3: €20.785 per belastingplichtige en per kind: €2779.
Bij schulden wordt de eerste €2900 niet meegerekend.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joycedk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.15. You're not tied to anything after your purchase.